Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tubbergen

Besluit van het college tot aanwijzing van belastingambtenaren jegens wie mede bepaalde verplichtingen gelden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTubbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college tot aanwijzing van belastingambtenaren jegens wie mede bepaalde verplichtingen gelden
CiteertitelBesluit van het college tot aanwijzing van belastingambtenaren jegens wie mede bepaalde verplichtingen gelden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet waardering onroerende zaken, art. 31
  2. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 56
  3. Invorderingswet 1990, art. 63
  4. Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen, art. 2:1
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2003Nieuwe regeling

17-12-2002

Gemeenteblad 2003, 8

2003.03

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college tot aanwijzing van belastingambtenaren jegens wie mede bepaalde verplichtingen gelden

Het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen;

gelet op de artikelen 231 en 246a van de Gemeentewet, de artikelen 30 en 31 van de Wet waardering onroerende zaken, artikel 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 63 van de Invorderingswet 1990 en artikel 2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen;

b e s l u i t:

onder intrekking van het besluit van 6 juni 2000, nr. 2000.05,

  • I.

    I aan te wijzen de volgende gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet:

    • a.

      de fiscaal-juridisch beleidsmedewerker;

    • b.

      de medewerker Financiën en Belastingen;

    • c.

      de administratief medewerkers belastingen;

    • d.

      de kassier;

    • e.

      de belastingdeurwaarder;

  • II.

    II aan te wijzen de volgende personen, jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49, 50, 51 en 53a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 31 van de Wet waardering onroerende zaken:

    • a.

      de fiscaal-juridisch beleidsmedewerker;

    • b.

      de administratief medewerkers belastingen;

    • c.

      de taxateur.

  • III.

    Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2003.

 

Tubbergen, 17 december 2002

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOORNOEMD,

de secretaris, de burgemeester,

drs. ing. G.B.J. Mensink, mr. M.K.M. Stegers,