Organisatie | Zuidhorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Protocol huisbezoeken |
Citeertitel | Protocol huisbezoeken |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-04-2013 | 01-01-2021 | Onbekend | 09-04-2013 Westerkwartier, 17-04-2013 | Geen |
Inwerkingtreding “Wet huisbezoeken”
Per 1 januari 2013 is de “wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek” inwerking getreden. In dit stuk zal verder worden gesproken “Wet huisbezoeken”.
Er zijn drie soorten huisbezoeken te onderscheiden:
Huisbezoek in het kader van dienstverlening Hierbij kan gedacht worden aan huisbezoeken bij de burger die door fysieke- of gezondheidsproblemen niet de mogelijkheid heeft om de gemeente te bezoeken. In dergelijke gevallen zal het huisbezoek niet het doel hebben om de leefsituatie te verifiëren of op fraude te controleren. De Algemene wet op het binnentreden (AWBI) is wel van toepassing, waardoor legitimatie en toestemming voorafgaand aan het betreden van de woning een vereiste is.
Huisbezoek bij vermoeden van fraude Indien er een redelijk vermoeden van fraude is ontstaan geeft artikel 53 a WWB de mogelijkheid om om de door de belanghebbende verstrekte inlichtingen m.b.t. zijn woon- en leefsituatie te controleren d.m.v. een huisbezoek. De belanghebbende heeft volgens artikel 17 lid 2 WWB een “meewerkplicht”. Het niet meewerken aan een huisbezoek bij een redelijk vermoeden van fraude leidt tot het afwijzen van een aanvraag WWB of het intrekken van het recht op bijstand.
Huisbezoek ter verificatie van de rechtmatigheid van de uitkering De Wet huisbezoeken richt zich specifiek op het huisbezoek ter verificatie van de door de belanghebbende verstrekte inlichtingen, waarbij geen vermoeden van fraude aanwezig is. De wet huisbezoeken geeft in dat geval meer mogelijkheden doordat er gevolgen zijn voor de uitkering als door weigering van een huisbezoek de leefsituatie van de belanghebbende en daarmee de rechtmatigheid van de verstrekking van een uitkering of de hoogte daarvan niet vast te stellen is. Artikel 53 a WWB geeft het college de bevoegdheid om de belanghebbende te verzoeken om aan te tonen dat:
Het afleggen van een huisbezoek wordt aangemerkt als een ingrijpende inbreuk op de privacy van de belanghebbende. In verschillende verdragen en wetten zijn daarom diverse bepalingen opgenomen ter bescherming van die privacy van de belanghebbende, zoals het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, de Grondwet, de Algemene wet op het binnentreden, de Awb en jurisprudentie over het middel “huisbezoek” .
Uit jurisprudentie van de CRvB blijkt dat een huisbezoek ter vaststelling of er recht op uitkering bestaat een inbreuk vormt op de persoonlijke levenssfeer als bedoeld in artikel 8 EVRM en artikel 10 lid 1 Grondwet. Indien de bijzondere omstandigheden van het geval dit noodzakelijk maken, kan deze inbreuk echter gerechtvaardigd zijn. Voorwaarde is onder meer wel dat er een legitiem doel (EVRM) gediend wordt met het huisbezoek en het voor de vaststelling van het recht op uitkering/toeslag noodzakelijk is.
Artikel 53 a WWB bepaalt dat het college bevoegd is om een onderzoek in te stellen naar de door de belanghebbende overgelegde gegevens en/of inlichtingen. Op grond van artikel 17 lid 2 WWB is de belanghebbende verplicht desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de WWB.
Volledigheidshalve wordt vermeld dat de belanghebbende zelf bepaalt of deze medewerking verleent aan het huisbezoek en dus toestemming geeft om zijn woning binnen te treden. De belanghebbende blijft het recht behouden om de toegang tot zijn woning te weigeren. De weigering kan wel nadelige gevolgen hebben voor de belanghebbende.
Zoals eerder al is gezegd heeft de belanghebbende het recht het huisbezoek te weigeren. Indien er geen vermoeden van fraude is heeft de belanghebbende ook het recht om het verifiëren van de verstrekte inlichtingen door middel van een minder ingrijpend middel te laten plaatsvinden. De belanghebbende dient dan zijn leefsituatie op een andere wijze dan door een huisbezoek aan te tonen.
Het proportionaliteitsbeginsel
Voor al het overheidshandelen geldt dat het evenredig moet zijn in relatie tot de gestelde doelen. Het ingezette middel en met name de wijze waarop moet in verhouding staan tot het beoogde doel (= het verkrijgen van volledige en de juiste informatie om het recht op bijstand vast te stellen).
Het informed consent Informed consent wil zeggen dat de toestemming tot het binnentreden van belanghebbende berust op volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek en de gevolgen in geval van een weigering.
Onder volledige informatie wordt verstaan:
De plicht tot mededeling aan de belanghebbende omtrent het doel/reden van het huisbezoek;
De plicht tot mededeling van de eventuele gevolgen van het weigeren van het huisbezoek.
Over de vraag of de belanghebbende al dan niet toestemming verleent mag geen twijfel bestaan. De bewijslast van de toestemming tot het binnentreden van de woning nadat de belanghebbende volledig is geïnformeerd, ligt bij de gemeente. Om die reden is het verstandig om de belanghebbende een schriftelijke “informed consent” te laten ondertekenen.
Afzien van een huisbezoek i.v.m. dringende redenen
Het kan voorkomen dat de belanghebbende te kennen geeft een zeer dringende reden te hebben voor het weigeren van het huisbezoek of voor de weigering om tijdens het huisbezoek bepaalde zaken te laten zien.
Er kan sprake zijn van zeer dringende redenen om de onmiddellijke uitvoering van een huisbezoek te weigeren. Hiervan zal slechts zeer zelden sprake van zijn. Bijvoorbeeld een afspraak bij de dokter en/of ziekenhuis of een begrafenis/crematie. Indien de belanghebbende zich hierop beroept is het verstandig dit te checken aan de hand van een afsprakenkaart of rouwbrief.
De belanghebbende kan zijn eenmaal gegeven toestemming op elk moment weer intrekken. Vanaf dat moment bevindt men zich zonder toestemming van de belanghebbende in de woning en zal men de woning moeten verlaten. Wordt dit niet gedaan dan verblijft men wederrechtelijk in de woning en pleegt men een ambtsmisdrijf (ambtelijke huisvredebreuk) in de zin van artikel 370 Wetboek van Strafrecht. Om schending aan besluitvorming ten grondslag te kunnen leggen moet aannemelijk worden gemaakt dat de belanghebbende zijn eenmaal gegeven toestemming heeft ingetrokken.
Het moet voor de belanghebbende duidelijk zijn dat de weigering om medewerking te verlenen aan voortzetting van het huisbezoek gevolgen heeft voor het recht op bijstand, dan wel de hoogte van de bijstand.
Als een uitkeringsgerechtigde of aanvrager van een uitkering niet meewerkt aan een huisbezoek heeft dit gevolgen voor de uitkering of toeslag.
De wet huisbezoeken regelt de rechtsgevolgen van het weigeren van een huisbezoek ter verificatie. Wanneer iemand een huisbezoek ter verificatie van de verstrekte inlichtingen weigert en niet op een andere wijze zijn leefsituatie aantoont zijn de gevolgen:
Indien de belanghebbende niet aantoont dat hij feitelijk woont op het opgegeven adres, wordt de uitkering opgeschort met het verzoek binnen gestelde termijn alsnog op een andere wijze aan te tonen aldaar feitelijk te verblijven. Indien de belanghebbende dit nalaat wordt het recht op bijstand ingetrokken vanaf de datum van opschorting.
Indien de belanghebbende niet aantoont dat hij zijn kosten niet kan delen met een ander, wordt de toepasselijke norm op grond van artikel 26 WWB verlaagd. Dit geldt zowel voor de alleenstaande (ouder) als voor het gezin. In de Toeslagenverordening is de verlaging op grond van artikel 30 WWB vastgelegd.
Algemene richtlijnen voor een huisbezoek
Uit privacy overwegingen wordt het gesprek over de leefsituatie niet bij de voordeur van de woning gevoerd, maar in de woning van de belanghebbende of een ander daartoe geschikte ruimte naar keuze van de belanghebbende. Let op: voordat men de woning binnentreedt, dient aan de gestelde voorwaarden zijn voldaan.
Bij kamerbewoning en de hoofdbewoner/verhuurder heeft bezwaar tegen het binnentreden van de woning, dan wordt afgezien van het huisbezoek. Kan hierdoor de rechtmatigheid van de uitkering niet worden vastgesteld dan heeft dat mogelijk consequenties voor de uitkering van de belanghebbende. Een gehuurde kamer mag alleen worden betreden worden in aanwezigheid en met toestemming van de belanghebbende.
Van ieder huisbezoek moet een verslag worden gemaakt. Het verslag bevat in ieder geval de volgende gegevens:
Bespreking van het huisbezoek met de belanghebbende
Het past bij zorgvuldig handelen en behoorlijk bestuur dat de belanghebbende in de gelegenheid wordt gesteld om op de uitkomst van het huisbezoek te reageren alvorens te besluiten, als er nog vraagtekens zijn naar afloop van het huisbezoek.