Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit re-integratie Nieuwegein |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit re-integratie Nieuwegein |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door het Uitvoeringsbesluit participatievoorzieningen.
Verordening re-integratie Nieuwegein
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-05-2010 | 01-01-2011 | art. 4a | 12-05-2010 De Molenkruier 26-05-2010 | 2010-7291 | |
12-03-2009 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 24-02-2009 De Molenkruier 04-03-2009 | Onbekend |
Gelet op het bepaalde in de Verordening re-integratie Nieuwegein 2009, zoals die is vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Nieuwegein van 16 december 2008,
overwegend dat het wenselijk is om een aantal nadere regels betreffende de uitvoering van de Verordening re-integratie vast te leggen in een door burgemeester en wethouders vast te stellen uitvoeringsbesluit,
besluit het college van burgemeester en wethouders vast te stellen het
HOOFDSTUK I Algemene bepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, bedoelt in artikel 7 onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Artikel 4 Werken met behoud van uitkering
Onder een leerwerkstage wordt verstaan: het tijdelijk onder begeleiding, met behoud van uitkering, verrichten van werkzaamheden door middel van een stage, gecombineerd met een beroepsgerichte training of scholing, bedoeld om werkervaring en vaardigheden op te doen binnen een bepaald vakgebied. De leerwerkstage duurt maximaal 24 maanden, tenzij voor het behalen van een startkwalificatie meer tijd nodig is.
Onder een proefplaatsing wordt verstaan: het tijdelijk onder begeleiding, met behoud van uitkering, verrichten van werkzaamheden bij een werkgever gericht op doorstroom naar regulier werk bij diezelfde werkgever. De proefplaatsing mag maximaal 3 maanden duren en kan bij uitzondering eenmalig 3 maanden worden verlengd.
Voor de klant die niet beschikt over een startkwalificatie is een leerwerkstage die mede is gericht op het behalen van een startkwalificatie een voorliggende voorziening. Dit is niet het geval wanneer de klant niet in staat is een startkwalificatie te halen of wanneer het geen bijdrage levert aan de arbeidsinschakeling.
Wanneer de hoogte van de stagevergoeding vermeldt onder lid 3 gezien de gezinssituatie van de jongere lager is dan de inkomensvoorziening die de jongere op basis van de WIJ gekregen zou hebben, is een toeslag mogelijk. De stagevergoeding plus toeslag bedraagt niet meer dan de inkomensvoorziening waarop de jongere op grond van de WIJ op basis van zijn gezinssituatie recht heeft.
Het college zet het instrument vrijwilligerswerk in wanneer aan de hand van een onderzoek is vastgesteld dat de uitkeringsgerechtigde pas op (middel)lange termijn een reëel perspectief heeft op regulier werk en voor zover het college dit noodzakelijk acht ten behoeve van de re-integratie van de uitkeringsgerechtigde.
Het college kan van oordeel zijn dat het verrichten van vrijwilligerswerk voor de uitkeringsgerechtigde noodzakelijk is om de uitkeringsgerechtigde op deze wijze met behoud van uitkering werkritme op te laten doen of te behouden en om te voorkomen dat de uitkeringsgerechtigde in een sociaal isolement komt of om een sociaal isolement op te heffen opdat de uitkeringsgerechtigde hiermee wordt voorbereid op de uiteindelijke uitstroom uit de bijstand.
HOOFDSTUK III Premies en inkomensvrijlating
Artikel 10 Premies aan de klant
Op grond van artikel 10 van de verordening kent het college de volgende premies toe:
Artikel 11 Inkomstenvrijlating
Een bijstandsgerechtigde komt in aanmerking voor inkomstenvrijlating volgens artikel 31 lid 2 sub o van de wet, indien hij/zij parttime aan het werk gaat met de intentie en de mogelijkheden om het aantal uren en daarmee de inkomsten dusdanig uit te breiden dat er, zo spoedig mogelijk, volledige uitstroom uit de uitkering plaats vindt.
HOOFDSTUK IV Onkostenvergoedingen
Artikel 15 Kosten in verband met vrijwilligerswerk
Het college kan een kostenvergoeding geven voor het verrichten van vrijwilligerswerk tot het maximum genoemd in artikel 31 lid 2 sub k van de wet.
Artikel 16 Kosten in verband met scholing
Aan de klant die in het kader van een re-integratietraject noodzakelijke scholing of opleiding volgt of gaat volgen, kan door het college een vergoeding worden toegekend voor de in verband daarmee noodzakelijk te maken kosten.
Aan de klant die vanwege het volgen van een traject overige noodzakelijke kosten maakt, kan het college deze kosten vergoeden.
Onverminderd het bepaalde in de wet, kan het college, indien een uitkeringsgerechtigde die gebruik maakt van een voorziening niet of onvoldoende voldoet aan het gestelde in artikel 6 en 7 van de Verordening, de uitkering verlagen op de wijze zoals voorzien in de Afstemmingsverordening Nieuwegein, alsmede het recht op de voorziening geheel of gedeeltelijk herzien en de kosten van de voorziening terugvorderen.
Artikel 20 Intrekking oude regeling
Het Uitvoeringsbesluit Verordening re-integratie Nieuwegein 2004 tot en met de vierde en laatste wijziging wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2009.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Bijlage 1 Re-integratieladder en voorzieningen
Bijlage 2 Beleidsregels werkgeverssubsidies onder de Wet werk en bijstand: re-integratiesubsidie, begeleidingssubsidie en loonkostensubsidie
Op grond van de Wet Werk en Bijstand kan de gemeente voorzieningen inzetten voor personen die ondersteuning nodig hebben bij het vinden van werk. De Verordening re-integratie Nieuwegein 2009 geeft het kader voor de inzet van deze voorzieningen. Artikel 9 van de Verordening bepaalt dat het college de volgende subsidies voor werkgevers kan inzetten:
Het doel van deze subsidies is om de duurzame arbeidsinpassing van werkzoekenden uit de gemeentelijke doelgroep te bevorderen.
Wat is een re-integratiesubsidie?
De re-integratiesubsidie is een voorziening om werkgevers te stimuleren om werkzoekenden in dienst te nemen, die begeleiding nodig hebben bij hun inwerkproces in een reguliere baan. De re-integratiesubsidie is een bijdrage in de kosten van begeleiding en de kosten van productieverlies in de inwerk- en gewenningsperiode.
Wat is een begeleidingssubsidie?
De begeleidingssubsidie is een voorziening om werkgevers te stimuleren om werkzoekenden de gelegenheid te bieden om zich via onbetaalde werkzaamheden of stage te ontwikkelen richting de reguliere arbeidsmarkt. De begeleidingssubsidie is een bijdrage in de kosten van de begeleiding die de werkgever biedt.
Wat is een loonkostensubsidie?
De loonkostensubsidie is een voorziening om re-integratiebedrijven en andere organisaties die re-integratieactiviteiten ontwikkelen1, in staat te stellen om een arbeidsovereenkomst aan te bieden aan klanten met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze voorziening maakt het mogelijk om instroom in de uitkering te voorkomen en om tijdens een re-integratietraject de omslag van uitkering naar loonbetaling tot stand te brengen.
De loonkostensubsidie is maximaal € 1.000 per maand.
Relevante wet- en regelgeving, naast de hiervoor genoemde Verordening re-integratie Nieuwegein 2009:
De toepassing van de Europese regelgeving wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 5 van deze notitie.
Bij het formulieren van deze beleidsregels hebben de volgende uitgangspunten centraal gestaan:
Beleidsregels re-integratiesubsidies
Re-integratiesubsidie is een voorziening die ingezet wordt voor klanten die meer dan de gebruikelijke begeleiding nodig hebben bij hun inwerkproces in een reguliere baan. De re-integratiesubsidie is een bijdrage in de kosten van begeleiding en de kosten van productieverlies in de inwerk- en gewenningsperiode.
Een re-integratiesubsidie kan ingezet worden voor:
De re-integratiesubsidie wordt verleend wanneer aan de volgende criteria en voorwaarden is voldaan:
Verplichtingen voor de werkgever
Hoogte en duur van de re-integratiesubsidie
Vergoeding van scholingskosten
Aanvraag en verlening van de re-integratiesubsidie
Vaststelling en uitbetaling van de re-integratiesubsidie
Samenloop met andere voorzieningen
Samenloop met andere voorzieningen uit de re-integratieverordening is mogelijk.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels re-integratiesubsidies onder de Wet werk en bijstand”.
Beleidsregels begeleidingssubsidies
Begeleidingssubsidie is een voorziening die ingezet wordt voor klanten die begeleiding nodig hebben om hun afstand tot de arbeidsmarkt te overbruggen. De begeleidingssubsidie is een bijdrage in de kosten van begeleiding bij het uitvoeren van werkzaamheden met behoud van uitkering.
Een begeleidingssubsidie kan ingezet worden voor alle Wwb-, Ioaw- en Ioaz-gerechtigden die een uitkering ontvangen van de gemeente Nieuwegein.
De begeleidingssubsidie wordt verleend wanneer aan de volgende criteria en voorwaarden is voldaan:
Verplichtingen voor de werkgever
Hoogte en duur van de begeleidingssubsidie
Vergoeding van scholingskosten
Aanvraag en verlening van de begeleidingssubsidie
Vaststelling en uitbetaling van de begeleidingssubsidie
Samenloop met andere voorzieningen
Samenloop met andere voorzieningen uit de re-integratieverordening is mogelijk.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels begeleidingssubsidies onder de Wet werk en bijstand”.
Beleidsregels loonkostensubsidies
De loonkostensubsidie is een voorziening om een arbeidsovereenkomst aan te bieden aan klanten met een afstand tot de arbeidsmarkt. De loonkostensubsidie maakt onderdeel uit van een ingekochte re-integratievoorziening. De loonkostensubsidie is gekoppeld aan intensieve begeleiding gericht op uitstroom naar regulier betaald werk. Indien nodig wordt scholing ingezet.
Een loonkostensubsidie kan ingezet worden voor:
De loonkostensubsidie wordt verleend wanneer aan de volgende criteria en voorwaarden is voldaan:
Verplichtingen voor het re-integratiebedrijf
Hoogte en duur van de loonkostensubsidie
Vergoedingen voor de kosten van begeleiding, nazorg en scholing
Verlening, vaststelling en uitbetaling van de loonkostensubsidie en de vergoedingen voor de kosten van begeleiding, nazorg en scholing
Het re-integratiebedrijf ontvangt vanaf de aanvang de dienstbetrekking voorschotten op de loonkostensubsidie en de overeengekomen vergoedingen voor de kosten van begeleiding, nazorg en scholing. De omvang en de frequentie van de voorschotten worden contractueel overeengekomen in het inkooptraject. In dit inkooptraject worden ook afspraken gemaakt over de vaststelling van de subsidie en de eindafrekening.
Duurzame uitplaatsing is een gerealiseerde uitplaatsing van minimaal 6 maanden.
Voor de verrekening wordt een maand gesteld op 30 dagen.
· Bij voortijdige beëindiging van deze re-integratievoorziening zonder uitplaatsing naar een reguliere baan, worden de loonkostensubsidie en de vergoeding voor begeleiding, nazorg en scholing betaald tot het moment van beëindiging van deze re-integratievoorziening.
Samenloop met andere voorzieningen
Samenloop met andere voorzieningen uit de re-integratieverordening is mogelijk.
Dit besluit wordt aangehaald als: “Beleidsregels loonkostensubsidies onder de Wet werk en bijstand”.
Europese regelgeving inzake staatsteun
Re-integratiesubsidies, begeleidingssubsidies en loonkostensubsidies kunnen aangemerkt worden als staatssteun. Dat wil zeggen dat aan bepaalde bedrijven een voordeel wordt verschaft dat weer kan leiden tot concurrentievervalsing. Gemeenten (en provincies) dienen na te gaan of er sprake is van staatssteun. Als dat het geval is, dient de gemeente in sommige gevallen de lokale subsidieregeling ter goedkeuring toe te zenden naar de Europese Commissie.
Staatssteun door re-integratiesubsidies en begeleidingssubsidies?
De regels voor re-integratiesubsidies en begeleidingssubsidies zoals beschreven in hoofdstuk 2 en 3 van deze notitie zijn geen selectieve regeling. Alle bedrijven zowel in Nieuwegein als daarbuiten, kunnen een beroep doen op deze subsidieregeling. Om die reden is er geen sprake van staatssteun in de zin van artikel 87 lid 1 van het EG-verdrag.
Staatssteun door loonkostensubsidies?
De regeling voor loonkostensubsidie zoals beschreven in hoofdstuk 4 van deze notitie is volgens de algemene criteria aan te merken als staatsteun. De steunregeling valt onder de vrijstellingsverordening werkgelegenheidssteun omdat:
De verstrekking van de loonkostensubsidies geschiedt volgens de voorwaarden van de beleidsaanbeveling van het ministerie van SZW van april 2004. De bepalingen in de Verordening re-integratie Nieuwegein 2009, het daarbij behorende Uitvoeringsbesluit en beleidsregels voldoen aan deze beleidsaanbeveling.
De verstrekking van loonkostensubsidies geschiedt volgens de vrijstellingsbepalingen van de verordening (EG) nummer 2204/2002 van de commissie van 12 december 2002 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op werkgelegenheidssteun, publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 337/3. De bepalingen in de Verordening re-integratie Nieuwegein 2009, het daarbij behorende Uitvoeringsbesluit en beleidsregels voldoen aan deze beleidsaanbeveling.
Bijlage: informatie “benadeelde werknemers”
Uit artikel 2 f van de verordening (EG) nummer 2204/2002 van de commissie van 12 december 2002 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op werkgelegenheidssteun, publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 337/3:
“benadeelde werknemers”: personen die behoren tot categorieën werknemers welke het moeilijk hebben om zonder hulp tot de arbeidsmarkt toe te treden, zijnde personen die tenminste aan één van de volgende criteria voldoen: