Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Reglement commissie AK

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement commissie AK
CiteertitelReglement commissie AK
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpcommissie amateurkunst

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-09-199201-01-2012nieuwe regeling

22-09-1992

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement commissie AK

Burgemeester en wethouders van Nieuwegein

gelet op artikel 62, lid 1 van de gemeentewet

b e s l u i t e n:

vast te stellen het navolgende reglement: voor de Commissie AK:

Taak

Artikel 1

De commissie adviseert het college van burgemeester en wethouders, gevraagd en ongevraagd, over het subsidiebeleid, over het subsidiebeleid inzake amateurkunst in de gemeente Nieuwegein, met name over toekenning van éénmalige subsidies in het kader van de Stelpost Incidentele AK-subsidies en over toelagen wegens uitzonderlijk hoge kwaliteit in het kader van vaste subsidiebudgetten amateurkunst.

Artikel 2

De secretaris als genoemd in artikel 6, lid 2, is bevoegd om namens het college van burgemeester en wethouders advies te vragen en zonodig de termijn aan te geven waarbinnen dat advies bepaald moet worden.

Artikel 3

De advisering geschiedt in overeenstemming met de inhoud van het actueel geldende gemeentelijk beleid.

Samenstelling

Artikel 4
  • 1.

    De commissie bestaat uit vijf leden.

  • 2.

    Drie leden worden benoemd op grond van hun brede deskundigheid op het terrein van de amateurkunst. Daarvan is er één specifiek deskundig in de discipline muziek, één in de disciplines toneel, dans en literatuur en één in de disciplines audiovisuele en beeldende kunsten. Deze leden zijn niet noodzakelijk inwoner van de gemeente Nieuwegein.

  • 3.

    Twee leden worden benoemd op grond van hun affiniteit met amateurkunst en hun vaardigheid als voorzitter. Deze leden zijn inwoner van de gemeente Nieuwegein.

  • 4.

    Geen van de leden onderhoudt vaste betrekkingen met een Nieuwegeinse instelling voor amateurkunst.

Benoeming en herbenoeming

Artikel 5
  • 1.

    De benoeming van de leden genoemd in artikel 4 geldt voor een periode van vier jaar. Herbenoeming is ten hoogste éénmaal mogelijk.

  • 2.

    De leden worden benoemd door het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de leden eindigt tussentijds door:

    • a.

      overlijden

    • b.

      het nemen van ontslag

    • c.

      ontslag door burgemeester en wethouders, gehoord de commissie.

FUNCTIES

Artikel 6
  • 1.

    Een van de leden bedoeld in artikel 4 lid 3 wordt door de commissie aangewezen als voorzitter, de ander als plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De commissie wordt bijgestaan door een beleidsambtenaar van de Afdeling Welzijn die geen lid is van de commissie. Deze treedt op als secretaris van de commissie.

  • 3.

    Bij ziekte of nalatigheid wordt de ambtenaar bedoeld onder lid 2 vervangen door een andere medewerker van de Afdeling Welzijn.

BESLUITEN

Artikel 7
  • 1.

    Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen.

  • 2.

    Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 3.

    De commissie kan in bijzondere gevallen besluiten nemen buiten de vergadering.

BEVOEGDHEDEN

Artikel 8
  • 1.

    De commissie is bevoegd om aanvullend op de subsidieregeling amateurkunst vormregels te stellen aan aanvragen voor éénmalige subsidie.

  • 2.

    De commissie is bevoegd om bij subsidieaanvragers aanvullende informatie op te vragen ten behoeve van de advisering.

  • 3.

    De commissie is bevoegd om het oordeel van niet-leden te betrekken bij haar advisering.

WERKWIJZE

Artikel 9
  • 1.

    De commissie vergadert minimaal vier keer per jaar.

  • 2.

    Het vergaderschema wordt afgestemd op de besluitvormingsprocedure betreffende de Stelpost Incidentele AK-subsidies.

  • 3.

    De secretaris ziet erop toe dat de vergaderstukken zo mogelijk tenminste één week voor de vergaderdatum in het bezit zijn van de leden.

  • 4.

    Indien een commissielid niet aanwezig kan zijn bij een vergadering ziet de secretaris erop toe dat dit lid, zo mogelijk, een persoonlijk advies uitbrengt dat meegewogen kan worden in de vergadering.

  • 5.

    Indien sprake is van een persoonlijke betrokkenheid van een commissielid bij een te behandelen subsidieaanvraag neemt betreffend commissielid geen deel aan de advisering over betreffende aanvraag.

  • 6.

    Vergaderingen waarbij minder dan 3 leden waaronder de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter aanwezig zijn, vinden geen doorgang.

  • 7.

    De vergaderingen zijn niet openbaar.

  • 8.

    De uitgebrachte adviezen zijn openbaar.

Artikel 10

Bij adviezen over incidentele subsidieaanvragen neemt de commissie het volgende in acht:

  • 1.

    Per aanvraag wordt een positief of negatief oordeel gemotiveerd.

  • 2.

    Per positief beoordeelde aanvraag wordt een toe te kennen bedrag geadviseerd.

  • 3.

    Indien het totaal van de onder lid 2 bedoelde bedragen het budget te boven gaat dat alsdan beschikbaar is voor toekenningen, geeft de commissie prioriteiten aan.

  • 4.

    De commissie kan adviseren om uit het alsdan beschikbare budget voor subsidietoekenning toekenningen te doen voor activiteiten of investeringen die maximaal twee jaar na toekenning gerealiseerd worden.

Artikel 11

Binnen twee maanden na afloop van een kalenderjaar zorgt de secretaris voor een jaarverslag aan het college van burgemeester en wethouders waarin tenminste is opgenomen:

  • 1.

    overzicht ingediende aanvragen,

  • 2.

    overzicht uitgebrachte adviezen,

  • 3.

    overzicht beschikkingen.

PRESENTIEGELDEN EN REISKOSTENVERGOEDING

Artikel 12

De leden van de commissie ontvangen voor maximaal 6 vergaderingen per jaar een presentiegeld als bedoeld in de Verordening Vergoedingen Raads- en Commissieleden Nieuwegein (1990-137) en de daarbij behorende bijlage onder categorie A.

Artikel 13

De leden van de commissie ontvangen vergoeding voor te maken reiskosten op basis van kosten openbaar vervoer tweede klasse.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 14

Burgemeester en wethouders kunnen voorzieningen treffen ten aanzien van onderwerpen welke in dit reglement niet of naar hun oordeel onvoldoende zijn geregeld.

Artikel 14

Burgemeester en wethouders beslissen in geschillen welke omtrent de uitleg en de toepassing van dit reglement rijzen.

Artikel 15
  • 1.

    Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement Commissie AK".

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop het door burgemeester en wethouders is vastgesteld.

Nieuwegein, 22 september 1992.

burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris

de voorzitter

TOELICHTING REGLEMENT COMMISSIE AMATEURKUNST

Toelichting op artikel 4

Conform de beleidsnota is gekozen voor een kleine commissie. Om de voortgang van de werkzaamheden te garanderen, wordt 5 leden beschouwd als minimum.

Enerzijds hechten we belang aan zware deskundigheid, anderzijds aan binding met Nieuwegein. Het is moeilijk, zo niet onmogelijk, om goede Nieuwegeinse deskundigen te vinden die geen binding hebben met een amateurgezelschap. Daarom is gekozen voor die "beroeps"-deskundigen die niet noodzakelijkerwijs in Nieuwegein wonen en twee personen die affiniteit hebben met amateurkunst en in Nieuwegein wonen. Ervaring leert dat "beroeps"-deskundigen niet graag belast worden met het voorzitterschap. Om praktische reden is daarom het voorzitterschap toebedeel aan de andere leden en is vaardigheid op dit vlak voor hen tevens als criterium geformuleerd.

Toelichting op artikel 7, lid 3

Als vergaderingen geen doorgang kunnen vinden, moeten in verband met besluitvormingstermijnen van het college, toch adviezen kunnen worden uitgebracht.

Toelichting artikel 9, lid 5

Commissieleden mogen geen vaste binding hebben met een Nieuwegeins amateurgezelschap omdat daarmee belangenverstrengeling kan ontstaan. De mogelijkheid van een incidentele binding (bijvoorbeeld een tijdelijk adviseurschap) willen we open laten omdat de werving van deskundigen anders nog moeilijke zou worden. Er zou van ze geëist moeten worden dat ze zich vier jaar lang niet inlaten met Nieuwegeinse groepen. In geval van incidentele binding moet natuurlijk elke mogelijkheid van belangenverstrengeling uitgesloten worden.

Toelichting artikel 9, lid 7

Bij de bepaling van een kwaliteitsoordeel is het onvermijdelijk dat niet alleen formele, maar ook subjectieve elementen een rol spelen. Het uiteindelijk oordeel komt mede tot stand op basis van intersubjectiviteit. Uiteraard moet het definitieve oordeel goed gemotiveerd worden in het uit te brengen advies, maar in het proces dat daaraan vooraf gaat moet gewaarborgd zijn dat commissieleden zich vrijuit en subjectief kunnen uitspreken.

Toelichting artikel 10, lid 3

Twee keer per jaar vindt besluitvorming plaats over toekenningen. Uitgangspunt is dat bij de eerste ronde in het jaar de helft van het begrootte bedrag voor de stelpost beschikbaar is voor toekenningen en bij de tweede ronde de helft, eventueel aangevuld met een restant van de eerste ronde.

Het beschikbare budget per ronde stelt grenzen aan de mogelijke toekenningen. Bij dreigende overschrijding adviseert de commissie welke aanvragen wel en welke niet te honoreren. Het zou weinig reëel zijn om in dat geval een "kaasschaafmethode" toe te passen met het risico dat projecten door onvoldoende financiële dekking toch geen doorgang meer kunnen vinden.

Toelichting artikel 10, lid 4

Sommige projecten worden op zeer korte termijn gepland, anderen op zeer lange termijn. De Nieuwstad Operette plant bij voorbeeld twee jaar vooruit en moet, in verband met de benodigde voorbereidingen, in zeer vroeg stadium uitsluitsel hebben over een aanvraag. In geval van toekenning moet ook ruim te voren een voorschot beschikbaar gesteld kunnen worden.

Het moet dus mogelijk zijn dat via de Stelpost in 1993 subsidie beschikbaar gesteld wordt voor een project dat pas in 1995 voltooid/gerealiseerd wordt.