Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inburgering |
Citeertitel | Verordening inburgering |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Deze verordening vervangt de Verordening inburgering 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-04-2013 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 17-04-2013 Gemeenteblad 2013/43, Roosendaalse Bode 28 april 2013 | BC/2013-17 |
De raad van de gemeente Roosendaal;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 maart 2013;
Gelet op de artikelen 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24c, 24f en 35 van de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 en artikel X van de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering (2012, 430);
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking
Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
De vreemdeling, die op grond van de Wet inburgering na 1 januari 2013 inburgeringsplichtig wordt, zal bij de verlening van de verblijfsvergunning worden geïnformeerd over de inburgeringsplicht, de termijn waarbinnen aan deze plicht moet worden voldaan, de mogelijkheden om aan deze plicht te voldoen waaronder de sociale leenfaciliteit en de consequenties wanneer niet aan de plicht wordt voldaan door de Dienst Uitvoering Onderwijs
Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete
Artikel 8 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 250 euro indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtigegeen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 1250 euro indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.