Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalwijk

Arbobeleidsplan gemeente Waalwijk 2013-2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingArbobeleidsplan gemeente Waalwijk 2013-2017
CiteertitelArbobeleidsplan gemeente Waalwijk 2013-2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Arbowet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2018nieuwe regeling

26-03-2013

Gemeenteblad, 04-04-2013

2013/026

Tekst van de regeling

Intitulé

Arbobeleidsplan gemeente Waalwijk 2013-2017

 

 

Arbobeleidsplan Gemeente Waalwijk 2013-2017

‘’veiligheid, gezondheid en welzijn’’

 

Inhoudsopgave

Inleiding 3 & 4

1. Uitgangspunten

1.1 Werkgever 5

1.2 Medewerker 5

1.3 Arbocommissie 5

1.4 Speciale doelgroepen 5

2. Doelstellingen en intentieverklaring

2.1 Doelstellingen 6

2.2 Intentieverklaring 6

3. Verantwoordelijkheidsverdeling

3.1 Interne verantwoordelijkheidsverdeling 7 & 8

3.2 Maatwerkregeling 8

3.2.1 Externe verantwoordelijkheidsverdeling 8 & 9

4. Arbobeleidscyclus 10 t/m 12

5. Instrumenten arbobeleidsplan

5.1 Risico- inventarisatie en – evaluatie (RI&E) 13

5.1.1 Plan van aanpak 14

5.2 Ziekteverzuimbeleid 15

5.2.1 Definitie ziekteverzuimbeleid gemeente Waalwijk 15

5.2.2 Doel verzuimbeleid 15

5.2.3 Huidig verzuimbeleid 15

5.2.4 Verantwoordelijkheid 15

5.3 Bedrijfshulpverlening (BHV) 16

5.3.1 BHV-beleid 16

5.3.2 BHV-plan 16

5.3.3 Functies BHV 17

5.3.4 Gecertificeerde BHV’ers 17

5.3.5 Ontruimingsoefening 17

5.4 Preventiemedewerker Arbo 18

5.5 Vertrouwenspersoon 18

5.5.1 Psychosociale arbeidsbelasting 19

5.6 Bedrijfsmaatschappelijk werk 19

5.7 Preventief Medisch Onderzoek (PMO) 19 & 20

5.8 Agressieprotocol 20

5.9 Integriteitsbeleid 20

5.10 Gezonde werkplek 20

5.10.1 Werkplekonderzoek 21

5.11 Bedrijfsfitness & zwemabonnement 21

5.12 Arboplan afdeling Bedrijven

5.12 Arbocatalogus 21 & 22

6. Uitvoeringsplan 23

 

Inleiding

Werkgevers, medewerkers en de overheid hebben een groot gemeenschappelijk belang bij goede arbeidsomstandigheden. De werkgever is verantwoordelijk voor het veilig en gezond kunnen werken van de medewerkers. De medewerker is verantwoordelijk om de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen en zorg te dragen voor de eigen veiligheid en gezondheid én die van anderen. De overheid stelt wettelijke regels op met betrekking tot de gezondheid, veiligheid en welzijn van de medewerkers. Deze wettelijke regels zijn terug te vinden in de Arbowet.

Om aan de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de werkgever (de gemeente Waalwijk), de medewerkers en de overheid te kunnen voldoen is het arbobeleidsplan opgesteld. Het hoofddoel is een beleid voeren op het gebied van de veiligheid, gezondheid en het voorkomen en beheersen van psychosociale arbeidsbelasting van de medewerkers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten (vastgesteld in artikel 3 lid 1 Arbowet).

De intentie van het arbobeleidsplan is het zorgen voor een volwaardig, aan de wettelijke eisen tegemoetkomend beleid ten aanzien van zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn van de medewerkers bij de gemeente Waalwijk. Dit arbobeleidsplan is een handvat voor de uitvoering van het arbobeleid en kan gezien worden als ‘’kapstok’’ voor al eerder opgestelde beleidsplannen met betrekking tot arbo, zoals hieronder is weergegeven. De gemeente Waalwijk en al haar medewerkers zijn verplicht vorm te geven aan een continue en gestructureerde zorg voor de uitvoering van het arbobeleid. Dit beleidsplan legt de basis hiervoor formeel vast.

Het arbobeleidsplan is in eerste instantie bedoeld voor degenen die het uitvoeren en toetsen. Dit zijn de directie, alle leidinggevenden en de ondernemingsraadleden. Met dit plan moet duidelijk worden wat er van iedereen verwacht wordt en wie welke rol speelt bij de uitvoering. In tweede instantie is het arbobeleidsplan bedoeld voor alle medewerkers van de gemeente Waalwijk.

Het arbobeleidsplan kent een geldigheidsduur van vijf jaar, namelijk van 1 januari 2013 tot en met eind januari 2017, tenzij een wetswijziging of interne factoren aanleiding geven om het plan eerder aan te passen.

Per jaar wordt er een uitvoeringsplan opgesteld met concrete plannen op arbo-gebied. De aspecten die vernoemd worden in het arbobeleidsplan zullen per jaar meegenomen worden in dit uitvoeringsplan.

Voor iedere medewerker binnen de gemeente Waalwijk moet het arbobeleidsplan toegankelijk zijn, daarom wordt het intern aan de leidinggevende en HRM-adviseurs verspreid. Daarnaast komt het op intranet, zodat het toegankelijk is voor alle medewerkers binnen de gemeente Waalwijk.

Het arbobeleidsplan is opgesteld door de preventiemedewerker Arbo en gaat ter goedkeuring naar het Directie Team. Waarnaar het vastgesteld wordt door het college. Daarna zal het beleid ter informatie naar de ondernemingsraad gaan.

Er is reeds een arboplan ten behoeve van de afdeling Bedrijven goedgekeurd. Dit plan bestaat uit twee onderdelen, namelijk de persoonlijke beschermingsmiddelen en de praktijkopleidingen.

In hoofdstuk 1 zijn de uitgangspunten met betrekking tot het arbobeleidsplan terug te vinden. Daarna zijn in hoofdstuk 2 de doelstellingen en de intentieverklaring beschreven. Hoofdstuk 3 geeft de verantwoordelijkheidsverdeling weer. Hoofdstuk 4 beschrijft de arbobeleidscyclus. De instrumenten van het arbobeleidsplan komen in hoofdstuk 5 aan bod. In hoofdstuk 6 is het uitvoeringsplan beschreven.

 

1. Uitgangspunten

De wettelijke regels met betrekking tot arbeidsomstandigheden zijn uitgewerkt in de Arbowet. De Arbowet is een raamwet en geeft in hoofdlijnen de verplichtingen weer van zowel de werkgever als de medewerker.

1.1 Werkgever

De Arbowet geeft aan dat de werkgever een arbobeleid moet uitvoeren. Dit houdt meer in dan het treffen van losse maatregelen als er problemen zijn. Beleid is erop gericht problemen in de toekomst te voorkomen. Dit kan alleen door samenhangende maatregelen te nemen, door vooruit te kijken en door de oorzaken van problemen te achterhalen en aan te pakken.

1.2 Medewerker

Naast de verplichtingen van de werkgever, heeft elke medewerker een eigen verantwoordelijkheid om de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen, door zorg te dragen voor de eigen veiligheid en gezondheid.

Medewerkers spelen een belangrijke rol in het arbobeleidsplan en daarom is het belangrijk dat er onder de medewerker draagvlak wordt gecreëerd. Als medewerkers zich betrokken voelen, zelf problemen signaleren en oplossingen aandragen en zich verantwoordelijk voelen voor veilig, gezond en prettig werken, zal het arbobeleidsplan meer effectiviteit hebben.

1.3 Arbocommissie

De arbocommissie is een adviescommissie van de ondernemingsraad. Als enige adviescommissie heeft zij alle taken en bevoegdheden vanuit de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Dit houdt in dat zij zelfstandig met de bestuurder overlegt over alle zaken die te maken hebben met de arbeidsomstandigheden van de medewerkers.

De arbocommisie komt minimaal vier keer per jaar bijeen. Tijdens dit overleg is ook minimaal twee keer per jaar de preventiemedewerker Arbo aanwezig.

1.4 Speciale doelgroepen

Speciale doelgroepen hebben vanuit de arbowetgeving speciale arbo-aandacht nodig. De speciale doelgroepen met de extra aandacht bij de gemeente Waalwijk zijn:

  • ·

    Nieuwe medewerkers: worden tijdens de introductiefase geïnformeerd over het arbobeleidsplan.

  • ·

    De oudere medewerker: er is een demotiebeleid opgesteld met als doel medewerkers binnen de organisatie te houden, zodat zij niet vroegtijdig uitvallen of met pensioen gaan.

  • ·

    Minder validen: voldoende aandacht voor de arbeidsomstandigheden en zo nodig specifieke aanpassingen aanbrengen.

  • ·

    Jeugdigen: werken alleen onder toezicht van een volwassen medewerker en krijgen een specifieke mondelinge instructie door een van de medewerkers. Worden bij indiensttreding geïnformeerd over het arbobeleidsplan.

  • ·

    Zwangere: voldoende aandacht voor arbeidsomstandigheden en zo nodig specifieke aanpassingen aanbrengen (met name gezien de lichamelijke belastende werkzaamheden).

  • ·

    Inhuurkrachten: informeren over arbobeleidsplan, zoveel mogelijk betrekken bij de organisatie, contact houden met de inhuurkrachten en informatie van de inhuurkrachten verzamelen.

2. Doelstellingen en intentieverklaring

De gemeente Waalwijk is zich bewust van het belang van optimale arbeidsomstandigheden voor haar medewerkers. Door het opstellen van een beleid en de uitvoering van dit arbobeleidsplan wordt er naar gestreefd tenminste te voldoen aan de eisen en afspraken zoals deze zijn opgenomen in de regelgeving ter zake arbeidsomstandigheden zoals vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbobesluit, de Arboregeling en de Arbobeleidsregels.

2.1 Doelstellingen

  • ·

    Het bevorderen, optimaliseren en waarborgen van de arbeid in de organisatie, zodat daarvan geen nadelige invloed uitgaat op de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de medewerkers.

  • ·

    Het als goed werkgever op een efficiënte en effectieve manier risico’s en knelpunten opsporen, zodat een gevaarlijke situatie wordt voorkomen, dan wel beperkt.

  • ·

    Het creëren van een positief imago voor het werven en behouden van personeel.

  • ·

    Het waarborgen van de arbobeleidscyclus.

  • ·

    Het bieden van een goede dienstverlening aan burgers middels optimale arbeidsomstandigheden.

  • ·

    Met arbo, verzuim en re-integratie als beleidsbegeleiding een serieuze plek in het algehele organisatiebeleid consolideren. Anderen enthousiasmeren en inspireren ten aanzien van het nut en de noodzaak van een goed arbo, verzuim en re-integratiebeleid.

2.2 Intentieverklaring

Hierbij verklaart de gemeente Waalwijk dat zij zich bij het voorbereiden en uitvoeren van het arbobeleidsplan, zal laten leiden door de volgende uitgangspunten:

  • ·

    Het naleven van de verplichtingen uit de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en nadere regelgeving.

  • ·

    Het erkennen van zorgplicht voor goede arbeidsomstandigheden. Daarnaast wordt er een actief arbobeleid uitgeoefend en wordt de veiligheid, gezondheid en het welzijn gewaarborgd van de medewerkers (en derden).

  • ·

    Het belang onderkennen voor het treffen van maatregelen, het aanwenden van middelen, het verzorgen van voorlichting / instructies en het houden van toezicht.

  • ·

    Overleg voeren met de ondernemingsraad en/of de arbocommissie, bij de voorbereiding en uitvoering van het arbobeleid.

  • ·

    Streven naar het realiseren van goede arbeidsomstandigheden. Op deze manier wordt voor elke medewerker inzicht gegeven hoe de gemeente Waalwijk de arbeidsomstandigheden wil handhaven en/of verbeteren.

     

3. Verantwoordelijkheidsverdeling

De beschrijving van de verantwoordelijkheidsverdeling geeft in grote lijnen weer wie er zowel intern als extern bij het arbobeleidsplan betrokken zijn en vanuit welke positie.

3.1 Interne verantwoordelijkheidsverdeling

De zorg en naleving van goede arbeidsomstandigheden is een zaak van de werkgever en de medewerker. Het is de taak van de werkgever om een bijdrage te leveren aan, en toezicht te houden op, het realiseren van de taak- en doelstellingen van het arbobeleid.

  • ·

    College: stelt het arbobeleidsplan vast.

  • ·

    Directie Team (DT): geeft goedkeuring voor het arbobeleidsplan.

  • ·

    Management Team (MT): behandelt, beslist en adviseert over organisatie brede vraagstukken. Als het gaat over organisatie brede arbeidsomstandigheden, of omvangrijke, dure individuele aanpassingen en investeringen wordt dit advies in het MT behandeld.

  • ·

    Leidinggevende: is het eerste aanspreekpunt voor medewerkers met betrekking tot alle arbo-gerelateerde zaken. De leidinggevende is verantwoordelijk voor de concrete vormgeving en uitvoering van het arbobeleidsplan. Daarbij worden de leidinggevenden ondersteund door de HRM-adviseurs, de preventiemedewerker Arbo en de bedrijfsarts. De leidinggevende is verantwoordelijk voor het bespreken van arbozaken in het reguliere afdelingsoverleg.

  • ·

    Medewerkers: zijn verplicht tot de naleving van de regels en afspraken. De medewerkers nemen zelf de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht en dragen naar vermogen zorg voor de eigen veiligheid en gezondheid én die van anderen.

  • ·

    Ondernemingsraad (OR): in artikel 27 lid d. van de Wet op Ondernemingsraden is beschreven dat er advies aan de ondernemingsraad gevraagd moet worden wanneer er een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden wordt vastgesteld. Voor het op – en vaststellen van beleidsplannen is dit niet het geval. Het arbobeleidsplan gaat daarom ter informatie naar de ondernemingsraad.

  • ·

    HRM-adviseurs: adviseren en ondersteunen het management bij de uitvoering van de verschillende arbotaken, specifiek rondom verzuim en re-integratie. Door het monitoren van verzuim worden leidinggevenden geïnformeerd over het ziekteverzuim binnen hun afdeling en worden gestimuleerd om passende maatregelen te nemen. De HRM-adviseurs bewaken de verschillende activiteiten die ondernomen moeten worden bij re-integratie op de werkplek, al dan niet in de eigen functie. Er wordt advies gegeven over de procedures en (wettelijke) voorschriften.

· Het case management: zijn de HRM-adviseurs van de gemeente Waalwijk. Het case management bewaakt de voortgang en neemt acties in het kader van de Wet verbetering Poortwachter. Daarnaast ondersteunt het case management de leidinggevenden en medewerkers waar nodig.

  • ·

    Preventiemedewerker Arbo: draagt zorg voor de dagelijkse veiligheid en gezondheid binnen de organisatie. Naast het bewaken van de uitvoering van de arbobeleidscyclus, heeft de preventiemedewerker Arbo een signalerende, adviserende, informerende en coördinerende rol (Arbowet artikel 13). Er is een nauwe samenwerking met de HRM-adviseurs (voor meer informatie zie paragraaf 5.4).

  • ·

    Vertrouwenspersoon: fungeert als aanspreekpunt bij klachten over psychosociale arbeidsbelasting en begeleid eventuele klachtenprocedure (voor meer informatie zie paragraaf 5.5).

  • ·

    Arbocommissie: is een adviescommissie van de ondernemingsraad. De commissie heeft een belangrijke rol bij de uitvoering van het arbobeleidsplan (voor meer informatie zie paragraaf 1.3).

  • ·

    Team Ondersteuning:is verantwoordelijk voor de opstelling en de uitvoering van het BHV-beleid. Hiervoor werkt team Ondersteuning samen met de preventiemedewerker Arbo.

Tevens krijgen de medewerkers van team Ondersteuning de opdracht van de preventiemedewerker Arbo tot aanpassing van de werkplek en daarnaast hebben zij een adviserende rol met betrekking tot technische vraagstukken.

 

3.2 Maatwerkregeling

De Arbowet verplicht elke werkgever in Nederland zich deskundig te laten ondersteunen bij het opstellen en uitvoeren van het arbobeleid.

Sinds de aanpassing van de wet in 2005 mag iedere organisatie zelf bepalen hoe en met wie de (preventieve) begeleiding van verzuim wordt geregeld. De verplichte aansluiting bij de arbodienst geldt niet meer wanneer er aan de regels van de maatwerkregeling wordt voldaan (artikel 14 van de Arbowet).

Sinds de aanpassing van de wet is er meer keuzevrijheid en beslist de gemeente Waalwijk zelf hoe en met wie het arbobeleid wordt aangepakt. Met de maatwerkregeling wordt de gemeente in staat gesteld om meer taken op eigen locatie en onder eigen regie uit te voeren.

 

3.2.1 Externe verantwoordelijkheidsverdeling

Vanuit de maatwerkregeling kunnen de volgende externe verantwoordelijke partijen worden beschreven voor de gemeente Waalwijk:

  • ·

    Gecertificeerde kerndeskundigen: staan de gemeente bij door adviezen te geven, arbeidsomstandigheden te verbeteren en begeleiding te bieden bij ziekte van medewerkers. De gemeente Waalwijk heeft zelf de keus welke deskundige zij inhuren. Dit kunnen de volgende gecertificeerde kerndeskundigen zijn:

    • -

      bedrijfsarts;

Ondersteunt leidinggevenden door het begeleiden van, en adviseren over een zieke medewerker en begeleidt mede het re-integratietraject. De bedrijfsarts stelt de medische beperkingen in relatie tot de arbeids(on)geschiktheid van een medewerker vast.

-arbeidshygiënist;

Het specifieke terrein van de arbeidshygiënist is het in kaart brengen van risicofactoren voor de fysieke gezondheid van medewerkers in de organisatie. De arbeidshygiënist weet welke factoren de fysieke gezondheid negatief kunnen beïnvloeden.

  • -

    veiligheidskundige;

    De veiligheidskundige beschikt over een technische of natuurwetenschappelijke

    achtergrond en is in staat strategisch te adviseren, hierbij rekening houdend met klant-

    en organisatiekenmerken.

  • -

    arbeids- en organisatiedeskundige

De arbeids- en organisatiedeskundigen houden zich bezig met de medewerkers en arbeidbinnen een organisatie, bijvoorbeeld op het gebied van ziekteverzuim, leeftijdsfasebewust-beleid en medewerkertevredeneheid. Daarnaast geven zij bijvoorbeeld workshops en

trainingen voor de medewerker en het management, voeren RI&E’s uit en stellen Arbocatalogi op.

·UWV: in het kader van arbo en verzuim is het UWV verantwoordelijk voor het beoordelen van ziekte of arbeidsongeschiktheid en geven een deskundigoordeel in het kader van de Wet verbetering Poortwachter. Er wordt toezicht op de re-integratie-inspanningen van de werkgever en de medewerker gehouden.

Het UWV verstrekt uitkeringen zoals de ziektewet, WAZO, WIA en de IVA.

  • ·

    Arbeidsinspectie: is verantwoordelijk voor:

    • -

      controleren van de arbeidsomstandigheden;

    • -

      controleren van de uitvoering van de Arbowetverplichtingen.

       

4. Arbobeleidscyclus

De Arbowet schrijft op een aantal onderdelen voor hoe de werkgever het arbobeleidsplan binnen de organisatie moet vormgeven. Een van de manieren om vorm te geven aan het arbobeleidsplan is te werken volgens de arbobeleidscyclus. Met de cyclus wordt beoogd om procesmatig en op een beheersbare wijze het arbobeleid binnen de organisatie gestalte te geven waardoor de mogelijkheid ontstaat het beleid op een steeds hoger niveau te brengen.

De gemeente Waalwijk heeft gekozen voor de beleidscyclus welke wordt gevormd door de 5W-methode: 1. Willen 2. Weten 3. Wegen 4. Werken 5. Waken

1. Willen

De gemeente Waalwijk geeft in de intentieverklaring weer waarom het van belang is een arbobeleidsplan op te stellen en uit te voeren.

Directie Team / Managementteam:

- jaarlijks formuleren en vaststellen van meetbare doelen ten behoeve van het uitvoeringsplan.

Preventiemedewerker Arbo:

- opstellen, vaststellen en periodiek evalueren van een beleidsverklaring met betrekking tot de arbeidsomstandigheden, veiligheid, gezondheid en welzijn;

  • -

    opstellen, vaststellen en periodiek evalueren van het arbobeleidsplan waarin de arbobeleidsverklaring nader is uitgewerkt met betrekking tot onder andere de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van management en medewerkers;

  • -

    het jaarlijks formuleren van meetbare doelen met betrekking tot de arbeidsomstandigheden, veiligheid, gezondheid en welzijn van het uitvoeringsplan;

  • -

    verantwoordelijk voor het (laten) actualiseren van de Risico- inventarisatie & Evaluatie.

2. Weten

De start van het arbobeleidsplan kan alleen plaatsvinden als duidelijk is welke arbeidsrisico’s er zijn en hoe deze opgelost kunnen worden.

Preventiemedewerker Arbo:

- inventariseren en adviseren van risico’s op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn;

-wijze van oplossing voor de knelpunten en de daarvoor vereiste (financiële) middelen.

Teamleiders:

- via HRM inschakelen van gecertificeerde kerndeskundigen bij inventarisatie en/of andere knelpunten.

Afdeling HRM:

- inschakelen van gecertificeerde kerndeskundigen ten behoeve van advisering, begeleiding of onderzoek.

3. Wegen

Wanneer alle arbeidsrisico’s in kaart zijn gebracht, dienen ze opgelost te worden. Om een verantwoorde keuze te maken, moet er een weging gemaakt worden. Deze weging leidt tot het stellen van prioriteiten.

Directie Team / Managementteam:

- mogelijkheid tot wijzigen van de prioriteitsstelling en de inzet van middelen.

Preventiemedewerker Arbo:

- monitoren van arbeidsrisico’s en hierover adviezen geven;

- prioriteitsbepaling met betrekking tot de geïnventariseerde risico’s;

- opstellen, toetsen en evalueren van de arbobeleidsstukken.

Ondernemingsraad:

- het arbobeleidsplan en het uitvoeringsplan gaan ter informatie naar de ondernemingsraad.

Teamleiders:

- uitvoeren van het arbobeleidsplan en het uitvoeringsplan.

Externe gecertificeerde kerndeskundige:

- toetsen Risico-inventarisatie en evaluatie.

4. Werken

Aan de hand van het arbobeleidsplan, uitvoeringsplan en de RI&E worden activiteiten ondernomen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren.

Directie Team:

- uitvoering laten geven en het aanleveren van gegevensvoortgang voor het uitvoeringsplan.

Managementteam:

- beoordeling periodieke voortgangsrapportage.

Teamleiders:

- toezicht op de uitvoering van het arbobeleidsplan, uitvoeringsplan en de Risico-inventarisatie en evaluatie.

Preventiemedewerker Arbo:

- samenstellen periodieke voortgangsrapportage;

-verrichten van onderzoek naar de arbeidsrisico’s;

- geven van instructies aan het management en de medewerker met betrekking tot alle arbobeleids- instrumenten.

5. Waken

Bij het onderdeel waken wordt het proces getoetst. Er wordt gecontroleerd of het proces daadwerkelijk op de juiste wijze wordt uitgevoerd.

Directie Team:

- periodieke evaluatie uitvoering en beoordeling van het arbobeleidsplan en het uitvoeringsplan.

Managementteam:

- jaarlijks evaluatie arbobeleidspan en uitvoeringsplan; - vaststellen van het arbojaarverslag.

Preventiemedewerker Arbo:

- opstellen arbojaarverslag.

Ondernemingsraad:

- overleg met betrekking tot arbojaarverslag.

 

5. Instrumenten arbobeleidsplan

Het in werking stellen en houden van de zorg voor de arbeidsomstandigheden bij de gemeente Waalwijk wordt met ondersteuning van de volgende instrumenten gevoerd:

- Risico – inventarisatie en – evaluatie (RI&E);

- ziekteverzuimbeleid;

- bedrijfshulpverlening (BHV);

- preventiemedewerker Arbo;

- vertrouwenspersoon;

- psychosociale arbeidsbelasting;

- bedrijfsmaatschappelijk werk;

- Preventief Medisch Onderzoek (PMO);

- agressieprotocol;

- integriteitsbeleid;

- gezonde werkplek;

- werkplekonderzoek;

- bedrijfsfitness & zwemabonnement;

- Arbocatalogus.

De bovengenoemde instrumenten worden in paragraaf 5.1 tot en met 5.12 verder uitgewerkt.

5.1 Risico – inventarisatie en – evaluatie(RI&E) Bij het uitoefenen van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico’s de arbeid voor de medewerkers met zich mee brengt. Deze risico- inventarisatie en – evaluatie, oftewel de RI&E, bevat tevens een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen en de risico’s voor bijzondere categorieën van medewerkers. Hieronder worden verstaan: nieuwe medewerkers, oudere medewerkers, minder validen, jeugdigen, zwangere en inhuurkrachten (beschreven in Artikel 2, lid 1,hoofdstuk 2. Arbeidsomstandighedenbeleid, van de Arbowet).

Op basis van de RI&E kunnen vervolgonderzoeken worden uitgevoerd om knelpunten nader te objectiveren en te kwantificeren. Hierbij te denken aan bijvoorbeeld:

-metingen van geluid en klimaat;

- het meten van schadelijke gassen, dampen en stoffen;

- ergonomische onderzoeken.

De gevonden knelpunten worden geëvalueerd naar de ernst van het risico en de omvang binnen de gemeente Waalwijk.

Ten aanzien van de noodzaak tot directe aandacht wordt een prioriteitsstelling gemaakt, waarbij voor de afweging de volgende criteria gebruikt worden:

  • -

    het absolute gevaar voor veiligheid, gezondheid en welzijn;

  • -

    het aantal medewerkers dat wordt blootgesteld aan de gesignaleerde belasting;

  • -

    de al gesignaleerde schadelijke effecten.

Voor de uitvoering van de RI&E maakt de gemeente Waalwijk gebruik van een speciaal voor de gemeenten ontwikkelde digitale RI&E via het A+O fonds. Een van de voorwaarden voor het gebruiken van de RI&E Gemeenten is het volgen van een workshop. Er worden geen kosten in rekening gebracht voor het gebruik van de digitale RI&E.

5.1.1 Plan van Aanpak

Met de RI&E is een basis gelegd voor de opstelling van het Plan van Aanpak. In het Plan van Aanpak wordt aangegeven welke maatregelen er genomen zullen worden in het verband met de bedoelde risico’s en de samenhang daartussen. Tevens dient aangegeven te worden in welk termijn de maatregelen worden genomen (Artikel 2, lid 3, hoofdstuk 2. Arbeidsomstandighedenbeleid, van de Arbowet).

Voor de gemeente Waalwijk is de RI&E getoetst door een gecertificeerde kerndeskundige en wordt onder regie van de preventiemedewerker Arbo samen met de desbetreffende maatregelverantwoordelijken uitgevoerd. Indien nodig laten zij zich bij de uitvoering bijstaan door de externe gecertificeerde kerndeskundigen.

In de Arbowet wordt geen termijn vermeld met betrekking tot de geldigheidsduur. Het uitgangspunt is dat het actueel dient te zijn en bijgesteld moet worden als er in de organisatie iets veranderd in de werkmethoden, de arbeidsomstandigheden of bij technische innovaties (denk hierbij aan een verhuizing of nieuwbouw).

5.2 Ziekteverzuimbeleid

In het Arbeidsomstandighedenbesluit (artikel 2.9) is wettelijk vastgelegd de werkgever verplicht is een ziekteverzuimbeleid te voeren.

5.2.1 Definitie ziekteverzuimbeleid gemeente Waalwijk

Het verschijnsel ziekteverzuimbeleid kan grofweg vanuit twee invalshoeken bekeken worden.

Een invalshoek is het verzuim te zien als een verschijnsel, dat zoveel mogelijk beheerst dient te worden. Bij deze zienswijze wordt voornamelijk naar de curatieve maatregelen gegrepen, zoals verzuimcontrole, verzuimbegeleiding, tijdelijke aanpassing van het werk en/of werkomstandigheden en de Wet verbetering Poortwachter.

De tweede invalshoek is om het verzuim te benaderen vanuit de oorzaken, welke aan het verzuim ten grondslag (kunnen) liggen.

Bij deze zienswijze passen preventieve maatregelen, gericht op het voorkomen, traceren en vervolgens wegnemen van oorzaak van het verzuim.

Voornamelijk de arbobeleidscyclus met als kern de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) behoort tot deze categorie, maar ook het werkoverleg en de functioneringsgesprekken.

5.2.2 Doel verzuimbeleid

De gemeente Waalwijk wil door middel van het verzuimbeleid het aanwezigheidspercentage zo hoog mogelijk laten zijn. De gemeente Waalwijk werkt om de volgende redenen aan het verzuimbeleid:

  • ·

    Vanwege het streven naar gemotiveerde medewerkers;

  • ·

    Vanwege interne – en externe klantgerichtheid;

  • ·

    Vanwege goed werkgeverschap;

  • ·

    Vanwege financiële middelen.

5.2.3 Huidig verzuimbeleid

Het is uiteindelijk in het belang van zowel werkgever als medewerker om ziekteverzuim te voorkomen en waar dit onvermijdbaar is de duur ervan te beperken. De gemeente Waalwijk schept als werkgever hiertoe de voorwaarden door het voeren van een verzuimbeleid (vastgesteld op 01-07-2003, update januari 2011).

5.2.4 Verantwoordelijkheid

Voor het opstellen van het ziekteverzuimbeleid zijn de HRM-adviseurs verantwoordelijk. De preventiemedewerkster Arbo is verantwoordelijk voor de preventieve maatregelen met betrekking tot het ziekteverzuimbeleid.

De medewerker is zelf verantwoordelijk voor de eigen gezondheid. Er dient zelf een besluit genomen te worden tot een ziek- of herstelmelding. In het kader van preventie wordt er van de medewerker verwacht dat de knelpunten in de werkomstandigheden, welke kunnen leiden tot ziekte of arbeidsongeschiktheid, worden gemeld aan de leidinggevende.

Tijdens een ziekteverzuimperiode is de leidinggevende het eerste aanspreekpunt. Van de medewerker wordt verwacht dat de leidinggevende voldoende wordt geïnformeerd over alle belang zijnde zaken welke met ziekte en herstel verband houden. Samen met de leidinggevende heeft de medewerker verantwoordelijkheid en zorg voor oorzaken van verzuim die door de organisatie te beïnvloeden zijn.

5.3 Bedrijfshulpverlening (BHV)

Voor het effectief kunnen ingrijpen bij een calamiteit is het noodzakelijk dat er maatregelen getroffen worden waardoor er op een adequate wijze opgetreden kan worden.

De belangrijkste taak van de organisatie bestaat uit het, op verantwoorde wijze, overbruggen van de tijd tussen melding en het arriveren van de ingeroepen, professionele hulpverleners (brandweer, ambulance en politie).

In de Arbeidsomstandighedenwet wordt deze organisatie aangeduid als ‘’Bedrijfshulpverlening (BHV)’’. De verplichtingen als gevolg van de Arbowet houden in het kort samengevat het volgende in: lid 1., sub e, van deze wet zegt dat de organisatie zich dient bij te laten staan door één of meer medewerkers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners. Het verlenen van bijstand houdt in elk geval in, volgens artikel 15 lid 2:

  • a.

    Het verlenen van eerste hulp bij bedrijfsongevallen.

  • b.

    Het beperken en het bestrijden van brand en het voorkomen en beperken vanarbeidsongevallen.

c.Het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle medewerkers en andere personen in het bedrijf of de inrichting.

In artikel 15 lid 3 van de Arbeidsomstandighedenwet, is bepaald, dat de bedrijfshulpverleners beschikken over een zodanige deskundigheid, ervaring en uitrusting, zodat zij de taken naar behoren kunnen vervullen.

5.3.1 BHV-beleid

De Arbowet omschrijft in artikel 23 c, paragraaf 2, de noodzaak van het schriftelijk vastleggen van de bedrijfshulpverleningsorganisatie en welke middelen hen daarbij ten diensten staan.

Bij de uitvoering van bovenstaande verplichting dient de gemeente Waalwijk rekening te houden met artikel 22 en 23 uit het Arbobesluit. In artikel 23 gaat men in op de certificering en taken van BHV’ers. Artikel 22 schrijft voor dat BHV-beleid te allen tijde in overleg met de ondernemingsraad bepaald dient te worden. Vastgesteld wordt dat het BHV- beleid bij wijziging herzien moet worden.

5.3.2 BHV-plan

Voortvloeiend uit het BHV- beleid is er per locatie van de gemeente Waalwijk een BHV-plan opgesteld. Dit is de operationele vertaling van de uitgangspunten in het BHV-beleid en deze dient altijd actueel te zijn. Het Operationeel Hoofd BHV is verantwoordelijk voor het up-to-date zijn van alle BHV- plannen.

Als organisatie levert de gemeente Waalwijk zorg op maat. Het aantal aan te wijzen bedrijfshulpverleners, hun deskundigheid en het ter beschikking stellen van hulpmiddelen zijn derhalve afgestemd op, onder meer, de aard, de grootte en de ligging van de organisatie, de daarin aanwezige risico’s en de beschikbaarheid van de hulpverleningsorganisaties.

Ten behoeve van de medewerker is het BHV-plan in te zien op de afdeling HRM en de afdeling Facilitaire Zaken. Daarnaast hangt op elke afdeling een vluchtwegtekening en een tekening van wat te doen bij brand, ontruiming of een ongeval.

5.3.3 Functies BHV

Binnen de BHV-organisatie bestaan, conform het organisatieschema, verschillende functies. Deze hebben zowel een hiërarchische als een functionele relatie tot elkaar.

De verschillende functies zijn:

  • -

    Hoofd BHV;

  • -

    Operationeel Hoofd BHV;

  • -

    Locatieverantwoordelijke BHV;

  • -

    Ploegleider BHV;

  • -

    Bedrijfshulpverlener;

  • -

    Preventiemedewerker Arbo.

Iedere functie binnen de BHV-organisatie heeft specifieke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Deze zijn terug te vinden in het Beleidsplan BHV.

5.3.4 Gecertificeerde BHV’ers

Alle BHV-ers dienen te voldoen aan het gestelde opleidings – en oefenplan. De scholing -en oefenkosten worden volledig vergoed door de gemeente Waalwijk. De BHV-ers zijn zelf verantwoordelijk voor de juiste kennis en vaardigheden. Dit dient aantoonbaar te zijn middels diploma’s en / of herhalingscertificaten. De gemeente als werkgever, biedt de opleidingen en oefeningen zo aan dat eenieder hieraan kan deelnemen.

Onder diploma’s wordt verstaan; diploma’s uitgegeven door het Nederlands Instituut Bedrijfshulpverlening (NIBHV), de Nederlandse Vereniging voor Bedrijfshulpverlening (NVB) of het diploma van een, door het NIBHV erkend, opleidingsinstituut.

De opleidende instantie dient het keurmerk NIBHV te dragen en erkend te zijn door de Nederlandse Reanimatieraad en het Oranje kruis.

Het Operationeel Hoofd BHV zorgt voor een periodiek scholing- en oefenprogramma.

5.3.5 Ontruimingsoefening

Oefenen is van belang voor het goed kunnen optreden op het moment dat de situatie daar om vraagt. Periodiek oefenen geeft routine, herkenning, afstemming en vertrouwen voor die momenten waarop het noodzakelijk is om op te treden om de gevolgen van een calamiteit te minimaliseren. Conform de afspraken in het reglement BHV moet iedere BHV –er minimaal één keer per jaar deel nemen aan een ontruimingsoefening. Dit naast de reguliere herhalingsopleiding.

5.4 Preventiemedewerker Arbo

De preventiemedewerker Arbo draagt zorg voor de dagelijkse veiligheid en gezondheid binnen de organisatie. Naast het bewaken van de uitvoering van de arbobeleidscyclus, heeft de preventiemedewerker Arbo een signalerende, adviserende, informerende en coördinerende rol (Arbowet artikel 13). Er is een nauwe samenwerking met de HRM-adviseurs en leidinggevenden.

De functie-inhoud van de preventiemedewerker Arbo kent drie hoofdtaken met daaronder verschillende neven taken, namelijk:

  • 1.

    Ontwikkelen van het beleid met betrekking tot arbo

    • -

      het verrichten van onderzoek, volgen en evalueren van ontwikkelingen;

    • -

      vertalen van de ontwikkelingen in voorstellen en notities;

    • -

      adviseren van het management;

    • -

      het afstemmen met derden en participeren in werk -/ project -/ overleggroepen.

  • 2.

    Opstellen en implementeren van een Arbo-zorgsysteem - initiëren van risico inventarisaties;

    • -

      regisseren bij het opstellen van de risico – inventarisatie en – evaluaties (RI&E);

    • -

      opstellen van het plan van aanpak en jaarplan met betrekking tot arbo en het verzorgen van de voortgangsbewaking;

    • -

      beheren van de arbo-beleidscyclus, - handboek en registratie;

    • -

      het opstellen van regelingen en procedures en actualiseren van deze regelingen.

  • 3.

    Zorgdragen voor voorlichting en advies met betrekking tot arbo

    • -

      adviseren het management over de opzet en de uitvoering van de arbobeleidscyclus;

    • -

      het aanspreekpunt voor medewerkers, management en ondernemingsraad op het gebied van arbo;

    • -

      initiëren en begeleiden van voorlichtingen / activiteiten met betrekking tot arbo- regelgeving en werkplekbeoordeling;

    • -

      het geven van instructies aan medewerker en het management met betrekking tot (beeldscherm) ergonomie, gevaarlijke stoffen, gebruik werktuigen, machines e.d.;

    • -

      onderhouden van contacten met bedrijfsarts en externe deskundigen;

    • -

      coördineren van vragen aan externen op het gebied van arbo.

5.5 Vertrouwenspersoon

In het kader van het beleid met betrekking tot ongewenste omgangsvormen wordt aan medewerkers de mogelijkheid geboden zich in de voorkomende gevallen te wenden tot de vertrouwenspersoon. Hieraan ligt de regeling ‘ongewenst gedrag op de werkplek’ ten grondslag. Deze regeling is te vinden op intranet en toegankelijk voor alle medewerkers.

De vertrouwenspersoon lost een probleem niet op, maar is er op de eerste plaats om de medewerker op te vangen, te begeleiden en te ondersteunen. De vertrouwenspersoon houdt daarbij alleen rekening met het belang van de betreffende medewerker.

Er wordt niets gedaan zonder dat de medewerker dat wil en er wordt in vertrouwen omgegaan met de informatie, waarbij de anonimiteit van de melder wordt gegarandeerd. Er is zowel intern als extern een vertrouwenspersoon aangesteld. De medewerker heeft zelf de keus om te kiezen voor de interne of externe vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon kan daarbij ook de keus maken om de medewerker door te verwijzen naar de externe vertrouwenspersoon.

5.5.1 Psychosociale arbeidsbelasting

Medewerkers van de gemeente Waalwijk kunnen in aanraking komen met alle vormen van (seksuele) intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie. Dit kan lijden tot letsel, schade, psychische gevolgen en gevoelens van onveiligheid. Deze gevolgen van psychosociale arbeidsbelasting kunnen het functioneren van de medewerker belemmeren en effect hebben op de arbeidsverhoudingen. Uiteindelijk kan het op den duur leiden tot ziekteverzuim, WIA-instroom of verloop van personeel. Wanneer een medewerker met een van de vier vormen van psychosociale arbeidsbelasting, (seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie), te maken krijgt, kan er contact opgenomen worden met de vertrouwenspersoon.

5.6 Bedrijfsmaatschappelijk werk

Bij werkgerelateerde problemen kunnen zowel medewerkers als leidinggevenden via de bedrijfsarts een verwijzing vragen voor een intake bij bedrijfsmaatschappelijk werk.

Na de intake wordt er overlegd in hoeverre een vervolg traject zinvol is. Wanneer een vervolgtraject van maximaal 5 gesprekken zinvol is zal er vooraf toestemming gevraagd worden aan de afdeling HRM (in verband met het budget).

De medewerker bepaalt zelf waar de prioriteit moet liggen en blijft verantwoordelijk voor de keuzes die gemaakt worden. Deze gesprekken zijn vertrouwelijk. Zonder overleg met de medewerker zal geen inhoudelijke informatie aan derden worden verstrekt. Door middel van intake rapportage en afsluitrapportage zal er een terugkoppeling plaatsvinden.

Bij ziekteverzuimbegeleiding kan bedrijfsmaatschappelijk werk door de bedrijfsarts ingeschakeld worden. De behandeling/ begeleiding vindt dan plaats in nauwe samenwerking met de doorverwijzende bedrijfsarts en tevens met de leidinggevende van de medewerker en/of een HRM-adviseur.

De bedrijfsmaatschappelijk werker is niet in dienst van de gemeente en heeft hierdoor een onafhankelijke positie binnen de gemeente Waalwijk.

5.7 Preventief Medisch Onderzoek (PMO)

Het PMO is gebaseerd op de Arbowet, artikel 18: de werkgever stelt de medewerkers periodiek in de gelegenheid een onderzoek te ondergaan, dat erop is gericht de gezondheidsrisico’s op het werk, zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Een PMO is erop gericht de risico’s die de arbeid voor de gezondheid van de medewerkers met zich mee brengt zoveel mogelijk te voorkomen, vroegtijdig te signaleren of te beperken.

Bij het PMO gaat het om een beoordeling van alle gezondheidsaspecten die in verband staan met het type werkzaamheden dat de medewerker verricht. Naar aanleiding van het onderzoek vindt een advies plaats. Dit kan zowel op individueel niveau als op niveau van de organisatie zijn. Hierbij te denken aan de aanpassingen van arbeidsomstandigheden, de werkwijze, eigen gedrag of het geven van voorlichting.

De gemeente Waalwijk is verplicht om de medewerkers de mogelijkheid te bieden, aan een onderzoek mee te doen. De medewerker mag zelf kiezen of hiervan gebruik wordt gemaakt. Voor deze methode is gekozen, omdat de gemeente het van belang vindt, dat de medewerkers zelf bewust en verantwoordelijk zijn voor hen eigen gezondheidstoestand.

Minimaal een keer in de vier jaar ontvangen de medewerkers digitaal een vragenlijst met betrekking tot de gezondheid in relatie tot het werk, hierbij te denken aan werkdruk, agressie, geweld, fysieke belasting en KANS (= klachten aan armen, nek en schouder).

Het invullen van deze vragenlijst is op vrijwillige basis. Uit deze vragenlijst komt per medewerker een resultaat. De ingevulde resultaten zijn alleen door de bedrijfsarts te zien. De bedrijfsarts bepaald in overleg met de gemeente Waalwijk welke medewerkers er daadwerkelijk worden uitgenodigd voor het Preventief Medisch Onderzoek. De organisatie ontvangt alleen het resultaat op groepsniveau.

5.8 Agressieprotocol

De algemene norm die de gemeente Waalwijk hanteert bij agressie en geweld is de zero tolerance norm: agressie is nooit en in geen enkele situatie te tolereren. Om agressie goed aan te kunnen pakken bij de gemeente, is een strenge aanpak noodzakelijk waarbij één gezamenlijke grens van belang is. Op deze manier doet de gemeente als werkgever het uiterste best om de veiligheid van de medewerkers te waarborgen.

Er is een agressieprotocol opgesteld. Het doel van deze protocol is om een praktisch en actiegericht instrument te bieden aan de medewerkers. Hiermee kan op een goede en efficiënte wijze worden omgegaan met incidenten op het gebied van agressie en geweld, gericht op de medewerkers en gepleegd door personen die niet werkzaam zijn bij de gemeente Waalwijk. Door middel van het protocol wil de gemeente agressie en geweld tegen de medewerkers bestrijden en het aantal incidenten verminderen. Het protocol is te vinden op intranet.

Tevens wordt er een agressieregistratiesysteem gehanteerd, welke wordt bijgehouden door de preventiemedewerker Arbo. Hierbij worden de vormen van agressie binnen de gemeente Waalwijk bijgehouden en vervolgens geanticipeerd. Het systeem heeft als doel dat er inzicht wordt verkregen in de vorm en frequentie van agressie en geweld waarna er passende maatregelen kunnen worden genomen.

5.9 Integriteitsbeleid

De gemeente Waalwijk wil een integere organisatie zijn, waar heldere afspraken geleden. Dit wordt bereikt met het integriteitsbeleid. Dit beleid is gebaseerd op respectvol, open en eerlijk handelen. Een beleid met de juiste procedures, regels en protocollen. Tevens is er in het beleid ruimte voor de medewerkers om zelf te beoordelen wanneer integriteit in het geding is en hoe daarmee om wordt gegaan.

Het op een integere manier je werk doen, is niet alleen ‘niet frauderen’. Het betekent ook dat medewerkers bewust zijn van de professionele verantwoordelijkheid, kwalitatief hoogwaardige dienstverlening, effectiviteit en efficiënte.

Het verwijst naar (professionele) verantwoordelijkheid van de medewerkers: je doet waarvoor je bent aangesteld en je staat voor wat je doet.

Dit kan gekoppeld worden aan de kernwaarden van samenwerken, open houding, consistent, verbeteringsgerichtheid en klantgericht van de gemeente Waalwijk.

5.10 Gezonde werkplek

Een goede werkplek en werkhouding kunnen klachten en problemen voorkomen. Wanneer een medewerker werk gebonden problemen of klachten ervaart, dient de medewerker de leidinggevende hierover te informeren. De leidinggevende kan contact opnemen met de preventiemedewerker Arbo, waarnaar er (eventuele) afspraken en aanpassingen gemaakt kunnen worden. Op intranet zijn diverse documenten terug te vinden met betrekking tot een gezonder werkplek.

5.10.1 Werkplekonderzoek

Een werkplekonderzoek bestaat uit een inventarisatie van de werkplek en werkomgeving en een individueel werkplekadvies over werkhouding en bewegingsgedrag. Omdat iedereen anders beweegt en ontspant wordt hier rekening mee gehouden bij het instellen van de werkplek.

Het onderzoek wordt op verzoek van de leidinggevende individueel uitgevoerd door de preventiemedewerker Arbo. Het werkplekonderzoek wordt middels een rapportage afgesloten waarin adviezen worden gegeven aan de medewerker. Deze adviezen zijn niet dwingend, doch dienen daar waar mogelijk opgevolgd te worden om de klachten te reduceren.

Wanneer het nodig is kan een specifieke externe expert (bijvoorbeeld een ergotherapeut) worden ingeschakeld.

5.11 Bedrijfsfitness & zwemabonnement

De Gemeente Waalwijk stimuleert medewerkers om mee te doen aan onder andere bedrijfsfitness en het abonneren op een zwemabonnement. Bedrijfsfitness en het abonneren op een zwemabonnement kunnen onder andere een bijdrage leveren aan lager ziekteverzuim, meer arbeidsproductiviteit, betere prestaties en minder verloop. De gemeente heeft een overeenkomst met een sportschool gesloten, waardoor het mogelijk is om tegen een gereduceerd tarief te fitnessen. Voor aanmelding van bedrijfsfitness is een aanmeldingsformulier te vinden op intranet. Wanneer de medewerker na een maand niet verschijnt wordt de deelname automatische beëindigd. Medewerkers kunnen daarnaast gratis gebruik maken met een speciale personeelspas van het Olympiabad te Waalwijk. Voor aanmelding van een zwemabonnement is een aanmeldingsformulier te vinden op intranet.

5.12 Arboplan afdeling Bedrijven

Voor de afdeling Bedrijven, bestaande uit team Buitendienst en team Sportbedrijf, zijn reeds de arboplannen opgesteld. Beide teams hebben een eigen arboplan. In deze arboplannen is gekozen om de organisatie rondom de persoonlijke beschermingsmiddelen en praktijkopleidingen vast te stellen en vast te leggen. In de arboplannen wordt per functie vastgesteld welke persoonlijke beschermingsmiddelen medewerkers nodig hebben en welke praktijkopleidingen verplicht zijn, afhankelijk zijn van werkzaamheden en welke opleidingen geadviseerd worden.

5.13 Arbocatalogus

In de arbocatalogus beschrijven werkgevers en medewerkers op eigen initiatief hoe ze zullen voldoen aan doelvoorschriften van de overheid voor veilig en gezond werken. De catalogus gaat concreet in op technieken en manieren, goede praktijken, normen en praktische handleidingen voor veilig en gezond werken. Het A+O fonds Gemeenten stelt de arbocatalogi op voor de sector gemeenten.

Het Ministerie van SZW bekijkt of de Arbocatalogus de juiste en voldoende oplossingen voor risico’s biedt, niet strijdig is met de wet, of de opstellers de werkgevers en medewerkers uit de sector vertegenwoordigen en voor welk werkgebied (branche / groep bedrijven) de catalogus bedoeld is.

De gemeente Waalwijk stelt zich ten doel de arbocatalogi die door het A+O fonds worden uitgegeven op te volgen. Na uitgifte van een goedgekeurde arbocatalogus zal worden bezien in hoeverre de inhoud van de arbocatalogus overeenkomt met het huidige beleid. Zo nodig zal op basis van de beleidsevaluatie aanpassingen worden doorgevoerd die ertoe leiden dat de inhoud van de catalogus uiteindelijk kunnen worden nageleefd.

Op dit moment zijn de volgende arbocatologi opgesteld en vastgesteld:

  • -

    agressie en geweld;

  • -

    beeldschermwerk en werken in een e-gemeente;

    - fysieke belasting;

    - gezond organiseren (werkdruk).

     

6. Uitvoeringsplan

Per jaar wordt er een uitvoeringsplan opgesteld met concrete plannen op arbo-gebied. De aspecten die vernoemd worden in het arbobeleidsplan zullen per jaar meegenomen worden in dit uitvoeringsplan.

Het uitvoeringsplan wordt opgesteld door de preventiemedewerker Arbo en gaat ter goedkeuring naar het Directie Team. Daarna zal het uitvoeringsplan ter informatie naar de ondernemingsraad gaan.

Wanneer het uitvoeringsplan is vastgesteld, worden de concrete plannen besproken met de teamleiders. De medewerkers worden via intranet en het regulier afdelingsoverleg op de hoogte gesteld van het uitvoeringsplan.

Op 1 januari 2018 wordt een nieuwe arbobeleidsplan geïntroduceerd, tenzij er geen eerdere wetswijzigingen of interne factoren de aanleiding gegeven hebben om het plan eerder aan te passen.