Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening Gemeente Nieuwegein |
Citeertitel | Monumentenverordening Nieuwegein |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Erfgoedverordening Nieuwegein 2010.
1. Gemeentewet, art. 149: 2. Monumentenwet, art. 12, 14, 51; 3. Bouwverordening Nieuwegein; 4. Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-09-2007 | 07-10-2010 | nieuwe regeling | 19-07-2007 Ons Nieuwegein 03-08-2007 | 2007-151 |
De raad van de gemeente Nieuwegein;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 mei 2007;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 14 en 51 van de Monumentenwet 1988, de Bouwverordening Nieuwegein en de Algemene wet bestuursrecht;
besluit vast te stellen "de Monumentenverordening Gemeente Nieuwegein".
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
HOOFDSTUK 2 Beschermde gemeentelijke monumenten
Paragraaf 1 De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument en de registratie op de gemeentelijke monumentenlijst.
Artikel 3 De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk monument
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de registratie als bedoeld in artikel 6 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 9 tot en met 13 van overeenkomstige toepassing.
De aanwijzing bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan de aanvrager, degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan en aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers.
Paragraaf 2 Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten.
De aanvraag om een vergunning bedoeld in artikel 9, tweede lid, wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders geeft met betrekking tot een beschermd kerkelijk monument geen vergunning ingevolge artikel 9, tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
HOOFDSTUK 4 Gemeentelijke stads- en dorpsgezichten
Artikel 18 De wijziging en intrekking van de aanwijzing
De artikelen 7 en 8 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor gemeentelijke monumentenlijst moet worden gelezen lijst van beschermde gemeentelijke stads- en dorpsgezichten, dat in plaats van het college van burgemeester en wethouders gelezen moet worden ‘gemeenteraad’ en dat in artikel 8, derde lid, voor artikel 3 moet worden gelezen artikel 35 van de Monumentenwet 1988.
HOOFDSTUK 5 Slot- en overgangsbepalingen
Hij, die handelt in strijd met artikel 9 en 20 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.