Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel historische schepen |
Citeertitel | Beleidsregel historische schepen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Haven- en kadeverordening 2005, art. 2.4
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-05-2007 | nieuwe regeling | 01-05-2007 Arnhemse Koerier,09-05-2007 | 2007.0.021.386 |
De beleidsregel omvat: de uitleg van de Haven- en kadeverordening 2005 en met name artikel 2.4 van de Verordening over een ligplaats voor historische schepen. De beleidsregel gaat in op
I. Wat verstaan we onder historische schepen
Algemeen aanvaardt uitgangspunt is dat de historische schepen toegevoegde waarde voor de uitstraling van het gebied en de stad dienen te hebben, het liefst een historische band met de desbetreffende stad hebben en aan “redelijke eisen van welstand” dienen te voldoen.
Deze “redelijke eisen van welstand” zijn met de Stichting Historische Schepen Arnhem destijds overeengekomen en bestaan uit de volgende criteria:
De gemeente Arnhem neemt het uiteindelijke besluit of een schip aan de ” redelijke eisen van welstand ” voldoet en als “historisch schip” kan worden aangemerkt. De Stichting heeft bij de gehele besluitvorming de rol van adviseur.
In alle gevallen dient de schipper een logboek bij te houden waarin de schipper aankomstdag en vertrekdag aantekent. Is bij controle het logboek niet aanwezig, niet ingevuld of onvolledig, dan dient het schip op aanwijzing van de havenmeester te vertrekken van de ligplaats.
De toegewezen locatie is in totaal over alles maximaal 60 meter lang en maximaal 15 meter breed en ligt tussen de steiger van rederij Heijmen en de steiger van Fiwado of (i.v.m. eventuele ontwikkelingen bij van Dijk/Fiwado) een andere toegewezen locatie binnen de Nelson Mandela-brug en John Frostbrug aan de Rijnkade.
Er wordt binnen de toegewezen locatie (in totaal over alles maximaal 60 meter lang en maximaal 15 meter breed) indien mogelijk een lengte van 20 meter vrijgehouden voor passanten die met hun schip voldoen aan de criteria voor een historisch schip. Deze passanten kunnen hier maximaal één week blijven liggen. Onder passanten wordt verstaan: schippers met historische schepen die zich niet vooraf schriftelijk bij het College van burgemeester en wethouders hebben aangemeld en slechts de intentie hebben Arnhem voor korte duur te bezoeken.
Alle relevante bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening, Rijnvaart Politiereglement, Verordening op het gebruik van Havens en Kades, etc. zijn van overeenkomstige toepassing.
Om een ligplaats binnen de toegewezen locatie voor historische schepen voor langer dan 1 week te kunnen innemen, dient er door de belangstellende schipper een schriftelijke aanvraag, vergezeld van relevante informatie, zoals ondermeer recente foto’s van het historische schip, de verblijfsperiode, etc. te worden ingediend bij het College van Burgemeester en Wethouders, ter attentie van de havenmeester.
Passanten met historische schepen dienen zich te melden bij de havenmeester en kunnen, indien zij voldoen aan de bovengenoemde criteria en er ruimte is, maximaal 1 week binnen de toegewezen locatie een ligplaats innemen.
De havenmeester toetst samen met een door de Stichting aan te wijzen contactpersoon of de aanvrager voldoet aan de bovengenoemde criteria en of er voor die periode een ligplaats beschikbaar is.
De havenmeester kan, voordat hij zijn beslissing neemt, verzoeken het schip in Arnhem eerst te willen bezichtigen.
De havenmeester neemt uiteindelijk namens het College van Burgemeester en Wethouders een beslissing en stelt hiervan de aangewezen contactpersoon in kennis.
Hierna kan de contactpersoon de desbetreffende aanvrager/schipper berichten dat het verzoek voor het innemen van de ligplaats voor historische schepen gehonoreerd is en kan de desbetreffende schipper zich voor het innemen van een ligplaats melden bij de havenmeester.
Van de contactpersoon wordt verwacht dat hij een logboek met gegevens bijhoudt van alle schepen die binnen de toegewezen locatie een ligplaats hebben ingenomen. In dit logboek dient de naam van de aanvrager, de afmetingen van het schip, de periode dat de ligplaats is ingenomen, alsmede het telefoonnummer van de desbetreffende schipper opgenomen te worden. De betreffende schipper dient gedurende de ligperiode telefonisch bereikbaar te zijn.
Bij hoog- en laagwater, alsmede bij calamiteiten en onveilige situaties dient de schipper de aanwijzingen van de havenmeester op te volgen en de toegewezen ligplaats eventueel te verlaten.
De havenmeester hanteert de tarieven die zijn vastgelegd in de verordening op de heffing en invordering van scheepvaartrechten.
Voor water kan gebruik worden gemaakt van de openbare voorziening via de hydranten en worden betaald op basis van het daadwerkelijke verbruik. Voor elektra dient de Stichting c.q. schipper dit te regelen met de desbetreffende eigenaren van deze voorzieningen op de Rijnkade.
Het is niet toegestaan op de laad- en losstroken, parkeerplaatsen, obstakels of andere zaken te plaatsen en de kaderuimte te benutten voor opslag, reparatie, etc. behoudens goedkeuring van de havenmeester.
g)Vrije ligplaatsen binnen de toegewezen locatie voor historische schepen
De havenmeester zal, na de contactpersoon van de stichting te hebben geïnformeerd de eventuele vrije ligplaatsen op bovengenoemde locatie invullen met niet historische schepen.
De relevante bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening zijn van toepassing.
i) Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
Normale onderhoudswerkzaamheden aan het historische schip zoals bijv. schilderen, zijn toegestaan mits geen schade en/of overlast wordt veroorzaakt.
Reparatiewerkzaamheden aan het historische schip, op het schip, op of in het water of aan de kade zijn slechts met toestemming van de havenmeester toegestaan als het gaat om het repareren of verhelpen van schade en/of motorpech waardoor het historische schip zich niet veilig kan verplaatsen en mits geen schade en/of overlast wordt veroorzaakt.