Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Verordening raadscommissies gemeente Nieuwegein

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening raadscommissies gemeente Nieuwegein
CiteertitelVerordening raadscommissies gemeente Nieuwegein
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-07-200901-07-2012nieuwe regeling

08-07-2009

De Molenkruier 15-07-2009

2009-319

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening raadscommissies gemeente Nieuwegein

De raad van de gemeente Nieuwegein;

gelet op het bepaalde in artikel 82 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het presidium van de raad van 10 juni 2009;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening raadscommissies gemeente Nieuwegein

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie zijnde raads- of commissielid;

  • a.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • b.

    commissiegriffier: commissiegriffier van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • d.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • e.

    voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

  • f.

    terugkoppelingsformulier: het formulier waarop de advisering van de commissie over een raadsvoorstel aan de raad wordt gedaan.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken, samenstelling, benoeming en gecombineerde vergaderingen

Artikel 2 Instelling raadscommissies en gecombineerde commissievergaderingen

  • 1.

    De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Algemene en bestuurlijke zaken (ABZ),

    • b.

      Ruimtelijke inrichting en milieu (RIM),

    • c.

      Sociale omgeving en cultuur (SOC),

    • d.

      Grote Gebiedgerichte Ontwikkeling (GGO).

  • 2.

    De raadscommissie Algemeen bestuurlijke zaken adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: bestuurlijke vernieuwing, mondiaal beleid, financiën, grondbedrijf, personeel en organisatie, openbare orde en veiligheid, handhaving, regiozaken, informatie- en communicatietechnologie (ict), onderzoek en monitoring en communicatie en inspraak, stadswinkel/dienstverlening, wijkgericht werken.

  • 3.

    De raadscommissie Ruimtelijke inrichting en milieu adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: ruimtelijke ordening, monumentenzorg, stadsontwikkeling, verkeer en vervoer, bouw- en woningtoezicht, volkshuisvesting, stadsbeheer, parkeren en milieu.

  • 4.

    De raadscommissie Sociale omgeving en cultuur adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen: welzijn, sociaal cultureel werk, kinderopvang, cultuur, musea, volksgezondheid, onderwijs, sociale zaken en arbeid, doelgroepenbeleid en sport en recreatie, wet maatschappelijke ondersteuning en economische zaken.

  • 5.

    De raadscommissie Grote gebiedsgerichte ontwikkeling adviseert en overlegt over de volgende integrale onderwerpen: Binnenstad, Het Klooster, Lekboulevard/Hoogzandveld, Galecopperzoom (inclusief hoogspannings- en gasleidingen), Blokhoeve, Liesbosch en Laagraven.

  • 6.

    Het presidium kan aan de raad voorstellen doen om aan onderwerpen genoemd in lid 2 tot en met lid 5 andere en/of nieuwe onderwerpen toe te voegen en/of te wijzigen.

  • 7.

    Een onderwerp, dat naar het oordeel van het presidium van de raad de werkkring van meer dan één commissie raakt, wordt door dit orgaan aan meer dan één commissie voorgelegd.

  • 8.

    Het presidium kan daarvoor een gecombineerde commissievergadering uitschrijven of kan de voorzitter en de leden van de raadscommissie die het onderwerp minder aangaan, uitnodigen om deel te nemen aan de behandeling van het onderwerp in de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat.

  • 9.

    Indien een gecombineerde commissievergadering wordt belegd dan wordt deze voorgezeten door de voorzitter van de commissie die het onderwerp het meest aangaat.

  • 10.

    De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing op de gecombineerde commissievergadering.

Artikel 3 Taken

  • 1.

    Een raadscommissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het voorbereiden van de besluitvorming in de raad door het uitbrengen van een advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde, vierde of vijfde lid, genoemde onderwerpen;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

    • c.

      het voeren van overleg met het college of de burgemeester over de voorstellen ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid, derde, vierde en vijfde lid, genoemde onderwerpen, tijdens de behandeling in raadscommissie;

  • 2.

    De adviezen van de commissie aan de raad worden bij de betreffende raadstukken gevoegd.

Artikel 4 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    Een raadscommissie bestaat uit ten minste één en maximaal drie leden per fractie.

  • 2.

    De leden, die door de raadsfracties worden voorgedragen, worden door de raad benoemd.

  • 3.

    De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn overeenkomstig van toepassing op een lid van een raadscommissie.

  • 4.

    Elke raadsfractie mag totaal maximaal drie commissieleden, niet raadsleden, voordragen voor benoeming door de raad.

  • 5.

    In iedere commissie draagt iedere raadsfractie tenminste één raadslid voor benoeming en kan maximaal één commissielid, niet raadslid, voordragen voor benoeming door de raad, tenzij het raadslid tevens voorzitter is van die commissie. In dat geval mag de fractie die de voorzitter levert een extra commissielid, niet raadslid voordragen.

  • 6.

    Een commissielid, niet raadslid, mag maximaal in twee commissies worden benoemd.

  • 7.

    In een commissievergadering mogen commissieleden per raadsfractie elkaar vervangen met in achtneming van hetgeen is gesteld in lid 1 en 2 en melden dit vooraf aan de voorzitter. Per fractie mag maximaal één commissielid niet zijnde raadslid, in een commissie aanwezig zijn.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd. De commissievoorzitters nemen onderling waar in geval van afwezigheid.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures voorzitter en leden commissies

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid en de voorzitter eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid en een voorzitter houden op respectievelijk lid te zijn en voorzitter te zijn van een raadscommissie indien hij/zij niet meer voldoet aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een lid op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd, ontslaan.

  • 4.

    De raad kan de voorzitter ontslaan.

  • 5.

    Een lid of de voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid van de commissie dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege. Tevens vervalt het voorzitterschap van de commissie.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    De griffier zorgt voor de ambtelijke ondersteuning.

  • 2.

    De commissiegriffier ondersteunt de commissie.

  • 3.

    De commissiegriffier draagt zorg voor het vastleggen van het advies van de commissie aan de raad van de behandelde onderwerpen op het terugkoppelingsformulier na afloop van de commissievergadering.

  • 4.

    De commissiegriffier draagt zorg voor de besluitenlijst, conform artikel 18 van deze verordening na afloop van de commissievergadering.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen al dan niet op zijn/hun verzoek om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De vergaderingen van de raadscommissies vinden plaats volgens een door het presidium jaarlijks vast te stellen vergaderschema.

  • 2.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien het presidium en de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste de helft van het aantal leden van de raadscommissie schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken bij het presidium.

Artikel 10 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt tenminste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda, die door het presidium is vastgesteld en de daarbij behorende stukken, inclusief van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, onder vermelding van geheim worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

Artikel 11 De agenda

  • 1.

    Bij aanvang stelt de raadscommissie op voorstel van de voorzitter de agenda vast.

  • 2.

    Een verzoek om een onderwerp aan de agenda toe te voegen kan worden ingediend, onder voorwaarde dat voorstellen hieromtrent, schriftelijk en gemotiveerd aan het presidium ter kennis zijn gebracht, uiterlijk voordat het presidium de voorlopige agenda vaststelt. Indien het presidium de voorlopige agenda reeds heeft vastgesteld, kan een verzoek om een onderwerp aan de agenda toe te voegen dan wel af te voeren alleen in spoedeisende gevallen worden ingediend bij de commissievoorzitter. In dat geval en ook indien de agenda en stukken reeds zijn verzonden, beslist de commissievoorzitter over een dergelijk verzoek.

  • 3.

    Indien het presidium het verzoek zoals in lid 2 van dit artikel niet overneemt, dan zal presidium deze beslissing gemotiveerd ter kennis van het commissielid, het college dan wel de raadscommissie brengen.

  • 4.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 Rondvraag

  • 1.

    Aan het eind van de vergadering is er voor de leden van de commissie gelegenheid tot het stellen van vragen ten aanzien van artikel 2, tweede, derde, vierde, en vijfde lid genoemde onderwerpen aan het college over het door hem gevoerde bestuur, voor zover dat niet bij de geagendeerde onderwerpen aan de orde komt. Indien er geen vragen zijn ingediend wordt deze mogelijkheid tot het stellen van vragen niet gehouden.

  • 2.

    Het lid van de commissie dat van de rondvraag gebruik wil maken, meldt de vragen schriftelijk uiterlijk 24 uur voorafgaande aan de commissievergadering bij de commissiegriffier.

  • 3.

    Indien zich binnen 24 uur voorafgaande aan de vergadering zeer urgente onderwerpen van grote actualiteit zich aandienen, kan een commissielid ter vergadering vragen stellen in de rondvraag. De voorzitter beslist gemotiveerd of de vragen gesteld kunnen worden.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt de volgorde, waarin aangemelde onderwerpen voor de rondvraag aan de orde worden gesteld.

  • 5.

    Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan de wethouder(s) of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden met

    het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3.

    De stukken die vallen onder artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet worden verzonden, conform artikel 11 lid 2.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in een plaatselijk huis aan huisblad, in het gemeentelijk informatieblad door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt .

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • b.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden op de agenda alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Inspreken

  • 1.

    Bij het begin van de vergadering worden aanwezige inwoners en andere belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om het woord te voeren over zaken die uitsluitend de onderwerpen van de commissie betreffen of de geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

    • d.

      de lijst van ingekomen stukken, de mededelingen, de besluitenlijst, de lijst van toezeggingen en de onderwerpen voor de rondvraag.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk een half uur vóór de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.
    • a.

      Bij het inspreken op een onderwerp aanhangig de agenda geeft de voorzitter bij de behandeling van het betreffende onderwerp het woord op volgorde van aanmelding.

    • b.

      Bij inspreken op een onderwerp niet-aanhangig de agenda geeft de voorzitter bij het begin van de vergadering de spreker het woord.

  • 6.

    Elke spreker of spreker namens een groep van sprekers krijgt in de eerste termijn maximaal vijf minuten het woord met dien verstande dat de totale spreektijd per onderwerp maximaal vijftien minuten bedraagt. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan drie sprekers zijn. De voorzitter kan hiervan afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 7.

    In de tweede termijn krijgt elke spreker of spreker namens een groep van sprekers, maximaal drie minuten het woord met dien verstande dat de totale spreektijd per onderwerp maximaal negen minuten bedraagt. Indien er meer dan drie sprekers zijn in de tweede termijn, dan verdeelt de voorzitter de spreektijd evenredig. De voorzitter kan hiervan afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

Artikel 18 De besluitenlijst

  • 1.

    De commissiegriffier draagt zorg voor het vastleggen van het gesprokene in de vergadering van de raadscommissie op de digitale geluidsdrager. Er wordt een besluitenlijst gemaakt door de commissiegriffier.

  • 2.

    De besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep.

  • 3.

    Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering met inachtneming de door de commissie verlangde wijzigingen vastgesteld.

  • 4.

    De besluitenlijst moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de ter vergadering aanwezige leden en voor zover aanwezig van de griffier, de burgemeester en de wethouders, de secretaris, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      afzonderlijk wordt vermeld welke leden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de onderwerpen die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de ingenomen politieke standpunten, gemotiveerde stellingnames en conclusies;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring.

  • 5.

    De besluitenlijst wordt opgesteld door de commissiegriffier onder het toezicht van de griffier.

  • 6.

    De besluitenlijst wordt door de commissie vastgesteld en vervolgens ondertekend door de voorzitter en de commissiegriffier.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 20 Spreektijd

  • 1.

    De spreektijd in de vergadering bedraagt maximaal tien minuten per fractie. De voorzitter handhaaft de spreektijd die door de commissiegriffier wordt bijgehouden.

  • 2.

    De voorzitter kan een afwijkend voorstel doen over de spreektijd.

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog in eerste termijn niet worden gestoord, tenzij de voorzitter interrupties op het betoog van de spreker toestaat. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen. Van een dergelijk voorval wordt in de besluitenlijst melding gemaakt.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5.

    Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd door de voorzitter.

Artikel 23 Beraadslaging

De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

Artikel 24 Behandeling ter inzage stukken

Een korte discussie omtrent de ter inzage gelegde stukken is mogelijk. Indien uitgebreidere discussie, nadere (ambtelijke) advisering of bestuurlijke standpuntbepaling gewenst blijkt, dan overlegt de voorzitter met de commissie en daarna met het presidium om dit ingekomen stuk als apart agendapunt te agenderen voor een volgende vergadering.

Artikel 25 Uitnodigen ambtelijke organisatie voor het verstrekken van informatie

Indien de commissie daarom verzoekt overlegt de voorzitter met het college om een lid van de ambtelijke organisatie uit te nodigen in de vergadering, ten einde voor- of toelichting te verstrekken.

Artikel 26 Uitnodigen door raad benoemde vertegenwoordigers voor het verstrekken van informatie met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen aan de commissie

De door de raad benoemde afgevaardigde in een bestuur of commissie verstrekt regelmatig informatie over de voortgang van zaken met betrekking tot de gemeenschappelijke regeling, het bestuur c.q. het orgaan, waarin hij of zij zitting heeft.

Artikel 27 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 28 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

  • 5.

    In het advies wordt tevens aangegeven of het voorstel een bespreek- of hamerstuk moet zijn in de raad en als het een bespreekstuk is, over welk onderwerp in eerste termijn het woord zal worden gevoerd door welke fractie.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering en geheimhouding opleggen en opheffen

Artikel 29 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 30 Besloten vergadering

De deuren van de vergadering worden gesloten wanneer ten minste één vijfde van het aantal aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

Artikel 31 De besluitenlijst

  • 1.

    Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijke besluitenlijst gemaakt.

  • 2.

    Deze besluitenlijst in ontwerp wordt tegelijk met de oproep van de volgende vergadering verzonden, conform artikel 10 lid 2 en hetgeen is gesteld in artikel 13 lid 3.

  • 3.

    Deze besluitenlijst wordt in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag.

Artikel 32 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen ten aanzien van zaken waarvan de commissie zichzelf geheimhouding heeft opgelegd.

Artikel 33 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 34 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde in de vergadering verstoren te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij ten hoogste drie maanden de toegang ontzeggen.

Artikel 35 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling vooraf aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 36 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 38 Uitleg verordening

  • 1.

    Het presidium van de raad kan voorzieningen treffen ten aanzien van onderwerpen, welke in deze verordening niet of naar hun oordeel niet voldoende zijn geregeld.

  • 2.

    Het presidium beslist over de geschillen welke omtrent de uitleg en de toepassing van deze verordening rijzen. In geval van geschillen tijdens de vergadering beslist de voorzitter.

  • 3.

    Van de getroffen maatregelen als bedoeld in het eerste en tweede lid doet het presidium resp. de voorzitter onverwijld mededeling aan de raad.

Artikel 39 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies Nieuwegein vastgesteld bij raadsbesluit van 14 maart 2002, en alle nadien vastgestelde wijzigingen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 juli 2009.

de griffier

de voorzitter