Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken
CiteertitelInspraakverordening Nieuwegein
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Inspraakverordening Nieuwegein, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 september 2005.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 150
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-07-2008nieuwe regeling

16-07-2008

De Molenkruier, 30-07-2008

2008-297

Tekst van de regeling

Intitulé

Inspraakverordening Nieuwegein

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Nieuwegein;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 juni 2008;

gelet op artikel 150 Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

a.

inspraak:

het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

b.

inspraakprocedure:

de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

c.

beleidsvoornemen:

het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Het bevoegd bestuursorgaan besluit of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht;

  • 3.

    Inspraak ten aanzien van ruimtelijk beleid wordt altijd verleend op beleidsvoornemens betreffende:

    • a.

      de voorbereiding van ruimtelijke visies, zoals structuurvisies en (stedenbouwkundige) ontwikkelingsvisies;

    • b.

      de voorbereiding van bestemmingsplannen en beheersverordeningen, behoudens bestemmingsplannen en beheersverordeningen die enkel dienen ter verwerking van onherroepelijke projectbesluiten;

  • 4.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2.

    Het bevoegd bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

  • 3.

    Bij een voornemen tot voorbereiding van besluiten van ruimtelijke beleidsvoornemens wordt de termijn als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gesteld op twee weken.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bevoegd bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bevoegd bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4.

    Ten aanzien van ruimtelijk beleid als bedoeld in artikel 2 lid 3, worden de werkzaamheden als bedoeld in het eerste en het derde lid uitgevoerd door burgemeester en wethouders.

  • 5.

    De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De Inspraakverordening Nieuwegein, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 september 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening Nieuwegein.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 juli 2008

de griffier

de voorzitter