Organisatie | Geldrop-Mierlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Geldrop-Mierlo 2013 |
Citeertitel | Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Geldrop-Mierlo 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | APV 2013 |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2014 | 26-07-2018 | Wijziging n.a.v. inwerkingtreding Verordening ondergrondse infrastructuur 2014 | 03-11-2014 Middenstandsbelangen, 11-11-2014 | GM2014.0481 | |
14-02-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 21-01-2013 Middenstandsbelangen, 13-02-2013 | GM20I2.0522 |
Inhoudsopgave Algemene Plaatselijke Verordening
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 5
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen 5
Artikel 1:3 Indiening aanvraag 5
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 6
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing 6
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing 6
Artikel 1:8 Weigeringsgronden 6
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden 7
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden 7
Artikel 2:2 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 7
Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken 8
Artikel 2:2A Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 8
Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg 8
Artikel 2:3 Straatartiesten e.d. 8
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg 9
Artikel 2:4 Voorwerpen op of aan de weg 9
Artikel 2:5 Maken, veranderen van een uitweg 9
Artikel 2:5A (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 10
Afdeling 6 Toezicht op evenementen 10
Artikel 2:6 Begripsomschrijvingen 10
Afdeling 7 Toezicht op horecabedrijven 12
Artikel 2:9 Begripsomschrijvingen 12
Artikel 2:9A Exploitatievergunning horecabedrijf 12
Artikel 2:10 Exploiteren van terrassen 13
Artikel 2:12 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting 14
Artikel 2:13 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf 14
Artikel 2:14 Ordeverstoring 14
Artikel 2:15 Het college als bevoegd bestuursorgaan 14
Afdeling 7A Toezicht op smartshops, growshops en headshops 14
Artikel 2:15A Begripsomschrijvingen 14
Artikel 2:15B Vergunningplicht 15
Afdeling 8 Toezicht op speelgelegenheden 16
Artikel 2:16 Speelautomaten 16
Afdeling 9 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid 16
Artikel 2:17 Betreden gesloten woning of lokaal 16
Artikel 2:18 Plakken en kladden 17
Artikel 2:19 Vervoer inbrekerswerktuigen 17
Artikel 2:19A Vervoer geprepareerde voorwerpen 17
Artikel 2:20 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 18
Artikel 2:20A Verboden gedrag bij of in gebouwen 18
Artikel 2:20B Hinderlijk gedrag speeltuinen 18
Artikel 2:21 Vechten in het openbaar 18
Artikel 2:22 Verboden drankgebruik 18
Artikel 2:23 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijk ruimten 19
Artikel 2:24 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. 19
Artikel 2:25 Loslopende honden 19
Artikel 2:26 Verontreiniging door honden 19
Artikel 2:26A Gevaarlijke honden 20
Artikel 2:27 (Geluids)overlast door dieren 20
Artikel 2:28 Begripsomschrijvingen 20
Artikel 2:29 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling 21
Afdeling 11 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen 21
Artikel 2:30 Bestuurlijke ophouding 21
Artikel 2:31 Veiligheidsrisicogebieden 21
Artikel 2:32 Cameratoezicht op openbare plaatsen 21
HOOFDSTUK 3 SEKSINRICHTINGEN, SEXWINKELS E.D. 23
Afdeling 1 Begripsomschrijving en nadere regels 23
Artikel 3:1 Begripsomschrijvingen 23
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan 24
Afdeling 2 Seksinrichtingen, sekswinkels, escortbedrijven e.d. 24
Artikel 3:4 Seksinrichtingen en escortbedrijven 24
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder 25
Artikel 3:6 Sluitingstijden 26
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting 26
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder 26
Artikel 3:10 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen e.d. 27
Afdeling 3 Beslistermijn en weigeringsgronden 27
Artikel 3:12 Weigeringsgronden 28
Artikel 3:13 Intrekkingsgrond 28
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer 28
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie 28
Artikel 3:15 Wijziging beheer 29
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING MILIEU EN NATUURSCHOON EN ZORG VOOR UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE 30
Afdeling 1 Geluid- en lichthinder 30
Artikel 4:1 Begripsomschrijvingen 30
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 30
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 30
Artikel 4:4 Onversterkte muziek 31
Artikel 4:5 Overige geluidhinder 32
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging 32
Artikel 4:6 Natuurlijk behoefte doen 32
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden 32
Artikel 4:7 Begripsomschrijvingen 32
Artikel 4:8 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden 32
Artikel 4:9 Aanvraag vergunning 33
Artikel 4:10 Weigering ex lege (vervallen) 33
Artikel 4:11 Vervallen vergunning 33
Artikel 4:12 Bijzondere vergunningsvoorschriften 33
Artikel 4:13 Herplant-instandhoudingsplicht 34
Artikel 4:14 Schadevergoeding 34
Artikel 4:15 Bestrijding van boomziekten 34
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering 35
Artikel 4:16 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame 35
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen 35
Artikel 4:17 Begripsomschrijving 35
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen 35
HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN INZAKE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE 36
Artikel 5:1 Begripsomschrijvingen 36
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. 36
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen 36
Artikel 5:3A Defecte voertuigen 37
Artikel 5:4 Voertuigwrakken 37
Artikel 5:5 Kampeermiddelen e.d. 37
Artikel 5:6 Parkeren van reclamevoertuigen 38
Artikel 5:7 Parkeren van grote voertuigen 38
Artikel 5:8 Overlast van fiets of bromfiets 38
Artikel 5:8A Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen 39
Artikel 5:9 Inzameling van geld of goederen 39
Artikel 5:10 Begripsomschrijvingen 39
Artikel 5:11 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden 40
Artikel 5:12 Toestemming rechthebbende 40
Artikel 5:13 Afbakeningsbepalingen 40
Artikel 5:14 Begripsomschrijvingen 40
Artikel 5:15 Organiseren van een snuffelmarkt 41
Afdeling 6 Verkeer in natuurgebieden 41
Artikel 5:17 Beperking verkeer in natuurgebieden 41
Afdeling 7 Verbod vuur te stoken 42
Artikel 5:18 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken 42
HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 43
Artikel 6:2 Toezichthouders 43
Artikel 6:3 Binnentreden woningen 43
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening 43
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Een ieder die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval, waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van de politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken
Artikel 2:2A Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen
Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden op alle openbare plaatsen, met uitzondering van de openbare plaatsen op Korte Kerkstraat in Geldrop, Heuvel in Geldrop en Margrietstraat in Mierlo zoals aangegeven op de bij dit artikel behorende tekeningen.
In aanvulling op het eerste lid gestelde verbod geldt dat het aanbieden van gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen uitsluitend is toegestaan tijdens werkdagen, zaterdagen en koopzondagen op de in dat lid genoemde openbare plaatsen waar het is toegestaan dergelijke stukken dan wel afbeeldingen aan te bieden.
Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg
Artikel 2:3 Straatartiesten e.d.
Het is verboden in het belang van de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en het milieu ten behoeve van publiek als straatartiest, straatmuzikant, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op te treden op alle openbare plaatsen, met uitzondering van de openbare plaatsen op Korte Kerkstraat in Geldrop, Heuvel in Geldrop en Margrietstraat in Mierlo zoals aangegeven op de bij dit artikel behorende tekeningen.
In aanvulling op het eerste lid gestelde verbod geldt dat straatartiesten, straatmuzikanten, straatfotografen, tekenaars, filmoperateurs of gidsen uitsluitend op werkdagen, zaterdagen en koopzondagen mogen optreden op de in dat lid genoemde openbare plaatsen waar het is toegestaan om als straatmuzikant op te treden en per plaats daar gedurende maximaal twee uur per dag mogen optreden.
Afdeling 6 Toezicht op evenementen
In afwijking van artikel 1:3 eerste lid van deze verordening geldt dat de aanvrager een vergunning als bedoeld in het eerste lid acht weken vóór het tijdstip waarop het evenement plaatsvindt dient aan te vragen. Als een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend minder dan acht weken vóór het tijdstip waarop het evenement plaatsvindt, kan de burgemeester besluiten de aanvraag niet te behandelen.
Afdeling 7A Toezicht op smartshops, growshops en headshops
Artikel 2:15A Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
a.de inrichting: een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een
omvang alsof zij bedrijfsmatig is of anders dan om niet handelingen en/of
werkzaamheden worden verricht die zijn aan te merken als het exploiteren van hetgeen
in het maatschappelijk verkeer wordt aangeduid als smartshop, growshop of headshop;
b.de exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die een inrichting exploiteert op grond van
c.de beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke leiding uitoefent
Artikel 2:15B Vergunningplicht
Voorts kan de burgemeester de vergunning intrekken indien zich in of vanuit de inrichting feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen, dat het geopend blijven van de inrichting gevaar oplevert voor de openbare orde en/of een bedreiging vormt voor het woon- en leefklimaat in de omgeving van de inrichting.
Afdeling 8 Toezicht op speelgelegenheden
1.In dit artikel wordt verstaan onder:
speelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder a, van de Wet, zijnde een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;
1°. waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en
2°. waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder.
e.laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e, van de Wet, zijnde een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend, die geen hoogdrempelige inrichting is, of een inrichting waarin horeca-activiteiten worden verricht en waarvan de ondernemer inschrijfplichtig is en ingeschreven is bij het Bedrijfschap Horeca.
Afdeling 9 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:19 Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:20B Hinderlijk gedrag speeltuinen
Het is verboden zich tussen zonsondergang en zonsopgang op te houden bij of in speeltuinen en/of speelweiden.
Artikel 2:23 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijk ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen, of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:24 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Het is verboden zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2:25 Loslopende honden
1.Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten
a.die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden; of
b.die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.
Artikel 2:28 Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats, indien deze personen het bepaalde in artikel:
van deze verordening groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:31 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
HOOFDSTUK 3 SEKSINRICHTINGEN, SEXWINKELS E.D.
Afdeling 1 Begripsomschrijving en nadere regels
Artikel 3:1 Begripsomschrijvingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoning van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2 Seksinrichtingen, sekswinkels, escortbedrijven e.d.
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht , wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder zijn binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
1.Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben zonder dat de
ingevolge artikel 3:4 van deze verordening op de vergunning vermelde exploitant of beheerder in de seksinrichting aanwezig is.
2.De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
Artikel 3:10 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen e.d.
1.Het is de rechthebbende op, huurder of gebruiker van een onroerende zaak verboden
daarin of daarop goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch-pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen:
Afdeling 3 Beslistermijn en weigeringsgronden
Artikel 3:12 Weigeringsgronden
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, als het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:12 eerste lid, aanhef en onder a van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING MILIEU EN NATUURSCHOON EN ZORG VOOR UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
Afdeling 1 Geluid- en lichthinder
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal vijf incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan maximaal vijf incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid van het Besluit niet gelden, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) tijdens een incidentele festiviteit veroorzaakt door de inrichting bedraagt, gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen niet meer dan 75 dB(A). De meting heeft uitsluitend betrekking op het invallende geluid (de reflectie wordt dus buiten beschouwing gelaten) en vindt plaats op een hoogte van 1,5 meter boven het maaiveld.
Indien de incidentele festiviteit plaats vindt op een zondag, maandag, dinsdag, woensdag of donderdag dient het ten gehore brengen van extra muziek – hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:4 van deze verordening – uiterlijk om 23.30 uur te zijn beëindigd. Indien de incidentele festiviteit plaatsvindt op een vrijdag, zaterdag of een dag voorafgaand aan een erkende feestdag dient het ten gehore brengen van extra muziek – hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:4 van deze verordening – uiterlijk om 24.00 uur te zijn beëindigd.
Artikel 4:4 Onversterkte muziek
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat de in artikel 2.17 van het Besluit genoemde geluidsniveaus met betrekking tot de dag- en avondperiode niet gelden voor het in een inrichting ten gehore brengen van onversterkte muziek voor de duur van drie uur in de week, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen. Gedurende deze periode van drie uur dienen ramen en deuren gesloten te zijn. Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is het Besluit onverkort van toepassing.
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
Artikel 4:17 Begripsomschrijving
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN INZAKE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5:3A Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:5 Kampeermiddelen e.d.
Het is verboden in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente en de verdeling van beschikbare parkeerplaatsen een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt langer dan op drie achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben op alle openbare plaatsen.
Artikel 5:8 Overlast van fiets of bromfiets
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:9 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:12 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Afdeling 6 Verkeer in natuurgebieden
Artikel 5:17 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard.
Afdeling 7 Verbod vuur te stoken
Artikel 5:18 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Mits er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van toepassing op:
vuur voor koken, bakken en braden.
3.Het college kan uitsluitend in onderstaande gevallen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod:
a.voor kampvuren, te houden in het kader van bijzondere en/of recreatieve evenementen van groepen en verenigingen;
b.voor vreugdevuren, te houden in het kader van feestelijkheden met een algemeen karakter, zoals bijvoorbeeld paas- en oudejaarsvuren;
c.voor verbrandingen van met ziekte aangetast hout waarvan de noodzakelijkheid is gebleken om dit hout spoedig en ter plaatse te verbranden.
4.Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 van deze verordening kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de woon- en leefomgeving en ter bescherming van de flora en de fauna.
5.Het college stelt een formulier vast voor het aanvragen van een ontheffing.
6.Het verbod geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening.
HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van het bij of krachtens de artikelen genoemd in deze verordening en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij, die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften, die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.