Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs |
Citeertitel | Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Bladel 2007
Wet op het primair onderwijs, art. 102
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-02-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 18-12-2014 | R2014.124a |
25-10-2009 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 24-09-2009 De Lantaarn, 24-10-2009 | R2009.039 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder
Artikel 2 Omschrijving voorzieningen in de huisvesting
Bij de toepassing van deze verordening worden de volgende voorzieningen onderscheiden:
Artikel 3 Bouwvoorbereiding voorzieningen
Ten aanzien van voorzieningen als bedoeld in artikel 2 kan, voor zover van toepassing, een aanvraag worden ingediend voor bekostiging van bouwvoorbereiding. Hierbij is het bepaalde in hoofdstuk 4 van toepassing.
Artikel 4 Vaststelling vergoeding voorzieningen
Bij toekenning van een van de in artikel 2 genoemde voorzieningen, of bij toekenning van bekostiging van bouwvoorbereiding als bedoeld in artikel 3, wordt bij de wijze van vaststelling van de hoogte van de vergoeding een onderscheid gemaakt tussen vooraf genormeerde bedragen en bedragen gebaseerd op de feitelijk voorziene kosten per geval.
Deel A van bijlage IV is van toepassing op de voorzieningen als bedoeld in artikel 2, onder a, sub 1, 2, 5, 6, en 7 (medegebruik gymnastiekruimte) en onder f;Deel B van bijlage IV is van toepassing op de voorzieningen als bedoeld in artikel 2, onder a, sub 3 en 4 en onder b tot en met f, alsmede op voorzieningen, als bedoeld in artikel 3.
Hoofdstuk 2 Programma en overzicht
Paragraaf 2.1 Aanvragen programma
Artikel 7 Inhoud aanvraag; gelegenheid tot aanvullen aanvraag; niet behandelen onvolledige aanvraag
Het college stelt de aanvrager voor 15 februari schriftelijk op de hoogte van het ontbreken van gegevens, als bedoeld in het eerste of tweede lid. De aanvrager wordt tot 15 maart in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens aan te vullen. Indien de vereiste gegevens niet voor 15 maart zijn verstrekt, neemt het college de aanvraag niet in behandeling.
Paragraaf 2.2 Overleg voorafgaand aan vaststelling programma en overzicht
Artikel 9 Toelichting aanvraag; overleg over ingediende begroting
Het college treedt in overleg met de aanvrager, indien de aanvraag een voorziening betreft waarop het gestelde in artikel 4, derde lid, laatste volzin van toepassing is en het college van oordeel is dat de door de aanvrager overgelegde kostenbegroting dient te worden aangepast. Het college geeft in het voorstel tot vaststelling van het bedrag, het programma en het overzicht als bedoeld in paragraaf 2.3 onder vermelding van de redenen, aan wanneer er in het overleg geen overeenstemming is bereikt over de hoogte van het geraamde bedrag. Het college geeft in dit voorstel tevens de hoogte van het geraamde bedrag aan, waarvan voor de aangevraagde voorziening wordt uitgegaan bij de toepassing van het gestelde in paragraaf 2.3.
Artikel 10 Overleg programma en overzicht; advies Onderwijsraad
Het college maakt een verslag van de in het overleg door de bevoegde gezagsorganen naar voren gebrachte zienswijzen, van de tijdig ingediende, schriftelijk kenbaar gemaakte zienswijzen en van de reactie van het college op deze zienswijzen, wordt door het college een verslag gemaakt. Het verslag wordt toegezonden aan alle bevoegde gezagsorganen.
Een bevoegd gezag of college dat advies wenst van de Onderwijsraad over het voorstel met betrekking tot de voorgenomen inhoud van het programma in relatie tot de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting, maakt dit kenbaar tijdens het overleg als bedoeld in het eerste lid. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van de onderwerpen waarover het advies van de Onderwijsraad wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen deze onderwerpen en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting.
De bevoegde gezagsorganen en het college worden tijdenshet overleg in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen over een verzoek om advies van de Onderwijsraad. Het schriftelijke verzoek om advies en de daarover naar voren gebrachte zienswijzen maken deel uit van het verslag van het overleg als bedoeld in het vierde lid.
Een afschrift van het door de Onderwijsraad uitgebrachte advies wordt zo spoedig mogelijk door het college toegezonden aan de bevoegde gezagsorganen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies van de Onderwijsraad zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van de voorgenomen inhoud van het programma, dan worden de bevoegde gezagsorganen door het college bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor een nader overleg. In alle andere gevallen beoordeelt het college of nader bestuurlijk overleg over het advies van de Onderwijsraad noodzakelijk is. Het college geeft dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies van de Onderwijsraad.
Paragraaf 2.3 Vaststelling bekostigingsplafond, programma en overzicht
De aangevraagde voorzieningen waarmee in het jaar volgend op het jaar van vaststelling van het programma een aanvang kan worden gemaakt, komen, voor zover het college heeft vastgesteld dat geen van de in de Wet op het primair onderwijs opgenomen weigeringsgronden van toepassing is, in aanmerking voor plaatsing op het programma. Daarbij past het college de regels toe met betrekking tot:
Van de voor plaatsing op het programma in aanmerking komende voorzieningen neemt het college, aan de hand van de urgentiecriteria als bedoeld in bijlage V, uitsluitend voorzieningen op in het programma voor zover het bedrag of de deelbedragen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, toereikend zijn.
Artikel 14 Bekendmaking besluiten vaststelling bekostigingsplafond, programma en overzicht
De bekendmaking van de besluiten tot vaststelling van het bekostigingsplafond, het programma en het overzicht geschiedt binnen twee weken na de datum van vaststelling door toezending door het college van de besluiten aan de aanvragers. Tegelijkertijd met de bekendmaking doet het college schriftelijk mededeling over de besluiten aan de overige bevoegde gezagsorganen en worden deze ter inzage gelegd.
Paragraaf 2.4 Uitvoering programma
Artikel 15 Overleg wijze van uitvoering
Binnen vier weken na de vaststelling van het programma treedt het college in overleg met de aanvrager over de wijze van uitvoering van de op het programma geplaatste voorziening. Voor zover dit een voorziening betreft als bedoeld in artikel 4, derde lid, laatste volzin, omvat dit overleg tevens de wijze, waarop toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 16, vijfde lid. Tijdens het overleg wordt alle informatie verstrekt die nodig is voor de uitvoering van de voorziening.
Artikel 16 Goedkeuring plannen en begroting
Het bevoegd gezag dat ingevolge het vastgestelde programma aanspraak maakt op bekostiging van een voorziening, dient de plannen ter realisering van deze voorziening, alsmede de daarbij behorende kostenbegroting met aanduiding van het tijdstip, waarop de bekostiging een aanvang dient te nemen, ter goedkeuring in bij het college.
Bij de beslissing als bedoeld in het tweede lid stelt het college vast of de feiten en omstandigheden waarin de school verkeert ten opzichte van de feiten en omstandigheden ten tijde van de vaststelling van het programma, al dan niet ingrijpend zijn gewijzigd. Ingeval naar het oordeel van het college sprake is van bedoelde wijziging, vervalt hiermee de aanspraak op vergoeding van de onderhavige voorziening.
Nadat het college het bouwplan van een voorziening, als bedoeld in artikel 4, derde lid, laatste volzin, heeft goedgekeurd, dient het bevoegd gezag zo spoedig mogelijk bij het college de offertes in voor de uitvoering van de voorziening. Het college beslist binnen negen weken na ontvangst van de offertes over het bedrag dat definitief beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de voorziening. De laatste volzin van het tweede lid is hierbij van overeenkomstige toepassing.
Artikel 17 Aanvang bekostiging
Het college kan bij de beslissing als bedoeld in artikel 16, tweede lid of artikel 16, vijfde lid, bepalen dat de beschikbaarstelling van de gelden in termijnen plaatsvindt. De beschikbaarstelling van de gelden geschiedt dan telkens op een zodanig tijdstip dat de aanvrager kan voldoen aan de financiële verplichtingen voortkomend uit de realisering van de toegewezen voorziening.
Artikel 18 Vervallen aanspraak op bekostiging
De aanspraak op bekostiging van een voorziening vervalt, indien de aanvrager niet voor 1 oktober van het jaar, volgend op de vaststelling van het programma een bouwopdracht heeft verleend dan wel een koop-, huur- of erfpachtovereenkomst is gesloten en een afschrift hiervan niet voor 15 oktober daaropvolgend aan het college is gezonden. De in de eerste volzin bedoelde bouwopdracht dan wel overeenkomsten zijn onherroepelijk.
Hoofdstuk 3 Aanvragen met spoedeisend karakter
Een aanvraag totbekostiging van een voorziening in de huisvesting die gelet op de voortgang van het onderwijs geen uitstel kan lijden, kan worden ingediend bij het college.
Indien naar het oordeel van het college een of meer gegevens als bedoeld in het eerste lid ontbreken, wordt dit binnen twee weken na datum van indiening van de aanvraag schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens binnen twee weken na ontvangst van de mededeling in te dienen bij het college. Indien de aanvrager de vereiste ontbrekende gegevens niet binnen de in de vorige volzin bedoelde termijn heeft verstrekt, besluit het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 3.2 Beoordeling aanvraag; uitvoering besluit
De aangevraagde voorziening wordt toegewezen, indien het college heeft vastgesteld dat het treffen van de voorziening, gelet op de voortgang van het onderwijs, geen uitstel kan lijden en geen van de in de Wet op het primair onderwijs opgenomen weigeringsgronden van toepassing is. Bij deze vaststelling past het college de regels toe met betrekking tot:
Artikel 23 Uitvoering beslissing
Na bekendmaking van de beslissing als bedoeld in artikel 21, eerste lid, waarbij een vergoeding is toegewezen, treedt het college zo spoedig mogelijk in overleg met de aanvrager over de wijze van uitvoering. Het bepaalde in de artikelen 15, 16 en 17 is daarbij overeenkomstig van toepassing, met dien verstande dat in plaats van de termijn, genoemd in artikel 16, tweede lid, eerste volzin, een termijn van drie weken geldt.
Hoofdstuk 4 Bekostiging bouwvoorbereiding
Het bevoegd gezag dat voornemens is een aanvraag in te dienen voor plaatsing op het programma van een voor blijvend gebruik bestemde voorziening als bedoeld in artikel 3, kan daaraan voorafgaand een aanvraag voor bekostiging van de bouwvoorbereiding indienen bij het college. Het betreft de voorbereiding voorafgaand aan het moment van aanbesteding van die voorziening.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens als bedoeld in het derde lid, deelt het college dit voor 15 februari schriftelijk mee aan de aanvrager en stellen hem in de gelegenheid om voor 15 maart de gegevens aan te vullen. Het gestelde in artikel 7, derde lid is daarbij van overeenkomstige toepassing.
Artikel 27 Vervallen aanspraak bekostiging
De aanspraak op bekostiging van bouwvoorbereiding vervalt, indien niet voor 15 september van het jaar, dat volgt op het jaar waarin de beschikking is genomen, daadwerkelijk is gestart met de bouwvoorbereiding en de aanvrager niet voor 1 oktober daaropvolgend informatie heeft verstrekt aan het college waaruit dit blijkt.
Hoofdstuk 5 Medegebruik en verhuur
Paragraaf 5.1 Medegebruik ten behoeve van onderwijs of educatie
Artikel 29 Omschrijving leegstand
Er is sprake van leegstand in een lesgebouw: wanneer het betreft een gebouw van een school voor basisonderwijs, indien uit de vergelijking van het aantal vierkante meters bruto vloeroppervlakte zoals berekend op basis van bijlage III , deel B en de capaciteit van het gebouw zoals vastgesteld op basis van bijlage III, deel A blijkt dat er ten minste een aantal vierkante meters bruto vloeroppervlakte ter grootte van de in bijlage III, deel C genoemde drempelwaarde niet nodig is voor de daar gevestigde school of scholen;
Paragraaf 5.2 Medegebruik ten behoeve van culturele, maatschappelijke of recreative doeleinden
Artikel 32 Aanduiding omstandigheden
Het college kan overgaan tot vordering indien er sprake is van leegstand van een lesgebouw of een gymnastiekruimte zoals bepaald in artikel 29.
Artikel 33 Overleg en mededeling
Binnen vier weken na afloop van het overleg, als bedoeld in het eerste lid, doet het college schriftelijk mededeling van de vordering aan het bevoegd gezag. Indien het overleg heeft geleid tot afspraken, bevat de mededeling in ieder geval die afspraken. Voorzover het overleg niet tot overeenstemming heeft geleid, bevat de mededeling de beslissing van het college over deze punten. Indien het bevoegd gezag in het overleg te kennen geeft geen bezwaar te hebben tegen de vordering, kan van de schriftelijke mededeling als hier bedoeld worden afgezien.
Hoofdstuk 6 Einde gebruik gebouwen en terreinen
Artikel 35 Tijdstip beëindiging gebruik; staat van onderhoud
Nadat het bevoegd gezag een gebouw of terrein niet nodig heeft voor de huisvesting van een school wordt het gebruik van het gebouw of terrein zo spoedig mogelijk beëindigd, doch uiterlijk op de datum genoemd in de door het college en het bevoegd gezag ondertekende gezamenlijke akte of de datum zoals vastgesteld door gedeputeerde staten bij de beslissing inzake een geschil over de totstandkoming van een gezamenlijke akte.
Over de staat van onderhoud wordt overleg gevoerd met het bevoegd gezag. In dat overleg wordt, indien van toepassing, vastgesteld welk deel van het onderhoud alsnog door het bevoegd gezag wordt uitgevoerd of welk bedrag in plaats daarvan aan het college betaald wordt. Indien het overleg niet tot overeenstemming leidt, stellen partijen vast welke handelwijze gevolgd wordt.
Hoofdstuk 7 Gebruik gymnastiekruimte voor basisonderwijs
Artikel 36 Mutaties aantal klokuren binnen beschikbare capaciteit; inroostering gebruik
Het college stelt jaarlijks voor 1 juli voorafgaande aan het daaropvolgende schooljaar op basis van de ingediende opgaven een voorstel tot inroostering vast van het onderwijsgebruik door scholen voor basisonderwijs van de op het grondgebied van de gemeente gelegen gymnastiekruimten. Hiertoe wordt het gewenste onderwijsgebruik afgezet tegen de beschikbare capaciteit van de gymnastiekruimten, waarbij wordt uitgegaan van een capaciteit van 26 klokuren per week per gymnastiekruimte. Het college is bevoegd om op het verzoek van het bevoegd gezag uit te gaan van een lager aantal klokuren per week, ingeval en voor zover daartoe in enig geval op grond van roostertechnische overwegingen aanleiding bestaat.
Het voorstel tot inroostering vermeldt per school voor basisonderwijs de volgende gegevens:
voor zover het gewenste aantal klokuren hoger is dan het aantal klokuren dat ingevolge de beleidsregel bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs voor bekostiging door de gemeente in aanmerking komt, wordt vermeld hoeveel klokuren voor rekening komen van het bevoegd gezag van de school. Het college neemt het aantal klokuren als bedoeld in dit lid onder d slechts op in het voorstel tot inroostering voor zover daarvoor nog capaciteit beschikbaar is, nadat rekening is gehouden met het totale klokuurgebruik dat voor bekostiging door de gemeente in aanmerking komt.
Hoofdstuk 8 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 37 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 38 Ontheffingsbepaling
Het college kan in bijzondere gevallen van een of meer bepalingen uit deze verordening afwijken of deze buiten beschouwing laten.
Het college stelt jaarlijks de in het kader van deze verordening gehanteerde normbedragen vast voor de vergoeding van voorzieningen bij op basis van de in bijlage IV, deel A opgenomen prijsindexen en systematiek van prijsbijstelling.
Artikel 40 Citeertitel; inwerkingtreding
De verordening kan worden aangehaald als: verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking. Gelijktijdig met de inwerkingtreding wordt de laatstelijk bij besluit van 20 september 2007 vastgestelde “Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Bladel 2007” ingetrokken.