Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Rechtspositieregeling leerling-ambtenaren |
Citeertitel | Rechtspositieregeling leerling-ambtenaren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
1. Gemeentewet; 2. Ambtenarenwet 1929
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-1995 | 08-03-2011 | nieuwe regeling | 23-11-1995 Onbekend | 1995-456 |
De raad van de gemeente Nieuwegein;
overwegende, dat door de invoering van de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de uitwerkingsovereenkomst (UWO) het wenselijk is de tekst van de "Rechtspositieregeling leerling-ambtenaren opnieuw vast te stellen;
In het schriftelijk bericht van aanstelling wordt tevens vermeld voor hoeveel uren het dienstverband wordt aangegaan, hoeveel uren daarvan voor de opleiding in de praktijk van het beroep (werktijd) gelden en hoeveel uren voor het volgen van het algemene en op het beroep gerichte onderwijs zijn bestemd.
De aan het volgen van de opleiding verbonden directe kosten komen ten laste van de gemeente. De artikelen 15:1:26 en 15:1:27 van de UWO alsmede hoofdstuk 17 van de UWO zijn niet van toepassing.
Voor de toepassing van de CAR/UWO wordt onder bezoldiging mede verstaan een vergoeding als bedoeld in artikel 6, lid 2 van deze verordening.
Aan de deelnemer beneden de leeftijd van 25 jaar, die niet aansluitend aan de indiensttreding een opleiding volgt, wordt voor de uren die bestemd zijn voor het volgen van het onderwijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, voor zover die uitgaan boven het aantal uren van het oorspronkelijk dienstverband, geen bezoldiging in de zin van de bezoldigingsverordening toegekend. Indien hij in vaste dienst was aangesteld blijft de aanstelling in vaste dienst gehandhaafd zulks in afwijking van het bepaalde in artikel 2, lid 1.
Voor de toepassing van artikel 3:2 van de CAR worden de uren, die voor het volgen van het onderwijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, zijn bestemd, gerekend te behoren tot de voor de betrekking van de deelnemer vastgestelde werktijden, met dien verstande dat extra uren besteed aan het onderwijs niet worden meegerekend bij de vaststelling van de overwerkvergoeding.
Burgemeester en wethouders stellen vast welke de opleidingen in de zin van deze verordening zijn.
De deelnemer is verplicht zijn vakantie op te nemen in de perioden, waarin geen onderwijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, wordt gegeven.