Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene voorschriften leidingen gemeente Nieuwegein |
Citeertitel | Algemene voorschriften leidingen gemeente Nieuwegein |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | artikel 3 | 31-10-2023 | |||
11-02-2014 | 01-01-2024 | art. 3 | 30-07-2013 Gemeenteblad 10-02-2014 | Onbekend. | |
01-07-2009 | 11-02-2014 | nieuwe regeling | 12-05-2009 De Molenkruier 23-06-2009 | Onbekend. | |
01-07-2009 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 12-05-2009 De Molenkruier 23-06-2009 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein;
gelet op artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening;
overwegende dat het wenselijk is algemene regels vast te stellen inzake het voor het leggen, hebben, onderhouden of verwijderen van leidingen in de openbare ruimte ten behoeve van elektriciteit, water en gas;
Algemene voorschriften leidingen gemeente Nieuwegein
voor het leggen, hebben, onderhouden of verwijderen van leidingen in de openbare grond binnen de gemeente Nieuwegein
In deze algemene voorschriften wordt verstaan onder:
Artikel 3 leggen van leidingen
Indien de leidingen niet op de voorgeschreven of overeengekomen diepte en of locatie liggen en in ieder geval niet voldoen aan het vijfde lid, dan dient de vergunninghouder op eerste aanvraag van de gemeente deze leidingen op de juiste locatie en of diepte te leggen. De gemeente kan de leidingen, indien de vergunninghouder in gebreke blijft, op kosten van de vergunninghouder (doen) leggen.
Indien bij het toezichthouden op het leggen van leidingen een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang of oplegging van een last onder dwangsom wordt opgelegd, kan het besluit alsmede inhouden dat het bouwen, gebruiken of slopen van een bouwwerk wordt gestaakt of dat voorzieningen, met inbegrip van het slopen van een bouwwerk, gericht op het tegengaan of beëindigen van gevaar voor de gezondheid of de veiligheid worden getroffen.
Artikel 4 melding bij het kadaster
De vergunninghouder is verplicht voorafgaand aan de uitvoering de werkzaamheden te melden bij het Kadaster.
Artikel 6 veiligheid en doorstroming verkeer
De werkzaamheden worden met inachtneming van het handboek wegafzettingen op niet-autosnelwegen binnen de bebouwde kom C.R.O.W. publicatie 96b te worden uitgevoerd, met dien verstande dat:
behoudens spoedgevallen en of storingen de werkzaamheden in, op, aan of naast de stadsautowegen A.C. Verhoefweg, Gravenhoutseweg, Laaggravenseweg, Pletterburgerbaan, Taludweg en Zuidstedeweg en de wijkontsluitingswegen op werkdagen tussen 09.00 uur en 15.30 uur plaatsvinden, met uitzondering van zon- en feestdagen;
De gemeente houdt de werkzaamheden waarvoor een vergunning is verleend bij in het registratiesysteem.
Artikel 8 bereikbaarheid hulpdiensten
Indien op een later tijdstip door een plotselinge calamiteit of storing de vergunninghouder genoodzaakt is direct werkzaamheden te verrichten, dan informeert de vergunninghouder zelf de hulpdiensten, dat wil zeggen de politie, brandweer en ambulance. De werkzaamheden worden binnen vierentwintig uur alsnog aan de coördinator gemeld. Buiten kantooruren neemt de vergunninghouder contact met de piketdienst van de gemeente.
Artikel 9 melding schade aan gemeente-eigendommen
De vergunninghouder meldt aan de coördinator schade aan gemeente-eigendommen bij het uitvoeren van werkzaamheden binnen vierentwintig uur nadat de vergunninghouder de schade heeft geconstateerd.
Artikel 11 bodemverontreiniging
Indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden bodemverontreiniging wordt geconstateerd, meldt de vergunninghouder dit direct bij milieuadviseur Bodem van de gemeente en neemt in overleg met de gemeente maatregelen ter voorkoming van uitbreiding van de verontreiniging en ter voorkoming van schade aan personen, goederen en milieu.
Artikel 13 herstelwerkzaamheden
Indien bij de uitvoering van herstelwerkzaamheden blijkt dat als gevolg van eventuele verzakking van de kabel of leiding, moeilijkheden ontstaan bij het herleggen van een riolering, dient de kabel of leiding hergelegd te worden, waarbij de degeneratiekosten hiervan voor rekening komen van de vergunninghouder.
Indien bij de uitvoering van herstelwerkzaamheden aan de gemeentegrond, door of in opdracht van de vergunninghouder, blijkt dat wegbestrating, bermen, gronddekking, groenvoorzieningen, waterlopen, kunstwerken en dergelijke niet zijn uitgevoerd overeenkomstig voorschriften op grond van de vergunning dan wel aanwijzingen door of namens de gemeente, kan de gemeente eisen dat zij alsnog overeenkomstig deze aanwijzingen wordt uitgevoerd.
Artikel 14 beschikbaar stellen revisietekeningen
De vergunninghouder stelt binnen een maand na afloop van de werkzaamheden aan de gemeente revisietekeningen digitaal beschikbaar. De gegevens worden aangeleverd conform het Informatie Model Kabels en Leidingen aan de afdeling Grondbedrijf en vastgoedzaken van de gemeente Nieuwegein. Indien de geleverde gegevens meer dan 5% afwijken van normen in het Informatie Model Kabels en Leidingen worden deze gegevens opnieuw juist aangeleverd.
De Algemene voorschriften voor het leggen van nieuwe leidingen, het vernieuwen, omleggen en herstellen van bestaande leidingen en het plaatsen van palen of masten en dergelijke in, op of boven openbare gemeentegrond of openbaar gemeentewater, vastgesteld op 1 maart 1975, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 februari 1995, worden ingetrokken.
Indien een aanvraag is ingediend voor een vergunning op grond van de algemene voorschriften, bedoeld in het eerste lid, en op die aanvraag is niet is beslist op of na de inwerkingtreding van de Algemene regels leidingen Nieuwegein, zijn Algemene regels leidingen Nieuwegein van toepassing bij de beoordeling van die aanvraag.
Toelichting Algemene voorschriften leidingen gemeente Nieuwegein
De gemeente heeft in het recente verleden met diverse nutsbedrijven overeenkomsten afgesloten onder welke voorwaarden respectievelijk gas, elektra, stadsverwarming en water geleverd wordt en meer specifiek aan welke voorwaarden de gemeente en het nutsbedrijf moeten voldoen bij het plaatsen of verleggen van nieuwe of bestaande leidingen. In elke overeenkomst staan bepalingen onder welke voorwaarden:
Deze overeenkomsten zijn nog steeds geldig, door de liberalisering van de energiemarkt zijn de partijen van juridische structuur en van naam veranderd.
De onderhavige algemene voorschriften strekken tot doel om in het kader van bruikbaarheid en de (verkeers)veiligheid van de openbare weg graafwerkzaamheden in en aan de openbare weg in verband met het leggen, verleggen of verwijderen van leidingen door nutsbedrijven te reguleren. De algemene regels zijn te typeren als algemene vergunningvoorschriften op grond van artikel 2:11 van de APV. Indien sprake is graafwerkzaamheden ten behoeve van leidingen van nutsbedrijven kunnen in de vergunning op grond van artikel 2:11 APV meer technische voorschriften worden opgenomen en worden onderhavige algemene voorschriften van toepassing verklaard.
In artikel 2:11, derde lid, van de APV wordt bepaald dat overheden uitgezonderd zijn van de vergunningplicht. De gemeente is vanuit haar rol als beheerder van de openbare ruimte (gemeentelijk riool) zelf op basis van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur ook gebonden aan de onderhavige voorschriften.
Om een eenduidige uitleg van begrippen te bevorderen wordt in dit artikel een aantal begrippen gedefinieerd.
In dit artikel wordt uitdrukkelijk bepaald dat de onderhavige algemene voorschriften van toepassing zijn op leidingen van nutsbedrijven. Kabels van telecommunicatiebedrijven vallen onder het wettelijk regime van de Telecommunicatiewet.
De gemeente hanteert standaarddwarsprofielen bij voor de ligging van leidingen. Conform die gehanteerde dwarsprofielen wordt de riolering bewust in het midden van de straat aangelegd om de bereikbaarheid van het hoofdriool bij calamiteiten en rioolreiniging te waarborgen.
In de tweede tot en met het zevende lid worden diverse aspecten geregeld die de vergunninghouder in acht moet nemen bij het leggen van leidingen. Er wordt uitdrukkelijk verwezen naar NEN-normen aangezien die normen standaard gehanteerd worden (vijfde lid).
In het zevende lid wordt bepaald dat indien de plaatsbepaling van de leidingen wordt gewijzigd, de vergunning op grond van artikel 1:6, onder b, van de APV gewijzigd kan worden. Het gaat hier om wijziging van de vergunning op grond van een verandering van een omstandigheid (namelijk locatie van de leiding is gewijzigd). Een afwijking van een locatie die te verwaarlozen is (minieme afwijking) kan in het interne beheersysteem worden verwerkt. Naar omstandigheden van het geval zal beoordeeld moeten worden of sprake is van een minieme wijziging. Indien sprake is van grotere wijzigingen zal de vergunning hierop aangepast moeten worden.
De tijdstippen die in de onderhavige algemene voorschriften worden vermeld hebben betrekking op de veiligheid en doorstroming van het verkeer. In artikel 4:6 van de APV is een bepaling over overige geluidshinder opgenomen (in dit geval geluidhinder met betrekking tot werkzaamheden in verband met het o.a. leggen van leidingen). Deze bepaling geldt reeds voor een ieder en hoeft niet apart in deze algemene regels te worden opgenomen. Wel kan in een bestek of in een vergunning de betrokkene gewezen worden op de strekking van de bepaling met betrekking tot overige geluidshinder op grond van deze APV-bepaling.
Het kan voor komen dat bij de graafwerkzaamheden in of aan de openbare weg een leiding met een gemeentelijke watergang wordt gekruist. Afhankelijk van de situatie kan door middel van boogzinker of door middel van een gestuurde boring worden gelegd of verlegd. Een boogzinker is een soort leidinggoot in de vorm van boog die op een bepaalde diept door een watergang wordt gevoerd en aan weerszijden van de kant van de watergangen omhoog steekt.
In de vergunning kan specifiek bepaald worden waar de boogzinker of een gestuurde boring aan moet voldoen.
Ten behoeve van de GEO informatiebeheersystemen van de gemeente wordt iedere vergunninghouder (exploitant leidingen) verplicht om een revisietekening aan de afdeling Gevic over te leggen nadat de graafwerkzaamheden zijn uitgevoerd. Hierbij wordt voor het afleveren van de gegevens een termijn van een maand gehanteerd.
De tekeningen dienen geleverd te worden volgens het Informatie Model Kabels en Leidingen (IMKL). IMKL is een standaard indeling waarin de leidingen die worden ingetekend een bepaalde eigenschap meekrijgen. In de tekening kan een leiding met een bepaalde kleur in stippellijn worden aangeduid. De tekeningen dienen in een bepaald programma (zogenaamde cadbestand dgn) te worden opgenomen.
Het tweede lid bevat een overgangsbepaling. De strekking daarvan is dat de onderhavige voorschriften van toepassing zijn indien op een aanvraag die voor de inwerkingtreding van deze algemene voorschriften zijn ingediend, nog niet is beslist. Hieronder is mede begrepen de situatie dat een bezwaarschrift is ingediend tegen de verleende of geweigerde vergunning waar nog niet op is beslist.
Deze algemene voorschriften treden in werking op 1 juli 2009. De reden hiervoor is dat het voor de uitvoeringspraktijk wenselijk is om het nieuwe regime in werking te laten treden op het moment dat nutsbedrijven bekend zijn met de systematiek van het registreren van meldingen via het registratiesysteem. Daarom wordt een implementatiefase van een maand in acht genomen.