Overheidsorganisatie | Gemeente Leeuwarden |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening parkeerbelastingen Leeuwarden 2013 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen Leeuwarden 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Ingangsdatum van deze heffing is 1 januari 2013
1.Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-12-2012 | 25-12-2013 | Nieuwe regeling | 26-11-2012 Huis aan Huis; 5 december 2012 | 352926 | |
08-12-2011 | 06-12-2012 | Wijziging | 28-11-2011 Huis aan Huis; 7 december 2011 | 352926 | |
23-12-2010 | 08-12-2011 | Wijziging | 15-12-2010 Huis aan Huis; 22 december 2010 | 310931 | |
27-05-2010 | 23-12-2010 | Wijziging | 26-04-2010 Huis aan Huis; 26 mei 2010 | 304172 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012 (kenmerk 376180);
gelet op het bepaalde in artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Leeuwarden 2012;
BESLUIT:
vast te stellen de:
Verordening parkeerbelastingen Leeuwarden 2013
Deze verordening verstaat onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;
motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.
Centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Leeuwarden een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen voor van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon.
Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:
een belasting voor het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
een belasting voor een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
1. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd
waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel en de bijlagen met de zones 1 tot en met 8.
Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde tijdseenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij aanvang van het belastingjaar of zo dit later is bij aanvang van de belastingplicht (op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend).
Als de belasting voor een vergunning bedoeld in artikel 2, onderdeel b, volgens artikel 8 van de "Parkeerverordening Leeuwarden 2012" wordt ingetrokken of gewijzigd, wordt de belasting verminderd met zoveel volle dagen, als er na het tijdstip van intrekking/wijziging volle dagen resteren in het belastingjaar.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met in achtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen dertig dagen na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet worden betaald:
op het moment van uitreiking van de kennisgeving, dan wel
binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.
Een naheffingsaanslag moet binnen dertig dagen worden betaald.
Bij de invordering van de parkeerbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag voor de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 56,00.
Als het tarief in artikel 3, eerste lid, van het Besluit parkeerbelastingen wijzigt, wijzigt het tarief genoemd in het eerste lid in hetzelfde bedrag.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het redactioneel aanpassen van deze verordening en de bijbehorende tarieventabel alsmede het wijzigen van de tarieven die voortvloeien uit hogere regelgeving.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen Leeuwarden 2013”.
De "verordening parkeerbelastingen Leeuwarden 2012", vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 november 2012.
voorzitter,
griffier,