Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2010 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is ingetrokken.
Gemeentewet, art. 226
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2009 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 11-11-2009 De Molenkruier 16-12-2009 | 2009-475 |
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. De onroerende-zaakbelastingen, de roerende-zaakbelastingen, de hondenbelasting, de afvalstoffenheffing en het rioolrecht kunnen bij wege van een gecombineerde aanslag worden geheven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden dat wordt gehouden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van de toename van het aantal honden dat wordt gehouden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat belastingjaar, na aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename in het aantal honden dat wordt gehouden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien het aantal honden dat wordt gehouden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing van het op de voet van het eerste lid berekende bedrag. De ontheffing bedraagt per hond die minder wordt gehouden telkens zoveel twaalfde gedeelten van het op de voet van artikel 5, eerste lid, verschuldigde bedrag per hond per belastingjaar als er in dat belastingjaar na de vermindering in het aantal honden dat wordt gehouden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijn van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2009’ van 12 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.