Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Gedragscode college van burgemeester en wethouders

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode college van burgemeester en wethouders
CiteertitelGedragscode college van burgemeester en wethouders
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 41c, lid 2
  2. Gemeentewet, art. 69, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-09-2005art. 5

22-09-2005

De Molenkruier, 29-09-2005

2005-241
07-03-2003nieuwe regeling

06-03-2003

2003-047

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode college van burgemeester en wethouders

Gedragscode voor het college van burgemeester en wethouders

(artikel 69, lid 2 jo. 41c, lid 2 van de Gemeentewet)

1 Algemene bepalingen

  • 1.1

    Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders.

  • 1.2

    Deze gedragscode geldt voor de voorzitter en alle leden van het college.

  • 1.3

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college.

  • 1.4

    De code is openbaar en door derden te raadplegen. De code kan opgevraagd worden bij de gemeentesecretaris.

  • 1.5

    De leden van het college ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1

    Een lid van het college doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties, waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen. De opgave kan opgevraagd worden bij de gemeentesecretaris.

  • 2.2

    Bij privaat- publieke samenwerkingsrelaties voorkomt een lid van het college (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3

    Een oud-collegelid wordt het eerste jaar na beëindiging van zijn collegelidmaatschap uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 2.4

    Een lid van het college die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijk betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.5

    Een lid van het college neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

3 Nevenfuncties

  • 3.1

    Een lid van het college vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 3.2

    Een lid van het college maakt melding van al zijn nevenfuncties bij de gemeentesecretaris, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. De gemeente-secretaris zorgt er jaarlijks voor dat de lijst met nevenfuncties geactualiseerd wordt. De lijst wordt ter kennisname toegevoegd aan de lijst van ingekomen stukken.

  • 3.3

    Een lid van het college die een nevenfunctie wil vervullen, anders dan uit hoofde van het collegelidmaatschap, bespreekt dit voornemen in het college. Daarbij komt tevens aan de orde hoe wordt gehandeld met betrekking tot eventuele vergoedingen en de te maken kosten.

4 Informatie

  • 4.1

    Een lid van het college gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn collegelidmaatschap beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 4.2

    Een lid van het college houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4.3

    Een lid van het college maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het collegelidmaatschap verkregen informatie.

5 Aanneming van geschenken

  • 5.1

    Geschenken en giften waarvan de waarde de € 25,-- te boven gaat en die een lid van het college uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 5.2

    Geschenken giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het college waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

6 Bestuurlijke uitgaven

  • 6.1

    Een lid van het college is verplicht om bij indiening van een declaratie gebruik te maken van een geleideformulier.

  • 6.2

    Het college ontvangt ieder kwartaal een overzicht omtrent de besteding van budgetten van de concerncontroller. Dit overzicht wordt ter kennisname voorgelegd aan de raad. De accountant controleert op de naleving.

  • 6.3

    De ´Verordening vergoeding onkosten wethouders´ is hierop van toepassing. Zie voor de declaratie van onkosten punt 7.2.

7 Declaraties

  • 7.1

    Een lid van het college declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 7.2

    De declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde procedure. Zie ´Reglement met betrekking tot de kosten van reizen, verblijf en representatie door leden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein´.

  • 7.3

    In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zo nodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het college voorgelegd.

8 Creditcards

  • 8.1

    Aan een lid van het college wordt geen creditcard op naam en voor rekening van de gemeente verstrekt.

9 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 9.1

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan.

  • 9.2

    Voor de burgemeester geldt hier het ´Rechtspositiebesluit burgemeesters´. Een wethouder kan gebruik maken van de ´Verordening ter beschikkingstelling computer- en communicatie- apparatuur wethouders en raadsleden´.

  • 9.3

    Indien de gemeente op verzoek van een lid van het college communicatieapparatuur beschikbaar stelt, wordt maandelijks een eigen bijdrage in rekening gebracht gelijk aan de door de fiscus vastgestelde norm.

10 Reizen buitenland

  • 10.1

    Een lid van het college die het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken ten laste van de gemeente, heeft toestemming nodig van het college. De raad wordt van het besluit op de hoogte gesteld.

  • 10.2

    Een lid van het college die het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 10.3

    Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in het college en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 10.4

    Van de reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag.

  • 10.5

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een lid van het college is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 10.6

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van een lid van het college betrokken.

  • 10.7

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het collegelid.

  • 10.8

    De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 maart 2003.

de griffier

de voorzitter