Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bladel

Gemeentelijke subsidieverordening gemeentelijke monumenten Bladel 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBladel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeentelijke subsidieverordening gemeentelijke monumenten Bladel 2008
CiteertitelGemeentelijke subsidieverordening gemeentelijke monumenten Bladel 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2014art. 1 en art. 3

12-12-2013

Kempenaer, 24 december 2013

R2013.109a
06-02-201101-01-200901-01-2014art. 3, art. 7, art. 9

30-09-2010

De Lantaarn, 29 januari 2011

R2010.088
02-05-201001-01-200906-02-2011nieuwe regeling

03-07-2008

De Lantaarn, 24-04-2010

R2008.061

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeentelijke subsidieverordening gemeentelijke monumenten Bladel 2008

De raad van de gemeente Bladel

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel

van 19 februari 2008 en van 13 mei 2008;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en de Monumentenverordening;

besluit vast te stellen de:

Gemeentelijke subsidieverordening gemeentelijke monumenten Bladel 2008

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a. monument:

  • 1.

    zaak van tenminste 50 jaar oud, die van algemeen belang is op basis van de volgende criteria:

    • a.

      architectuurhistorische waarde; en/of

    • b.

      landschappelijke en/of historisch ruimtelijke waarde; en/of

    • c.

      cultuurhistorische waarde; en/of

    • d.

      zeldzaamheidswaarde.

  • 2.

    terrein, dat van algemeen belang is vanwege een daar aanwezige zaak als bedoeld onder 1;

 

b. gemeentelijk monument:

onroerend monument dat in overeenstemming met de bepalingen van de Erfgoedverordening gemeente Bladel 2012 als beschermd gemeentelijk monument is geregistreerd als bedoeld in de artikelen 3 en 7;

 

c. gemeentelijke monumentenlijst:

de lijst waarop zijn geregistreerd de in overeenstemming met de Erfgoedverordening gemeente Bladel 2012 als beschermd gemeentelijk monument aangewezen onroerende zaken en terreinen;

 

d. monumentencommissie:

de door het college van burgemeester en wethouders ingestelde commissie of aangewezen instantie, die als taak heeft het college van burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, over de werking van de Erfgoedverordening gemeente Bladel 2012 en over het gemeentelijke monumentenbeleid;

 

e. W.O.Z. – waarde:

de waarde van de onroerende zaak, zoals die door de gemeente is vastgesteld.

 

f. instandhoudingsbijdrage :

het bedrag dat door de gemeente is gereserveerd voor de monumenteigenaar voor het verlenen van een bijdrage in de kosten voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten.

 

g. instandhouding:

werkzaamheden, die met het oog op het behoud van het monumentale karakter er voor dienen om een beschermd gemeentelijk monument in goede staat te houden. Deze werkzaamheden betreffen het uitvoeren van kleine restauraties en onderhoudswerkzaamheden aan de buitenkant en aan de constructie van het monument.

 

h. bouwhistorisch onderzoek:

onderzoek, in een schriftelijke rapportage vastgelegd, naar de bouwgeschiedenis, de bouwhistorische kwaliteit en de monumentale waarde van een monument;

 

i. monumenteigenaar:

natuurlijke persoon of rechtspersoon die volgens de kadastrale registratie het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een beschermd gemeentelijk monument;

 

j. monumentale waarde:

de monumentale waarde van een beschermd monument wordt bepaald door de dragende onderdelen, de vloeren en het omhulsel en/of door die onderdelen die volgens het register, bedoeld in 'artikel 7 lid 2 van de Erfgoedverordening gemeente Bladel 2012', van belang zijn wegens de architectuurhistorische, en/of landschappelijke en/of historisch ruimtelijke, en/of cultuurhistorische, en/of zeldzaamheidswaarde.

 

k. monumentenbudget:

het gemeentelijk budget ten behoeve van het verstrekken van een financiële bijdrage aan de eigenaar van een monument.

Artikel 2 Monumentenbudget

Jaarlijks wordt door de gemeenteraad een door het college van burgemeester en wethouders te beheren monumentenbudget beschikbaar gesteld.

Artikel 3 Instandhoudingsbijdrage

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kent jaarlijks ambtshalve aan de monumenteigenaar een instandhoudingsbijdrage toe ten behoeve van het in stand houden van het gemeentelijk monument.

  • 2.

    De instandhoudingsbijdrage wordt toegekend aan degene die op 1 januari van het betreffende jaar als monumenteigenaar staat geregistreerd.

  • 3.

    De hoogte van de instandhoudingsbijdrage wordt vastgesteld naar rato van de laatst bekende WOZ-waarde van de gemeentelijke monumenten die overeenkomstig het eerste en tweede lid voor een instandhoudingsbijdrage in aanmerking komen en met in acht name van het monumentenbudget.

  • 4.

    In aanvulling op het derde lid geldt dat de WOZ-waarde voor bijgebouwen, zoals schuren en voor kleine objecten, zoals een aardappelbewaarplaats en een oorlogsbunker, wordt gebaseerd op de laagste WOZ-waarde die voorkomt in de categorie woningen.

Artikel 4 Voorwaarden en beperkingen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders zal de eigenaar van de regeling uitsluiten als duidelijk blijkt, dat er in verhouding tot de instandhoudingsbijdrage nauwelijks ofgeen onderhoudswerkzaamheden aan het monument worden verricht.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan een controle naar de staat van onderhoud van het pand uit voeren.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders verleent geen bijdrage indien:

    • a.

      de eigenaar eerder misbruik heeft gemaakt van de instandhoudingsbijdrage, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van deze verordening;

    • b.

      de eigenaar geen medewerking wenst te verlenen aan controle naar de staat van onderhoud van het pand, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van deze verordening;

    • c.

      de eigenaar een slechte staat van onderhoud van het monument te verwijten valt.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders afwijken vanhet bepaalde in het eerste lid.

Artikel 6 Betaalbaarstelling instandhoudingsbijdrage

Indien er geen sprake is van weigeringsgronden, wordt de instandhoudingsbijdrage vóór 1 juli van elk budgetjaar aan de monumenteigenaar betaalbaar gesteld.

Artikel 7 Bouwhistorisch onderzoek

  • 1.

    In geval het college van burgemeester en wethouders het nodig acht om bij de beoordeling van een vergunningaanvraag voor een gemeentelijk monument te beschikken over een bouwhistorisch onderzoek, kan een bijdrage in de kosten van een dergelijk onderzoek worden toegekend.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan, in volgorde van binnenkomst, maximaal twee keer per jaar een bijdrage in de kosten van een bouwhistorisch onderzoek toekennen.

  • 3.

    Voordat met het bouwhistorisch onderzoek wordt begonnen, dient het college van burgemeester en wethouders in te stemmen met de diepgang van het onderzoek.

  • 4.

    Het bouwhistorisch onderzoek dient te voldoen aan de ‘Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek’.

  • 5.

    De bijdrage als bedoeld in het eerste lid bedraagt 50% van de onderzoekskosten, tot een maximaal bedrag van € 1.345,00 incl. BTW.

Artikel 8 Toezicht

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

  • 2.

    Aan de toezichthouders bedoeld in lid 1 komen slechts de bevoegdheden toe als genoemd in de artikelen 5:15 tot en met 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 9 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in het belang van de instandhouding van een gemeentelijk monument afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt "de gemeentelijke subsidieverordening restauratie monumentale panden Bladel 2000".

Artikel 11 Tussentijdse evaluatie

Met betrekking tot de werking van deze verordening vindt er in 2010 een tussentijdse evaluatie plaats.

Artikel 12 Evaluatie

De werking van deze verordening wordt in 2012 geëvalueerd.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ”Gemeentelijke subsidieverordening gemeentelijke monumenten Bladel 2008”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad der gemeente Bladel van 3 juli 2008.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,