Organisatie | Veldhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Regeling m.b.t. de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen
Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 04-11-2009 | 09.166 |
HOOFDSTUK II. AFVALSTOFFENHEFFING.
Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van een perceel; b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opge-
nomen in hoofdstuk 1 van de bij deze belastingverordening behorende
Artikel 5a. Lastenvermindering.
De belasting, berekend op grond van hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, wordt verminderd met een bedrag van € 30,00 indien de belastingplicht is aangevangen op 1 januari 2010.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, be- staat, voor de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieven- tabel, aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9. Termijnen van betaling.
In afwijking van het eerste lid geldt, dat indien het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan minder is dan € 1.600,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden be- taald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste elf bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
HOOFDSTUK III. REINIGINGSRECHTEN.
Onder de naam "Reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeente-bezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in nderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12. Maatstaf van heffing en belastingtarief.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarievenverordening.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belasting-jaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 14. Wijze van heffing.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande, dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
Artikel 15. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten.
Artikel 16. Termijnen van betaling.
In afwijking van het eerste lid geldt, dat indien het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan minder is dan € 1.600,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste elf bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
HOOFDSTUK IV. AANVULLENDE BEPALINGEN.
Artikel 17. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE "VERORDENING REINIGINGSHEFFINGEN 2010".
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1. Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing.
De belasting voor het op 1 januari van het belasting- jaar of, indien de belastingplicht later aanvangt bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van één extra gewone container (=boven hetgeen volgens de afvalstoffenverordening aan het perceel isverstrekt) bedraagt per belastingjaar € 235,99.
Hoofdstuk 2. Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten.