Organisatie | Overbetuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening parkeerbelasting gemeente Overbetuwe 2013 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelasting gemeente Overbetuwe 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Verordening parkeerbelasting 2013 13 03 26.pdf |
geen.
Gemeentewet: art. 216 e.v. en 225 eerste lid, onder b.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-04-2013 | nieuwe regeling | 26-03-2013 De Betuwe: 10-04-2013. | 13rb000009. |
Onderwerp: Verordening parkeerbelasting gemeente Overbetuwe 2013
De raad van de gemeente Overbetuwe;
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2013;
gelezen het advies van de voorbereidende vergadering van 5 maart 2013;
gelet op artikel(en) 216 e.v. en 225, eerste lid, onder b. van de Geentewet;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat on¬der:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Onder de naam ‘parkeerbelasting’ wordt de volgende belasting geheven: een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
Artikel 4 Heffingsmaatstaf, belastingtarief en belastingtijdvak
De heffingsmaatstaf, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Voor de parkeerbelasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De parkeerbelasting moet overeenkomstig de aangifte worden betaald uiterlijk op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Het college kan met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting, waaronder begrepen eventuele uitbesteding en digitalisering, nadere regels vaststellen.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 26 maart 2013.
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier,
drs. A.J. van den Brink
de voorzitter,
R.T. Metz
Met het vaststellen van deze belastingverordening wordt de toepassing van betaald parkeren, zoals omschreven in artikel 225, eerste lid, onder b. van de Gemeentewet, in de gemeente Overbetuwe geregeld.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden de in deze verordening gebruikte begrippen omschreven. De begrippen spreken voor zich. Over het bepaalde onder c. parkeren wordt ter toelichting opgemerkt dat parkeerbelastingen uitsluitend betrekking hebben op wegen die openbaar zijn in de zin van de Wegenwet. Dit zijn wegen die niet zijn afgesloten voor het verkeer door fysieke maatregelen of het bord ‘Verboden toegang, artikel 461 Wetboek van strafrecht’. Op wegen met het predicaat ‘eigen weg’is het toepassen van parkeerbelasting uitsluitend mogelijk als daarover afspraken zijn gemaakt tussen gemeente en eigenaar van de betreffende weg.
Zoals uit de omschrijving onder e. vergunning valt op te maken, wordt een zogeheten kraskaart ook onder het begrip vergunning geschaard.
In dit artikel is omschreven welke parkeerbelasting er geheven kan worden.
Dit artikel bepaalt van wie de parkeerbelasting wordt geheven.
Artikel 4 Heffingsmaatstaf, belastingtarief en belastingtijdvak
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel regelt de wijze van heffing voor de parkeerbelasting voor het parkeren krachtens een parkeervergunning. Deze belasting wordt geheven door voldoening op aangifte.
Op grond van artikel 234, derde lid van de Gemeentewet is geen bezwaar mogelijk tegen voldoening van parkeerbelasting op aangifte. Zie ook Hoge Raad 27 juni 2008, nr. 07/10058, LJN: BD5466. Alleen als de wettekst niet duidelijk is kunnen doel en strekking, zoals deze uit de wetsgeschiedenis blijkt, bij de beoordeling worden betrokken. Een bezwaar tegen een voldane parkeerbelasting is daarmee niet-ontvankelijk.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Voor de parkeerbelasting is bepaald dat deze overeenkomstig de aangifte moet worden betaald op het moment dat de vergunning wordt verleend. Dit tijdstip zal meestal zijn gelegen vóór aanvang van het belastingtijdvak waarvoor de vergunning geldt. Voor vervolgaangiften wordt doorgaans gebruik gemaakt van een optisch leesbare acceptgiro. Door ondertekening van de betalingsopdracht doet men aangifte voor het volgende tijdvak. Voor dat tijdvak wordt ook een nieuwe vergunning verleend.
Het zal in weinig gevallen gewenst zijn om van parkeerbelastingen kwijtschelding te verlenen. Ook de heffing door voldoening op aangifte maakt het verlenen van kwijtschelding uitvoeringstechnisch moeilijk, zodat om deze redenen deze bepaling in de verordening is opgenomen.
Artikel 10 Ingangsdatum heffing
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Op grond van dit artikel kan het college nadere regels (algemeen verbindende voorschriften) vaststellen met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelasting. Dat geldt ook voor het eventueel uitbesteden en digitaliseren van het gehele systeem van parkeren voor vergunninghouders.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Tarieventabel 2013 behorende bij de Verordening parkeerbelasting gemeente Overbetuwe 2013
Hoofdstuk 1 Parkeervergunningen
Behoort bij besluit van de gemeenteraad d.d. 26 maart 2013, nr.