Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Brabantse Delta

Beleidsregel voor het verlenen van ontheffing op het verbod voor beregenen van grasland met grondwater bij grote droogte (5%-regeling)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Brabantse Delta
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBeleidsregel voor het verlenen van ontheffing op het verbod voor beregenen van grasland met grondwater bij grote droogte (5%-regeling)
CiteertitelBeleidsregel voor het verlenen van ontheffing op het verbod voor beregenen van grasland met grondwater bij grote droogte (5%-regeling)
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-05-201024-06-2014nieuwe regeling

04-05-2010

Onbekend

10IT003386

Tekst van de regeling

Intitulé

Het dagelijks bestuur van Waterschap Brabantse Delta;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 4.15 ev van de Keur Waterschap Brabantse Delta en hoofdstuk 10 van de Beleidsregel toepassing Waterwet en keur;

 

Besluit:

 

Vast te stellen de ‘Beleidsregel voor het verlenen van ontheffing op het verbod voor beregenen van grasland met grondwater bij grote droogte (5%-regeling)’.

 

HOOFDSTUK 1 BELEIDSREGEL

Toepassingsbereik

Op grond van de Beleidsregel toepassing Waterwet en Keur waterschap Brabantse Delta, hoofdstuk 10 (Grondwater), onder 2, derde bolletje, mag grasland niet worden beregend voor 1 juni en in juni en juli niet tussen 11.00 en 17.00 uur.

In de vergunningen is tevens bepaald dat deze beperkingen opgeheven kunnen (ontheffingsmogelijkheid). In onderstaande regeling is invulling gegeven aan deze ontheffingsmogelijkheid:

Periode waarover ontheffing wordt verleend:

  • -

    Indien voor 22 mei een 5% situatie wordt bereikt zal voor de rest van de maand mei ontheffing worden verleend.

  • -

    Indien tussen 22 mei en 31 juli een 5% situatie wordt bereikt zal voor een periode van 10 dagen ontheffing worden verleend.

Bepaling van het moment waarop sprake is van een 5% situatie:

  • -

    De gemeten neerslag en verdamping vormen het uitgangspunt voor het vaststellen van de droogtegraad. Als maat voor de verdamping wordt het gemiddelde van de stations Gilze en Eindhoven gebruikt. Voor de neerslag wordt gebruik gemaakt van de stations Chaam, Gilze, Eersel, Dinther en St.Anthonis. Het station met de minste neerslag is maatgevend.

  • -

    Voor 1 juni is sprake van een 5% droogtesituatie indien de som van de verdamping minus neerslag van 1 april:

  • -

    in april de grenswaarde van 63 mm overschrijdt;

  • -

    in mei de grenswaarde van 63 mm + 1,5* de dag in mei, overschrijdt. (voorbeeld; voor 10 mei bedraagt de grenswaarde 63mm + 10*1,5=78mm)

  • -

    Voor de maanden juni en juli is sprake van een 5% droogte situatie indien in de 20 voorafgaande dagen de som van verdamping minus neerslag meer bedraagt dan 82 mm. Wordt een ontheffing afgekondigd dan wordt de eerste dag nadat de ontheffing weer is komen te vervallen als eerste dag aangemerkt voor een nieuwe 20 daagse periode. Tussen twee ontheffingsperioden zit dus minimaal 20 dagen. Voorbeeld: is sprake van een ontheffing tot 31 mei dan wordt geteld vanaf 1 juni en kan voor 20 juni geen nieuwe ontheffing ingaan, is sprake van een ontheffing tot bv. 2 juli dan wordt geteld vanaf 3 juli en kan voor 23 juli geen nieuwe ontheffing worden verleend.

HOOFDSTUK 2 TOELICHTING

1.1 Aanleiding

Met de komst van de waterwet zijn de waterschappen bevoegd gezag voor de vergunningen voor beregenen met grondwater. Het gebruik van deze vergunningen is in het voorjaar tijdelijk beperkt. In de vergunningen is ook bepaald dat deze beperkingen in een zeer droog voorjaar opgeheven kunnen worden.

De praktische invulling van deze bepaling is vormgegeven in deze Beleidsregel voor beregenen van grasland met grondwater bij grote droogte (zogenaamde 5%-regeling).

1.2 Achtergrond

De regeling is in 1991 in aanzet opgesteld door de provincie Noord-Brabant (Regeling intrekking beregeningsverbod in bijzonder droog voorjaar). Basisgedachte hierachter was dat door de beperkingen voor beregenen van grasland de ruwvoervoorziening in Noord-Brabant niet in gevaar mocht komen. Hierbij werd destijds sterk gedacht aan het extreem droge jaar 1976.

In 1997 heeft een aanvulling op de regeling plaatsgevonden (Vijf-procents regeling 1997). Als bezwaar ten aanzien van de regeling uit 1991 werd destijds ervaren dat bij grote droogte in bijvoorbeeld de maand mei, de beperkingen voor beregenen voor overige maanden werden opgeheven, zonder dat rekening werd gehouden met de meteorologische omstandigheden in de maanden daarna. In de vijf-procents regeling 1997 is daarom een beperkte ontheffingsduur ingevoerd (per kalenderjaar kunnen wel meerdere ontheffingsperiodes plaatsvinden).

De Beleidsregel is één op één overgenomen van de regeling die de provincie sinds 1991 (met aanpassing in 1997) hiervoor hanteerde.

1.3 Juridische grondslag

Op basis van artikel 4.15 ev. Keur waterschap Brabantse Delta is het verboden zonder vergunning van het bestuur grondwater te onttrekken. Gebruik van beregeningsvergunningen zijn op grond van de Beleidsregel toepassing Waterwet waterschap Brabantse Delta beperkt, in die zin dat grasland niet mag worden beregend voor 1 juni, en in juni en juli niet tussen 11.00 en 17.00 uur. Dat staat ook in de vergunningen. In de vergunningen is tevens bepaald dat deze beperkingen opgeheven kunnen worden op het moment dat sprake is van een 5%-situatie: een extreem droog voorjaar, dat zich vijf keer in de 100 jaar voordoet.

Deze ontheffingsmogelijkheid is ingevuld in deze Beleidsregel.

1.4 Gevolgen voor de vergunninghouder

Aangezien de Beleidsregel één op één is overgenomen van de regeling die de provincie sinds 1991 (met aanpassing in 1997) hiervoor hanteerde, wijzigter voor de vergunninghouder niets.

Wel is het zo dat met de komst van de Waterwet de waterschappen in plaats van de provincie verantwoordelijk zijn voor de besluitvorming tijdens een zeer droog voorjaar. De waterschappen in de provincie Noord-Brabant hanteren hiervoor dezelfde Beleidsregel. Hiermee is een eenduidige en gelijktijdige besluitvorming in Noord-Brabant geborgd.