Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit uitgifte parkeervergunningen 2010 |
Citeertitel | Besluit uitgifte parkeervergunningen 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | parkeervergunningen |
artikel 8 (onderdelen b en d) gelden van
1 oktober 2013 tot 1 april 2016
Parkeerverordening, art. 3
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-10-2013 | 01-10-2013 | 01-01-2015 | art. 8, toelichting op art. 8 | 10-09-2013 De Molenkruier 9-11-2013 | 2013/377 |
13-09-2012 | 01-10-2013 | art. 1, 2, 9, 14, toelichting op art. 9, 13 ,14 | 28-08-2012 De Molenkruier 12-09-2012 | 2012/657 | |
07-04-2011 | 13-09-2012 | art. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 12, 14, 15, 16, 18, 20, 21, 22, toelichting | 29-03-2011 De Molenkruier 6-04-2011 | 2011/5622 | |
07-04-2011 | art. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 12, 14, 15, 16, 18, 20, 21, 22, toelichting | 29-03-2011 De Molenkruier 06-04-2011 | 2011-5622 | ||
01-01-2010 | nieuwe regeling | 08-12-2009 De Molenkruier 16-12-2009 | onbekend |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
een al dan niet commerciële organisatie, zoals een instelling, politiediensten, met dien verstande dat beroepen en bedrijven worden beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond;
zorginstelling: een organisatie die onder de Kwaliteitswet zorginstellingen valt, met dien verstande dat daar in ieder geval onder begrepen wordt dat de organisatie tot doel heeft om gezamenlijke zorg te verlenen waarbij ten minste twee zorgverleners op een gelijkwaardig hiërarchisch niveau samenwerken;
een parkeerplaats waarover de aanvrager kan beschikken in een garage of op een perceel, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor de woning van de aanvrager bestemd is, met uitzondering van de met de woning verbonden ruimte die de bestemming garage heeft alsmede een losse garagebox, die niet direct met de woning verbonden is;
Artikel 2 Uitgifteplafond parkeervergunningen
Gelet op het bepaalde in artikel 2 van de Parkeerverordening 2010 wordt het uitgifteplafond voor parkeervergunningen, per parkeerzone jaarlijks voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar berekend. De maatstaf voor de berekening van het uitgifteplafond wordt bepaald aan de hand van het aantal parkeerplaatsen en het verwachte gebruik hiervan, waarvan
verwacht wordt dat deze gedurende het jaar waarin de parkeervergunningen zijn verleend, gehandhaafd blijven of zullen ontstaan.
Per 1 januari 2011 bedraagt het uitgifteplafond Zakelijk, Detailhandel en Horeca, Scholen met uitzondering van een werkparkeervergunning als bedoeld in artikel 12:
met dien verstande dat de daadwerkelijk te verlenen parkeervergunningen Zakelijk, Detailhandel en Horeca en Scholen 95 procent van het uitgifteplafond per parkeerzone bedraagt.
Artikel 3 Uitgiftecriteria parkeervergunning Bewoners
Indien de aanvrager beschikt over één parkeerplaats op eigen terrein wordt geen eerste bewonersparkeervergunning verleend. Indien een tweede bewonersparkeervergunning wordt aangevraagd, kunnen in afwijking van het derde lid, onderdeel b, maximaal drie kentekens worden opgenomen op de vergunning, met dien verstande dat tenminste één kenteken op naam van de bewoner, bedoeld in het eerste lid, staat.
Indien de aanvrager beschikt over twee of meer parkeerplaatsen op eigen terrein wordt een eerste en tweede bewonersparkeervergunning niet verleend. Indien een derde bewonersparkeervergunning is aangevraagd, kunnen in afwijking van het tweede lid, onderdeel c, maximaal drie kentekens worden opgenomen op de derde bewonersparkeervergunning, met dien verstande dat tenminste één kenteken op naam van de bewoner, bedoeld in het eerste lid, staat.
Artikel 4 Afwijkende geldigheid parkeervergunning Bewoners
Tijdens evenementen die plaatsvinden op het evenemententerrein De Brinkwal in Nieuwegein zijn de parkeervergunningen voor de parkeerzone M3 ook geldig in de parkeerzones M1 en M2.
Artikel 5 Volgorde van uitgifte parkeervergunning Bewoners
Indien twee of meer aanvragen voor bewonersparkeervergunningen worden ingediend, worden de aanvragen parkeervergunning Bewoners als bedoeld in artikel 3, derde tot en met vijfde lid, in volgorde van binnenkomst beoordeeld. Bij gelijktijdige binnenkomst van aanvragen van bewonersparkeervergunningen wordt de volgorde bepaald aan de hand van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, waarbij de aanvraag van degene die het langst staat ingeschreven op het betreffende adres, het eerst wordt beoordeeld.
Artikel 6 Wachtlijst parkeervergunning Bewoners
Indien het aantal aangevraagde parkeervergunningen het uitgifteplafond overschrijdt, worden de aanvragen per parkeerzone op een wachtlijst geplaatst. Bij de afhandeling van de aanvragen die op de wachtlijst vermeld staan is artikel 5 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de aanvragen op de wachtlijst voor parkeervergunningen Bewoners bij voorrang worden behandeld op nieuwe aanvragen voor een parkeervergunning Bewoners.
Artikel 8 Uitgiftecriteria parkeervergunning Zakelijk
Artikel 10 Volgorde van uitgifte parkeervergunning Zakelijk
Parkeervergunningen Zakelijk wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 naar evenredigheid verleend.
Artikel 11 Wachtlijst parkeervergunning Zakelijk
Indien het aantal aangevraagde parkeervergunningen Zakelijk het maximum aantal te verlenen parkeervergunningen overschrijdt, worden de aanvragen per parkeerzone op een wachtlijst geplaatst. Bij de afhandeling van de aanvragen die op de wachtlijst vermeld staan is artikel 10 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de aanvragen op de wachtlijst voor parkeervergunningen Zakelijk bij voorrang worden behandeld op nieuwe aanvragen voor een parkeervergunning Zakelijk.
Artikel 12. Uitgiftecriteria Werkparkeervergunning voor alle zones
Aan een bedrijf wordt op aanvraag een werkparkeervergunning verleend, indien wordt aangetoond dat voor het uitvoeren van werkzaamheden in een of meerdere parkeerzones het gebruik van een motorvoertuig onmisbaar is en bovendien de noodzaak van een werkparkeervergunning wordt aangetoond. Hiervan is sprake indien
met dien verstande dat geen werkvergunning wordt verleend voor het laden en lossen alsmede voor het doen van financiële afdrachten.
Artikel 14 Uitgiftecriteria parkeervergunning Detailhandel en Horeca
Het aantal per bedrijf te verlenen parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt bepaald op basis van het aantal Fte’s bij een bruto vloeroppervlakte kleiner of gelijk aan 350 vierkante meters, waarbij de volgende criteria gelden:
met dien verstande dat bij een bruto vloer oppervlakte groter dan 350 vierkante meter voor iedere 70 vierkante meter bruto vloeroppervlakte maximaal 1 parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt verleend, met een maximum van 5 extra parkeervergunningen.
Artikel 21 Verlenging van parkeervergunningen
Een parkeervergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onderdelen a en b, artikel 8, artikel 13, artikel 14, artikel 16, ten behoeve van een arts, artikel 19 en artikel 20 wordt jaarlijks verlengd, indien de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Parkeerbelastingverordening 2010 binnen de betalingstermijn, bedoeld in de parkeervergunning, is betaald, met dien verstande dat de leden twee tot en met vier van toepassing zijn.
Artikel 22 Beperking geldigheid parkeervergunningen
Een parkeervergunning kan beperkt worden tot een of meer parkeerzones of nader aangeduide straten in een of meer parkeerzones van maandag tot en met zaterdag.
Artikel 23 Ingetrokken parkeervergunning
Indien een parkeervergunning gedurende een kalenderjaar wordt ingetrokken, wordt een nieuwe aanvraag voor een parkeervergunning bij de aanvang van het daarop volgend kalenderjaar ingediend.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 8 december 2009,
secretaris
drs. P.C.M.van Elteren
burgemeester
drs. C.M.de Vos
Toelichting op het Besluit uitgifte parkeervergunningen 2010
Het parkeren voor vergunninghouders en betaald parkeren worden geregeld in de Parkeerverordening. De bevoegdheid om nadere regels met betrekking tot het uitgiftebeleid van parkeervergunningen vast te stellen vindt zijn grondslag in de Parkeerverordening 2010. Op grond van artikel 3, tweede lid, van de Parkeerverordening 2010 kan het college regels stellen voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen. Het onderhavig besluit voorziet hierin.
Het belanghebbendenparkeren maakt onderdeel uit van het fiscaal regime met betrekking tot het parkeerbeleid. Bij het belanghebbendenparkeren wordt een parkeerbelasting betaald voor het verkrijgen van een parkeervergunning. De belastingplicht, de maatstaf en wijze van heffing, de betaling en de naheffingsaanslag wordt geregeld in de Parkeerbelastingverordening (en het daarbij behorende tarieventabel). De tarieven voor deze belasting zijn bepaald in het Besluit betaald parkeren.
De gemeente Nieuwegein heeft ervoor gekozen om binnen de vastgestelde parkeerzones waar vergunninghouders kunnen parkeren ook parkeerapparatuur neer te zetten waar door losse parkeerders na betaling geparkeerd kan worden. Om de druk op de schaarse parkeerruimte niet nodeloos te verhogen is het daarom wenselijk om het aantal te verlenen parkeervergunningen per parkeerzone te maximeren. In dit besluit zijn daarom uitgifteplafonds vastgesteld.
Voor het belanghebbendenparkeren in de daarvoor bedoelde parkeerzones worden in dit besluit uitgiftecriteria geregeld. Hiermee wordt beoogd om een rechtvaardige verdeling van de schaarse parkeerruimte te bevorderen.
In artikel 3, derde lid, van de Parkeerverordening wordt opgesomd welke soorten parkeervergunningen en bezoekerspassen kunnen worden verleend. Bij de opbouw van dit besluit is die volgorde als leidraad gehanteerd bij de bepaling van de uitgiftecriteria.
Relevante aspecten bij de uitgiftecriteria zijn onder andere:
Om een eenduidige uitleg van de gehanteerde begrippen in dit besluit te bewerkstelligen wordt in dit artikel een aantal begrippen gedefinieerd. Daarbij zijn de gehanteerde begrippen in de Parkeerverordening 2010 uitgangspunt.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in het eerste lid niet specifiek de citeertitel van de Parkeerbelastingverordening (met jaartal) wordt vermeld, maar verwezen wordt naar de op dat moment geldende parkeerbelastingverordening. Dit is gedaan omdat de parkeerbelasting jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld. Praktijk is dat in de citeertitel daarbij telkens het jaartal wordt opgenomen en om te voorkomen dat dit artikellid jaarlijks gewijzigd moet worden is de voormelde omschrijving opgenomen.
Bij het begrip mantelzorg wordt verwezen naar de definitie daarvan in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In het kader van de Wmo is mantelzorg kernbegrip zodat aangesloten wordt bij deze definitie en binnen de reikwijdte van dit besluit wordt dezelfde betekenis toegekend aan dit begrip. Mantelzorg wordt in artikel 1, onderdeel b, van de Wmo als volgt gedefinieerd:
mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
Bij de definitie van zorginstelling is aansluiting gezocht bij de definitie zoals bepaald in de Kwaliteitswet zorginstellingen.
In onderdeel e wordt de definitie van de afkorting Fte ingevoegd. Deze definitie is opgenomen omdat in artikel 14 de uitgiftecriteria zijn gewijzigd. Het hanteren van de rekeneenheid die wordt gebruikt om de omvang van het personeelsbestand aan te duiden is een objectievere maatstaf dan wanneer uitgegaan wordt van het aantal voltijd medewerkers.Werkparkeervergunningen worden ook verleend aan medewerkers van de gemeente Nieuwegein. Aangezien de gemeente strikt genomen niet onder de definitie van bedrijf kan worden gevat is een tweede lid opgenomen waarin is bepaald dat onder bedrijf ook de gemeente Nieuwegein wordt bedoeld.
In dit artikel wordt het maximale aantal te verlenen parkeervergunningen geregeld. Het uitgifteplafond van parkeervergunningen wordt per parkeerzone jaarlijks voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar berekend en vastgesteld door het college. De vergunningentermijn loopt van 1 april tot en met 31 maart van een kalenderjaar.
Er wordt in het derde lid en vijfde lid een procentuele marge aangehouden van het beschikbaar betaald parkeerplaatsen om te voorkomen dat het aantal verleende parkeervergunningen niet strookt met de feitelijk beschikbare parkeerplaatsen. De marge in het derde lid wordt gehanteerd om in de loop van het jaar nieuwe eerste bewonersparkeervergunningen te kunnen verlenen.
Dezelfde redenering geldt voor de procentuele marge in het zesde lid met dien verstande dat deze marge wordt aangehouden voor de aldaar betreffende parkeervergunningen. Zo nodig kan het college het uitgifteplafond per parkeerzone aanpassen indien het aantal beschikbare betaald parkeerplaatsen met meer dan 5% toe of afneemt (tweede lid). De beschikbare betaald parkeerplaatsen in een parkeerzone worden maandelijks geteld.(tweede lid).
De aantallen die staan vermeld in de leden 3 en 6 zijn 100 procent aantallen. Duidelijkheidshalve worden hieronder de aantallen vermeld op basis van de 95% van het uitgifteplafond per parkeerzone voor parkeervergunningen bedoeld in de leden 3 en 5 weergegeven:
De aantallen in het derde en vijfde lid zijn berekend op basis van de daadwerkelijke parkeercapaciteit, de verhouding tussen woningen en bedrijven en gehanteerde aanwezigheidspercentages uit de CROW-publicatie 182. De naam CROW is een afkorting van Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek. Deze volledige naam wordt tegenwoordig bijna nooit meer gebruikt. CROW noemt zichzelf liever ‘kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte’.
Het uitgifteplafond parkeervergunningen Bewoners kan de parkeercapaciteit overschrijden doordat dubbelgebruik van parkeerplaatsen mogelijk is. Voor het berekenen van dubbelgebruik is gebruik gemaakt van kengetallen van CROW-publicatie 182. Conform de berekeningen van CROW zal in de praktijk dubbelgebruik van parkeerplaatsen aan de orde zijn, omdat iedere doelgroep niet op hetzelfde moment aanwezig zijn.
In artikel 3 is een verduidelijking van het vereiste voor de aanvraag van een parkeervergunning Bewoners opgenomen. Nu wordt uitdrukkelijk bepaald dat de bewoner een zelfstandige woning heeft in de parkeerzone én dat deze bewoner een motorvoertuig in eigendom heeft of bezit.
De aanvraag voor parkeervergunningen wordt getoetst aan de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Daarmee wordt bedoeld dat bekeken wordt of de aanvrager voor een parkeervergunning Bewoners daadwerkelijk is opgenomen in de gba en de naam en adresgegevens overeenstemmen met die in de gba (eerste lid).
In het tweede lid wordt bepaald welke gegevens verstrekt moeten worden om een aanvraag voor bewonersparkeervergunning te kunnen beoordelen.
In het vierde lid wordt bepaald dat bewoners met een eigen parkeerplaats geen recht hebben op een eerste bewonersparkeervergunning. Een voorbeeld hiervan zijn de bewoners van appartementen boven Cityplaza met een parkeerplaats op eigen terrein.
In het zesde lid wordt specifiek bepaald dat bewoners woonachtig aan de Goudvink 37 tot en met 49 bewonersparkeervergunningen kunnen krijgen. Dit is gedaan omdat deze bewoners niet in de parkeerzone D2 wonen en de parkeergelegenheid van deze bewoners bevindt zich in parkeerzone D2.
Tijdens evenementen op het evenemententerrein De Brinkwal (bijvoorbeeld circus of kermis) wordt het toegestaan dat houders van bewonersparkeervergunning voor de parkeerzone M3 gedurende het evenement ook in de parkeerzones M1 en M2 kunnen parkeren. Gelet op het feit dat deze evenementen relatieve korte duur zijn wordt het redelijk geacht dat er een verhoogde parkeerdruk in deze parkeerzones kan ontstaan.
Er wordt uitgegaan van een bepaalde rangorde tussen eerste tot en met de vierde bewonersparkeervergunning.
In de parkeerzones met voornamelijk een woonfunctie kunnen per adres indien er voldoende feitelijke parkeerruimte is eerste tot en met vierde bewonersparkeervergunningen worden verleend.
Bij de wachtlijst parkeervergunning Bewoners wordt dezelfde rangorde gehanteerd als bij vergunningverlening. Logisch hierbij is dat aanvragen op een wachtlijst voor parkeervergunningen Bewoners gaan voor nieuwe aanvragen.
Bij een aanvraag voor een bezoekerspas Bewoners dient vermeld te worden voor welk adres (woning) een bezoekerspas gewenst is. De gemeentelijke basisadministratie wordt geraadpleegd om te bepalen welke parkeerzone van toepassing is (eerste lid). De aanvrager is verplicht om zich met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, Europese identiteitskaart, rijbewijs) te identificeren.
Het gebruik van een bezoekerspas is gemaximeerd tot 150 uren per kwartaal. Dit is gedaan om de parkeerbalans in de parkeerzone in tact te houden. Vanuit billijkheidsoverwegingen geldt voor een bezoekerspas Bewoners een gereduceerd tarief in overeenstemming met het bepaalde in de tarieventabel Parkeerbelastingverordening 2010(tweede lid).
Het college kan, bij openbaar te maken besluit, en met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 lid 5 van de Parkeerverordening 2010 een maximum aantal uit te geven vergunningen en bezoekerspassen per parkeerzone en per categorie vaststellen. In artikel 8 wordt de uitgifte van parkeervergunningen Zakelijk waaronder parkeerzone B2 en parkeerzone M2 geregeld. De reden waarom deze uitgiften zijn verhoogd is de behoefte aan extra parkeermogelijkheden voor bedrijven en de ruimere beschikbaarheid aan parkeerplaatsen tijdens kantoortijden in deze gebieden. De parkeerbalans zal door deze uitbreiding niet uit evenwicht raken. De tijdelijkheid van deze overuitgifte wordt beperkt tot 1 april 2016, aangezien dat het eerste jaar zal zijn nadat de 1e en 2e fase van de afbouw van de Binnenstad zullen zijn afgerond.
Het bruto vloeroppervlak is het totaal aantal vierkante meters waarover een bedrijf kan beschikken en kan derhalve hoger zijn dan het aantal vierkante meters dat effectief wordt gebruikt. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld herleid worden uit een plattegrondtekening van een bedrijf.
In het centrumgebied is in verhouding tot de overige parkeerzones (D1, D2, M1, M2, M3 en W1) de parkeerdruk hoger en daardoor is de parkeerruimte voor bedrijven schaarser. Bij de bepaling van de verhouding tussen het aantal vergunningen aan het bruto vloer oppervlakte is de locatie van de parkeerzone (al dan niet centrumgebied) een beslissende factor.
In de parkeerzones buiten het centrum kunnen dan ook relatief gezien meer parkeervergunningen zakelijk worden verleend (eerste lid).
Indien een bedrijf beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein wordt het maximaal aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met het feitelijk aantal plaatsen op eigen terrein van het bedrijf (tweede lid onderdeel a).
Indien een bedrijf op basis van een contract met de gemeente Nieuwegein afspraken heeft gemaakt over het aantal parkeerplaatsen die gerealiseerd had moet worden (maar nog niet zijn gerealiseerd), worden deze nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering gebracht op het maximaal te verlenen parkeergunningen Zakelijk. In dit geval heeft een bedrijf de mogelijkheid om de gemeente een afkoopsom te betalen ten behoeve van de aanleg van openbare parkeerplaatsen (tweede lid, onderdeel b).
Een parkeervergunning Zakelijk is niet geldig in het weekend. De beperking is aangehouden vanwege het feit dat bedrijven waar dit soort parkeervergunningen voor bedoeld zijn in het algemeen tijdens kantooruren geopend, althans in bedrijf zijn.
De parkeervergunningen Zakelijk verleend voor de parkeerzone M3 zijn ook geldig in parkeerzone M2. Dit houdt in de praktijk dat indien aan een bedrijf in parkeerzone M3 maximaal verleende parkeervergunningen Zakelijk gebruikt kunnen worden in parkeerzone M2. Deze mogelijkheid is gecreëerd omdat in de praktijk is gebleken dat er gebrek aan parkeerruimte kan ontstaan. Indien er sprake is van een hoge parkeerdruk in parkeerzone M3 kan de parkeerruimte ondervangen worden in parkeerzone M2, waar relatief gezien sprake is van een lagere parkeerdruk (tweede lid).
Ook aan de politie verleende parkeervergunningen Zakelijk zijn niet geldig in het weekend. Bij calamiteiten kan een dienstdoende politieagent te allen tijde zijn of haar (motor-)voertuig voorzien van zwaailicht parkeren in gebied waar gereguleerd parkeren geldt.
De volgorde van de verlening van parkeervergunningen Zakelijk vindt plaats aan de hand van de norm in artikel 8. Daarbij wordt bij de verlening naar evenredigheid ingevuld. Hierbij wordt tevens verwezen naar het bepaalde in artikel 21, tweede lid.
Dit artikel spreekt voor zich.
Voor het laden en lossen van zaken alsmede het doen van financiële afdrachten kan geen werkvergunning worden aangevraagd. Dit type handelingen hebben een incidenteel karakter die vaak van kortdurende aard zijn en daarom – gelet op de schaarse parkeerruimte – het niet redelijk wordt geacht om hiervoor werkparkeervergunningen te verlenen.
Voorbeelden van artikel eerste lid, onderdeel b zijn een verhuisbedrijf, een cateringbedrijf of een makelaar.
De werkparkeervergunning staat niet op kenteken. In artikel 1, tweede lid, is een verruiming van het begrip op genomen op grond waarvan ook aan medewerkers van de gemeente Nieuwegein een werkparkeervergunning kan worden verleend voor zo ver dat in het kader van de uitvoering van hun functie noodzakelijk is.
De verstrekking van een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel is niet van toepassing voor medewerkers van de gemeente Nieuwegein.
Het aantal leslokalen van een school welke de school daadwerkelijk in gebruik heeft als leslokalen is bepalend voor het aantal te verlenen parkeervergunningen.
Bij het bepalen van het aantal parkeervergunningen Detailhandel en Horeca wordt het hanteren van het aantal Fte als een objectieve maatstaf beschouwd. Voor het bepalen van het aantal parkeervergunningen Detailhandel en Horeca is op basis van het aantal Fte´s een evenredige verdeelcriterium opgenomen, met dien verstande dat bij die verdeling geldt dat de bruto vloeroppervlakte kleiner of gelijk is dan 350 vierkante meters. Het bruto vloeroppervlakte is het totaal aantal vierkante meters waarover een bedrijf kan beschikken en kan derhalve hoger zijn dan het aantal vierkante meters dat effectief wordt gebruikt. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld herleid worden uit een plattegrondtekening van een bedrijf. Voor detailhandel en horeca met een bruto vloeroppervlakte die meer dan 350 vierkante meters bedraagt kan het criterium van het aantal Fte’s onevenredig uitwerken in de praktijk bij de toekenning van het aantal parkeervergunningen. Vandaar dat voor deze ondernemingen het aanvullend criterium van bruto vloeroppervlakte wordt gehanteerd.
Met deze norm wordt rekening gehouden met intensieve en extensieve detailhandel (en horeca). Bijvoorbeeld: kapperszaken hebben veel medewerkers op een kleiner bruto vloeroppervlakte ten opzichte van andere type winkels.
Indien een detailhandels- of horecazaak beschikt over een bruto vloeroppervlak groter dan 350 vierkante meter wordt gekeken naar het aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte waar de zaak over beschikt. Dan geldt dat aan de betreffende detailhandels- of horecazaak 1 parkeervergunning per 70 vierkante meter bruto vloeroppervlak kan worden verleend met een maximum van 5 extra parkeervergunningen.
Indien een detailhandels- of horecazaak beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein wordt het maximaal aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met het feitelijk aantal plaatsen op eigen terrein van het bedrijf (vierde lid onderdeel a).
Indien een detailhandels- of horecazaak op basis van een contract met de gemeente Nieuwegein afspraken heeft gemaakt over het aantal parkeerplaatsen dat gerealiseerd had moeten worden (maar nog niet zijn gerealiseerd), worden deze nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering gebracht op het maximaal te verlenen parkeergunningen Detailhandel en Horeca. In dit geval heeft een bedrijf de mogelijkheid om de gemeente een afkoopsom te betalen ten behoeve van de aanleg van openbare parkeerplaatsen (vierde lid, onderdeel b).
Bezoekers van bedrijven en scholen kunnen aanspraak maken op een bezoekerspas Zakelijk. Het gebruik van de bezoekerspas Zakelijk is gerelateerd aan het aantal dagkaarten per parkeerzone per kwartaal. Hierbij is onderscheid gemaakt in parkeerzones in het centrum en parkeerzones die buiten het centrum zijn gelegen.
In het centrumgebied is het aantal dagkaarten per verstrekte bezoekerspas Zakelijk minder (4) dan het aantal dagkaarten per verstrekte bezoekerspas Zakelijk buiten het centrumgebied (10). De ratio is hierachter is dat de parkeerdruk in het centrum relatief hoger is dan buiten het centrum.
Op grond van de tarieventabel bij de Parkeerbelastingverordening geldt een gereduceerd tarief voor de bezoekerspas Zakelijk.
Een arts of andere zorgverlener dient zijn patiënten met gemak te kunnen bereiken. Vanuit deze optiek is het mogelijk dat arts (en andere zorgverleners) een parkeervergunning Zorg kunnen aanvragen.
Mantelzorg is een vorm van zorg die de laatste jaren steeds meer uitgeoefend worden. Het met gemak kunnen parkeren bij de bewoner die mantelzorg behoeft is hier de hoofdreden geweest om dit type vergunning te kunnen aanvragen.
De begrenzing van het westelijk deelgebied in parkeerzone B2 is nader aangeduid in de tarieventabel bij de Parkeerbelastingverordening 2010 en de overzichtskaart bij het Besluit betaald parkeren.
Per aanvraag worden 2 parkeervergunningen Marktkooplieden verleend. De reden hiervoor is dat marktkooplieden hun te verkopen waar in aanhanger of iets dergelijks vervoeren en daarom extra parkeerruimte daarvoor nodig hebben.
Vergunningen voor aanbieders van motorvoertuigen bestemd voor autodate worden verleend met het oog op de bijdrage die daardoor kan worden geleverd aan het selectief gebruik van de auto. In het derde lid wordt daarom uitdrukkelijk bepaald dat per autodateplaats maximaal één autodateparkeervergunning wordt verleend. Het selectief gebruik wordt verder benadrukt doordat op een parkeervergunning Autodate maximaal één kenteken wordt vermeld.
Om oneigenlijk gebruik te voorkomen wordt in dit artikel geregeld dat per vijf parkeerplaatsen op eigen terrein een parkeervergunning garage wordt verleend.
In het eerste lid wordt bepaald dat de volgende parkeervergunningen jaarlijks worden verlengd, mits
de belasting voor parkeervergunning daarvoor binnen de in de parkeervergunning bedoelde termijn is voldaan:
Indien alle te verlenen parkeervergunningen Zakelijk worden verleend (uitgifteplafond) dan is er geen ruimte voor nieuwe aanvragen gedurende het kalenderjaar. Om bedrijven te faciliteren en de administratieve lasten te beperken wordt 70% procent van de aan hun verleende vergunningen jaarlijks automatisch verlengd (tweede lid).
Dezelfde motivering ligt ten grondslag aan het bepaalde in het derde en vierde lid. In deze leden worden alleen de maximale aantallen aangeduid.
Een derde en vierde bewonersparkeervergunning, een parkeervergunning Mantelzorg, een parkeervergunning Marktkooplieden en een werkparkeervergunning moeten elk jaar opnieuw worden aangevraagd. De reden hiervoor is dat bij de aanvraag de feitelijke omstandigheden van de aanvrager, die getoetst worden aan de criteria voor de uitgifte jaarlijks in verhouding met de overige parkeervergunningen meer onderhevig zijn aan veranderingen. Hierdoor wordt het redelijk geacht dat dit soort parkeervergunningen jaarlijks opnieuw moeten worden aangevraagd.
Hierbij wordt benadrukt dat de aanvragen voor een eerste tot en met vierde bewonersvergunning enparkeervergunning Zakelijk die op een wachtlijst zijn geplaatst niet opnieuw hoeven te worden aangevraagd. Dit blijkt ook uit het bepaalde in artikel 6 en artikel 11.
In dit artikel wordt bepaald dat voor alle soort parkeervergunningen geldigheidsbeperkingen mogelijk zijn (parkeerzones en of dagen). Deze beperkingen moeten nadrukkelijk in de vergunning worden opgenomen.
Indien een parkeervergunning gedurende een kalenderjaar wordt ingetrokken, wordt een nieuwe aanvraag voor parkeervergunning bij de aanvang van het daarop volgend kalenderjaar ingediend.
Het wordt redelijk en billijk geacht dat indien een parkeervergunning op grond van een van de intrekkingsgronden als bedoeld in artikel 6 van de Parkeerverordening 2010 wordt ingetrokken dat pas in het daaropvolgende kalenderjaar een nieuwe kan worden ingediend.
Om de afhandeling van de aanvragen te bespoedigen en te verduidelijken voor de aanvrager wordt gebruikt gemaakt van een aanvraagformulier conform het model dat bij dit besluit is gevoegd.
Dit besluit heeft onmiddellijke werking. Door te bepalen dat het oude besluit wordt ingetrokken, wordt bewerkstelligd dat het nieuwe regime ook geldt voor parkeervergunningen die voor de inwerkingtreding van dit besluit zijn verleend.