Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
1) Regeling vervangt Verordening vergoedingen gemeentebestuurders 1997;
2) Regeling werkt voor wat betreft de artikelen 1 tot en met 12 en 24 tot en met 28 terug tot en met 16 maart 2006 en voor wat betreft de artikelen 13 tot en met 23 ten aanzien van de op 30 maart 2006 beëdigde wethouders terug tot en met de dag van hun beëdiging; de artikelen 29 tot en met 31 werken voor zover het betreft de leden van de raad en commissieleden terug tot en met 16 maart 2006; de artikelen 29 tot en met 31 werken voor zover het de op 30 maart 2006 beëdigde wethouders betreft terug tot en met de dag van hun beëdiging.
3) Datum inwerkingtreding bij benadering
Gemeentewet, artikelen 44, lid 2 en lid 3; art. 95 tot en met art. 99; art. 147
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2014 | 09-07-2014 | intrekking | 26-06-2014 Gemeenteblad, 2014, 37595 | R2014.065a en R2014.065b | |
18-07-2010 | 16-03-2006 | 10-07-2014 | nieuwe regeling | 26-10-2006 De Lantaarn, 17-07-2010 | R2006.093A |
De raad van de gemeente Bladel;
overwegende dat het gewenst is, gezien de datum van de totstandkoming en de ontwikkelingen daarna, de Verordening vergoedingen gemeentebestuurders volledig te actualiseren;
gezien de circulaires van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten d.d. 17 mei 2006 (MARZ/CvA/U200600890) en 7 juli 2006 (MARZ/CvA/u200601086);
gezien het voorstel van het Presidium d.d. 9 oktober 2006;
gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,
gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,
vast te stellen de volgende verordening
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het Presidium. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.
Artikel 10 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, in het geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 11 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
Artikel 14 Reiskosten woon-werkverkeer
De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 15 Zakelijke reiskosten
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
De wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 16 volledig vergoed.
Artikel 18 Cursus, congres, seminar of symposium
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 19 Computer en internetverbinding
ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld die mede gebruikt mag worden voor privé doeleinden.
Op de netto bezoldiging dan wel de netto onkostenvergoeding van de wethouder die de mobiele telefoon voor meer dan 10% mede gebruikt voor privé doeleinden, wordt een bedrag ingehouden dat gelijk is aan het bedrag dat op grond van de artikelen 38 respectievelijk 39 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 tot het loon wordt gerekend.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 24 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
Artikel 25 Reis- en verblijfkosten
Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 27 Cursus, congres, seminar of symposium
Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Artikel 29 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
Artikel 30 Declaratie van vooruit betaalde kosten
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 32 Intrekking oude regeling
De verordening Vergoedingen gemeentebestuurders zoals deze is vastgesteld op 18 november 1997 en nadien is gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de dag van inwerkingtreding van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de voorzieningen die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze regeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking en werkt voor wat betreft de artikelen 1 tot en met 12 en 24 tot en met 28 terug tot en met 16 maart 2006 en voor wat betreft de artikelen 13 tot en met 23 ten aanzien van de op 30 maart 2006 beëdigde wethouders terug tot en met de dag van hun beëdiging.