Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Nieuwegein houdende regels omtrent mandaat Mandaatregeling gemeente Nieuwegein |
Citeertitel | Mandaatregeling gemeente Nieuwegein |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.
artikel 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-09-2018 | 08-11-2018 | wijziging van de mandaatregeling gemeente Nieuwegein | 04-09-2018 | ||
22-08-2018 | 13-09-2018 | bijlage 1 | 15-05-2018 | ||
21-04-2018 | 22-08-2018 | mandaatregister: mandaat 104t, 104u | 03-04-2018 | . | |
01-10-2017 | 21-04-2018 | mandaatregister: mandaat 104q, 104r,104s | 03-10-2017 | . | |
04-05-2017 | 01-01-2016 | 24-10-2017 | mandaatregister: mandaat 104n, volmacht 104o, volmacht/machtiging 104p | 04-04-2017 | . |
10-10-2016 | 04-05-2017 | kolom bijzondere voorwaarden/toelichting, volmacht 29, mandaatregister 29a en 29b | 04-10-2016 Gemeenteblad, 7 oktober 2016 | onbekend | |
10-10-2016 | kolom bijz.voorwaarden volmacht 29, mandaatregister 29a, 29b | 04-10-2016 Gemeenteblad 7-10-2016 | onbekend | ||
22-12-2015 | 01-01-2015 | 10-05-2016 | Mandaatregister nrs. 7a, 104b t/m 104m, 150 | 15-12-2015 Gemeenteblad 21-12-2015 | onbekend |
22-12-2015 | 01-01-2015 | mandaatregisters nrs. 7a, 104b t/m 104m, 150 | 15-12-2015 Gemeenteblad 21-12-2915 | onbekend | |
03-07-2015 | 22-12-2015 | Mandaatregister nrs. 69, 69e, 69c, 69d, 104a, 104b | 09-06-2015 Gemeenteblad 2-07-2015 | 2015-247 | |
03-07-2015 | Mandaatregister nrs. 69, 69e, 69c, 69d, 104a, 104b | 09-06-2015 Gemeenteblad 2-7-2015 | 2015-247 | ||
13-03-2015 | 01-01-2015 | 03-07-2015 | art 4 Mandaatregister nr. 1, 2, 6, 7,8,9,14,67,68,69,69b,69c,69d,71,72,73,73a,98b,98c,toelichting art. 4 | 17-02-2015 Gemeenteblad 12-03-2015 | onbekend |
13-03-2015 | 01-01-2015 | art. 4, mandaatregister nrs. 1, 2, 6, 7, 8, 9, 14, 67, 68, 69b, 69d, 71, 72, 73, 73a, 98b, 98c, toelichting | 17-02-2015 Gemeenteblad 12-03-2015 | onbekend | |
24-02-2015 | 01-01-2015 | 01-07-2015 | art 4 Mandaatregister nr. 1, 2, 6, 7,8,9,14,67,68,69,69b,69c,69d,71,72,73,73a,98b,98c,toelichting art. 4 | 14-01-2015 Gemeenteblad 11-03-2015 | onbekend |
16-12-2014 | 09-03-2015 | Mandaatregister nr. 141 | 09-12-2014 Gemeenteblad 15-12-2014 | Onbekend | |
05-12-2014 | 01-09-2014 | 12-07-2016 | Mandaatregister nrs. 9a, 12, 22, 27, 29, 30, 31, 57 t/m 66, 99 t/m 103, 105 t/m 125h, 125i t/m 125q, 130a, 130i t/m 130k, 131 t/m 136, 135, 138, 139, 150, 151 151a | 25-11-2014 Gemeenteblad 4-12-2014 | Onbekend |
24-10-2014 | 23-02-2015 | Mandaatregister nr. 130h | 14-10-2014 Gemeenteblad 24-10-2014 | Onbekend | |
20-09-2014 | 22-10-2014 | Mandaatregister nr. 136 | 28-01-2014 Gemeenteblad 19-09-2014 | Onbekend | |
24-06-2014 | 20-09-2014 | Mandaatregister nr. 9a | 18-03-2014 Gemeenteblad 28-03-2014 | Onbekend | |
29-03-2014 | 16-07-2014 | Mandaatregister nr. 9a | 18-03-2014 Gemeenteblad 28-03-2014 | Onbekend | |
29-03-2014 | mandaatregister 9a | 18-03-2014 Gemeenteblad 28-03-2014 | onbekend | ||
11-01-2014 | 29-03-2014 | Mandaatregister nr.126, 138,142,143, | 30-07-2013 Gemeenteblad 10-2-2014 | Onbekend | |
11-01-2014 | mandaatregister no. 126, 138, 142, 143 | 30-07-2013 Gemeenteblad 10-02-2014 | onbekend | ||
25-04-2013 | 11-02-2014 | Mandaatregister nr.7, 84, 84a t/m 84f, 125h | 09-04-2013 De Molenkruier 24-4-2013 | Onbekend | |
25-04-2013 | Mandaatregister nr.7, 84, 84a t/m 84f, 125h | 09-04-2013 De Molenkruier 24-4-2013 | onbekend | ||
08-11-2012 | 25-04-2013 | art. 1, Mandaatregister nr.125f | 25-09-2012 De Molenkruier 07-11-2012 | Onbekend | |
04-10-2012 | 08-11-2012 | art. 1, Mandaatregister nr.2,4,9,13a,13b,15,28,36 t/m 39, 40 t/m 47, 48a, 67,69,70 t/m 81, 83,84, 86 t/m 89,90,92,93 t/m 98,100,126 t/m 130, 130a t/m 130g,132,133 en 146 | 25-09-2012 De Molenkruier 03-10-2012 | 2012-711 | |
03-05-2012 | 04-10-2012 | mandaat no. 73, 73a | 24-04-2012 De Molenkruier 02-05-2012 | 2012-417 | |
03-05-2012 | mandaat 73, 73a | 24-04-2012 De Molenkruier 02-05-2012 | 2012-417 | ||
08-01-2012 | art. 1, mandaat 125f | 25-09-2012 De Molenkruier 7-11-2012 | onbekend | ||
22-09-2011 | art. 1, 4, mandaatregister, no. 1, 2, 4 t/m 15, 17 t/m 20, 28, 40, 42, 65, 82, 90, 93, 98, 98a, 98b, 99, 100 t/m 103, 117, 126 t/m 128b, 128c, 128d, 129, 134, 138 t/m 141, 149, 154a, P14, P16, P24, P32, P33, P41, modelformulier, toelichting art. 4 | 13-09-2011 De Molenkruier 21-09-2011 | 2011-10316 | ||
03-03-2011 | mandaatregister no. 133 | 11-01-2011 De Molenkruier 02-03-2011 | onbekend | ||
18-11-2010 | mandaatregister, no. 138, 147 | 19-10-2010 De Molenkruier 17-11-2010 | onbekend | ||
13-10-2010 | mandaatregister, no. 125a, 125b | 16-08-2010 De Molenkruier 12-10-2010 | |||
07-10-2010 | mandaatregister, no. 153, 154 | 17-08-2010 De Molenkruier 6-10-2010 | |||
01-10-2010 | mandaatregister, no.82, 88, 105 t/m 125f, 128a, 128b, 138 t/m 141, 152 | De Molenkruier | |||
15-04-2010 | 01-02-2010 | nieuwe regeling | 30-03-2010 De Molenkruier 14-04-2010 | 2010-4655 |
Mandaatregeling gemeente Nieuwegein
Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein en de burgemeester van Nieuwegein, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
dat het voor het efficiënt functioneren van de gemeente Nieuwegein wenselijk is een mandaatregeling vast te stellen;
gelet op de wettelijke voorschriften, in het bijzonder de bepalingen van afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 156, 165, 168, 171 en 178 van de Gemeentewet;
I. het krachtens mandaat nemen van besluiten, welke zijn vermeld op het bij deze regeling behorende mandaatregister, op te dragen aan de daarbij genoemde functionarissen,
II. ten aanzien van de uitoefening van deze mandaten de navolgende regeling vast te stellen, te weten:
Artikel 3 Algemene regels, uitzonderingen
Artikel 6 Ondertekeningswijze bij mandaat
Bij de uitoefening van een mandaat, verleend door het college of de burgemeester, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:
Artikel 7 Schakelbepaling volmachten en machtigingen
Deze mandaatregeling is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een functionaris, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
De burgemeester van Nieuwegein
Drs. C.M.de Vos
Toelichting op de Mandaatregeling gemeente Nieuwegein
Bij mandaatverlening worden bevoegdheden die een bestuursorgaan op grond van diverse wet- en regelgeving bezit, opgedragen aan functionarissen die werkzaam zijn in de ambtelijke organisatie. Mandaatverlening is de rechtsfiguur om besluiten met een uitvoerend karakter op te dragen aan de uitvoerende organisatie. In het algemeen kan gesteld worden dat de navolgende besluiten voor mandatering in aanmerking komen:
Voorop staat dat mandatering voor een groot deel een kwestie van vertrouwen is. De bestuurder moet erop kunnen vertrouwen dat de ambtenaar een correct besluit namens hem doet uitgaan. De ambtenaar neemt een zelfde besluit als het bestuur zou nemen en dient terug te koppelen naar het bestuur als er met een zaak iets “aan de hand” is dat voor het bestuur van betekenis is of kan worden. Een dergelijke houding past bij mandatering, omdat het bestuur eindverantwoordelijk is en blijft voor de genomen beslissing.
De wettelijke regels over het gebruik van mandaat zijn te vinden in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de Mandaatregeling gemeente Nieuwegein zijn aanvullende spelregels en randvoorwaarden opgenomen waaronder mandaatverlening in de gemeente Nieuwegein plaatsheeft. Deze spelregels en randvoorwaarden bieden duidelijkheid en uniformiteit bij de uitoefening van gemandateerde bevoegdheden. Een juiste naleving ervan vormt de waarborg dat de gemeente Nieuwegein ook bij mandaatverlening bevoegd besluiten neemt.
Allereerst is een overkoepelend mandaatbesluit van het college respectievelijk de burgemeester, een ieder voorzover het de eigen bevoegdheden betreft, opgenomen. Artikelsgewijs zijn in dit overkoepelend besluit de randvoorwaarden genoemd waaraan gemandateerden zich dienen te houden bij de uitvoering van de aan hen opgedragen taken. In het mandaatregister bij dit overkoepelend besluit is per afdeling een integraal overzicht gegeven van alle taken die door middel van mandaten, volmachten of machtigingen kunnen worden afgedaan. In een aparte mandatenlijst zijn algemene mandaten opgenomen die voor de gehele organisatie gelden.
Artikel 1 Begripsbepalingen - onderscheid mandaat, volmacht, machtiging
De gemeente kan verschillende handelingen verrichten: bestuursrechtelijke rechtshandelingen, privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen. Afhankelijk van de soort (rechts)handeling kan deze worden opgedragen aan de uitvoerende organisatie. Juridisch spreken we dan over mandaat, volmacht en machtiging. In de Awb zijn volmacht en machtiging door middel van een schakelbepaling onder de werking van de bepalingen over mandaat gebracht (artikel 10:12 Awb). Wat geldt voor de mandaten, geldt ook voor de volmachten en de machtigingen. Ook in de Mandaatregeling van de gemeente Nieuwegein zijn volmachten en machtigingen onder de werking ervan gebracht (zie de schakelbepaling in artikel 7). Zij zijn dan ook samen met de mandaten, opgenomen in het bij de Mandaatregeling behorende mandaatregister.
De gemeentelijke bestuursorganen voeren bestuursrechtelijke rechtshandelingen uit. Voorbeelden: de burgemeester verleent een vergunning of het college verstrekt een subsidie. Al deze bevoegdheden steunen op een bestuursrechtelijke wet, waarin die bevoegdheid zijn grondslag kent.
Als een bestuursorgaan een bestuursbevoegdheid opdraagt aan een ambtenaar noemen we dat mandaat. De ambtenaar oefent die bevoegdheid uit namens het bestuursorgaan. Verschil met delegatie1 is dat het bestuursorgaan bij mandaat de bevoegdheid niet verliest. De verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheid blijft bij het bestuursorgaan. Hierbij mag het bestuursorgaan op elk moment de bevoegdheid zelf uitoefenen en tussentijds algemene en bijzondere instructies geven aan de ambtenaar over de wijze waarop de bevoegdheid wordt uitgeoefend.
Voorwaarde voor de juridische binding is dat het besluit is genomen binnen de grenzen van de gemandateerde bevoegdheid. Dit spreekt voor zichzelf, omdat buiten de grenzen van wat is gemandateerd geen bevoegdheid bestaat. Wordt een besluit genomen over een onderwerp dat buiten de bevoegdheid ligt, dan is sprake van een onbevoegd genomen besluit. Het gevolg van een onbevoegd genomen besluit kan zijn dat dit in rechte wordt vernietigd. De bestuursrechter mag een dergelijk bevoegdheidsgebrek ambtshalve constateren.
De gemeenteraad stelt budgetten beschikbaar door de begroting vast te stellen (budgetrecht artikel 191 Gemeentewet). Het college voert de begroting uit (taak van college op grond van artikel 160 Gemeentewet). In de Regeling Budgethouderschap van de gemeente Nieuwegein is geregeld welke functionaris op welke wijze over bepaalde budgetten kan beschikken. Om budgetten te kunnen aanwenden is het nodig dat bepaalde bestuursrechtelijke, privaatrechtelijke of feitelijke handelingen worden verricht. Er moet bijvoorbeeld een overeenkomst met een leverancier worden gesloten. Het is belangrijk om te beseffen dat de budgethouder niet automatisch op grond van zijn budgethouderschap de nodige bijbehorende handelingen mag verrichten, maar hiervoor aparte mandaten, volmachten en machtigingen nodig heeft van het ter zake bevoegd bestuursorgaan. Deze zijn te vinden in de lijst met algemene mandaten.
De gemeente kan ook als ´gewoon´ rechtspersoon (net als een B.V. bijvoorbeeld) deelnemen aan het rechtsverkeer en voert in die hoedanigheid privaatrechtelijke rechtshandelingen uit. Voorbeelden: het aan- of verkopen van grond, het sluiten van een contract, het verlenen van een opdracht tot onderzoek of het aanschaffen van een product.
De privaatrechtelijke tegenhanger van mandaat is de volmacht. Voorbeeld: de burgemeester kan zijn bevoegdheid om een overeenkomst te ondertekenen opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon, bijvoorbeeld een ambtenaar of een notaris. Dit gebeurt dan met een volmacht.
Naast bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen verricht de gemeente ook feitelijke handelingen. Dit zijn de gewone dagelijkse handelingen die geen rechtsgevolgen hebben. Voorbeelden daarvan zijn: het planten van een boom, het voeren van verweer bij de rechtbank, het uitoefenen van toezicht in de stad, het verstrekken van informatie aan burgers of het aanleggen van een uitrit. Een machtiging wordt verleend in het geval dat er geen sprake is van een besluit, maar ook niet van een privaatrechtelijke rechtshandeling.
Artikel 2 Mandaat, plaatsvervanging en ondermandaat
Mandaat is in de regel een opdracht aan een hiërarchisch ondergeschikte. Het college mandateert bijvoorbeeld het afdelingshoofd van de een afdeling om namens het college bouwvergunningen te verlenen.2.
In de praktijk van veel gemeenten is het gebruikelijk om mandaten aan hoofden van afdelingen of teamleiders te verlenen, ervan uitgaande dat bevoegdheden zo laag mogelijk in de uitvoerende organisatie worden neergelegd, maar wel op een niveau waarop managementverantwoordelijkheid kan worden gedragen voor de uitoefening van de verleende mandaten.
Wanneer een gemandateerde afwezig is, is zijn plaatsvervanger bevoegd om het mandaat uit te oefenen. Let wel: er moet sprake zijn van een plaatsvervanger die formeel als zodanig is aangewezen (b.v. bij zijn benoemingsbesluit of in zijn functiebeschrijving). Mochten zowel gemandateerde als zijn plaatsvervanger(2) afwezig zijn, dan is de plaatsvervanging geregeld doordat de eerstvolgende hogergeplaatste leidinggevende van de gemandateerde het mandaat krijgt toebedeeld. In de gemeente Nieuwegein is dat de concerndirecteur, en bij diens afwezigheid, diens plaatsvervanger(s).
Het verlenen van ondermandaat is op grond van de Awb een mogelijkheid, maar bestuursorganen moeten hiertoe wel uitdrukkelijk besluiten. In de Mandaatregeling is deze bepaling opgenomen in artikel 2, eerste lid. In het mandaatregister staat in de kolom ‘bijzondere voorwaarden’ in voorkomende gevallen vermeld wanneer wordt afgeweken van deze algemene bepaling. Een model-ondermandaat bij deze regeling gevoegd.
Artikel 3 Algemene regels en uitzonderingen
Mandaat is beslissen én ondertekenen.
In het verleden werd dikwijls een onderscheid gemaakt tussen beslissingsmandaat en onderte-keningsmandaat. Bekeken in het licht van artikel 10:1 Awb is het echter niet juist om bij louter ondertekening namens een bestuursorgaan te spreken van mandaat. Veeleer zou je hier moeten spreken van ambtelijke afdoening. Vertrekpunt is dat degene die een besluit neemt dit besluit ook ondertekent. Een bevoegdheid in mandaat uitoefenen houdt zowel beslissingsbevoegdheid als ondertekeningsbevoegdheid in.
(N.B. Als men de besluitvorming op zichzelf bij het bevoegde bestuursorgaan wil laten, maar wil voorkomen dat (bijvoorbeeld) burgemeester en secretaris stapels brieven moeten tekenen, kan het desbetreffende bestuursorgaan een algemene machtiging ter ondertekening aan bepaalde medewerkers geven. Een en ander conform het bepaalde in art. 10:11 Awb.)
Een gemandateerde bevoegdheid omvat ook de daarbij behorende voorbereiding en uitvoering, zoals het inwinnen van de nodige inlichtingen, het doen van mededelingen over bestaand beleid, correspondentie over de uitvoering van besluitvorming enz.
In de Mandaatregeling worden grenzen gesteld aan de omvang van de mandaatverlening, in die zin dat er situaties zijn waarin het mandaat niet geldt en het besluit door het oorspronkelijk bevoegd bestuursorgaan wordt genomen. Als regel wordt bijvoorbeeld gesteld dat besluiten geen afwijking van het bestaande beleid tot gevolg mogen hebben. Besluiten die afwijken van het beleid, moeten aan het bestuur worden voorgelegd. Alvorens een van het beleid afwijkend besluit wordt genomen, heeft het bestuur op deze wijze de gelegenheid het onderliggende beleid nog eens te heroverwegen. Ook moet een besluit aan het bevoegd bestuursorgaan worden voorgelegd als er geen eensluidend ambtelijk advies is. Verder kunnen besluiten waarvoor geen financiële dekking aanwezig is, niet in mandaat worden afgedaan.
De verantwoordelijkheid en de beslissing om in de artikel 3 beschreven situaties niet van het gegeven mandaat gebruik te maken ligt bij de gemandateerde functionaris.
Hoofdregel is dat het bevoegd bestuursorgaan (college of burgemeester) een beslissing op bezwaar neemt. De bestuurspraktijk is er mee gebaat dat in een aantal gevallen het nemen van beslissingen op bezwaar kan worden gemandateerd.
Immers indien de bevoegdheid om te beslissen op bezwaarschriften wordt gemandateerd, worden beslistermijnen voor burgers aanzienlijk verkort en scheelt dat de organisatie en bestuursorganen bovendien extra werk.
In de volgende gevallen is het mandateren van beslissingen op bezwaar mogelijk:
wanneer de commissie bezwaarschriften een advies heeft uitgebracht over een bezwaarschrift en het advies luidt
Het mandateren van een beslissing op bezwaar is van toepassing voor zo ver niet contrair wordt gegaan. Indien de commissie bezwaarschriften bijvoorbeeld geadviseerd heeft om het bezwaar niet-ontvankelijk, ongegrond of gegrond verklaren en de gemandateerde mening is dat contrair gegaan dient te worden, dan dient de beslissing op bezwaar door het bevoegd bestuursorgaan te worden genomen. In het derde lid is expliciet bepaald dat het bestuursorgaan bij toepassing van bestuurlijke lus als bedoeld in afdeling 8.2.2A van de Algemene wet de bevoegdheid tot het nemen van een beslissing op bezwaar kan mandateren. Deze bevoegdheid is opgenomen om verder onnodig oponthoud in de besluitvorming te voorkomen. De bestuurlijke lus houdt in dat de rechtbank het bestuursorgaan in gelegenheid stelt een gebrek in het bestreden besluit te herstellen door een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen (art 8:51a Awb).
In het vijfde lid zijn 4 specifieke gevallen opgenomen wanneer de bevoegdheid tot het mandateren van een beslissing op bezwaar niet van toepassing is. Namelijk wanneer het besluiten betreft
In deze gevallen geldt de hoofdregel van het eerste lid. Deze gevallen zijn expliciet opgenomen om zodoende zorgvuldige besluitvorming te waarborgen.
De algemene uitzonderingsgronden om te besluiten in mandaat zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, blijven ook van toepassing op het tweede lid van dit artikel.
Artikel 6 Ondertekeningswijze van mandaten
De burger die met een besluit wordt geconfronteerd dat in mandaat is genomen dient hierover te worden geïnformeerd, zo bepaalt artikel 10:10 van de Awb. Deze informatieplicht vloeit voort uit het meer omvattende beginsel van de rechtszekerheid. Het krachtens mandaat genomen besluit moet dan ook vermelden namens welk bestuursorgaan het is genomen.
In artikel 6 van de Mandaatregeling staat precies beschreven hoe besluiten die in (onder)mandaat zijn genomen moeten worden ondertekend.
Beslissen op een enkelvoudige aanvraag om een omgevings-vergunning met betrekking tot sloopactiviteiten in een Rijks-beschermd stads- of dorpsgezicht |
Beslissen op een enkelvoudige aanvraag om een omgevings-vergunning met betrekking tot sloopactiviteiten in een Rijks-beschermd stads- of dorpsgezicht |
Beslissen op een enkelvoudige aanvraag om een omgevings-vergunning met betrekking tot bouwactiviteiten | Ondermandaat aan Teamleider Ruimtelijk Domein & Teamcoördinator Bouwen |
Bij delegatie gaat de bevoegdheid van het ene bestuursorgaan over op het andere bestuursorgaan. Bijvoorbeeld de raad delegeert aan het college de bevoegdheid tot het voeren van een verzoek om vrijstelling van het bestemmingsplan voor een bepaald bouwproject (artikel 19, lid 1, WRO). Het college is nu bevoegd en verantwoordelijk. De raad heeft deze bevoegdheid zelf niet meer.
Mandaat aan een niet-ondergeschikte is een uitzondering. (Een voorbeeld is het mandaat dat gemeenten doorgaans verlenen aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer voor het verlenen van vergunningen voor vervoer van gevaarlijke stoffen). Hiervoor geldt de bijzondere eis van schriftelijke instemming van de gemandateerde, tenzij de mandaatverlening is voorzien bij wettelijk voorschrift. Een wettelijk voorschrift of de aard van de bevoegdheid kan zich tegen mandaatverlening verzetten.