Organisatie | Noord-Beveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Coördinatieverordening gemeente Noord-Beveland 2013 |
Citeertitel | Coördinatieverordening Gemeente Noord-Beveland 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet ruimtelijke ordening, art. 3.30, lid 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-04-2013 | Nieuwe regeling | 28-03-2013 Noord-Bevelands Advertentie- en Informatieblad, 2013, 15 | 20130328/12 |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
Deze verordening, gebaseerd op artikel 3.30, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, is alleen van toepassing op het coördineren van de voorbereiding van een besluit om een bestemmingsplan, een uitwerkingsplan of een wijzigingsplan vast te stellen met het besluit over één of meer daarmee samenhangende omgevingsvergunningen, al dan niet met aan de omgevingsvergunning en/of het bestemmingsplan gerelateerde vergunningen en ontheffingen als bedoeld in artikel 3.
Artikel 3 Vergunningen en ontheffingen die naast de omgevingsvergunning deel uit kunnen maken van de coördinatie met het besluit om een bestemmingsplan, uitwerkingsplan of wijzigingsplan vast te stellen
De voorbereiding van besluiten over onderstaande vergunningen of ontheffingen kunnen gecoördineerd worden met de in artikel 2 genoemde besluiten die de basis vormen voor de toepassing van de coördinatieregeling op grond van deze verordening:
- het besluit tot vaststelling van een hogere waarde (“ontheffing”) als bedoeld in artikel 45, 47, 55, 61, 83, 85 of 100a van de Wet geluidhinder.
Artikel 4 Gevallen waarin besluiten worden gecoördineerd
In de volgende gevallen en onder de volgende condities kan het college van burgemeester en wethouders ambtshalve of op aanvraag overgaan tot een gecoördineerde voorbereiding van besluiten als bedoeld in de artikelen 2 en 3:
het besluit over een omgevingsvergunning die op het moment van indienen op grond van artikel 2.10, lid 1, sub c of artikel 2.11, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geweigerd zou moeten worden en die slechts op grond van artikel 2.12, lid 1, sub a onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan worden verleend, en het besluit over het bestemmingsplan, het uitwerkingsplan of het wijzigingsplan dat de omgevingsvergunning mogelijk maakt, maken tenminste deel uit van de te coördineren besluiten en;
Hoofdstuk 3 Procedurebepalingen
Zolang het college van burgemeester en wethouders geen regeling als bedoeld in lid a heeft vastgesteld, is, aanvullend op de artikelen 3.30 tot en met 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening en op deze verordening, § 3.5.3 van Afdeling 3.5 "Samenhangende besluiten" van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3.28 en 3.29 van die wet.
Als de gemeenteraad besluit dat het wenselijk is dat de coördinatieregeling wordt toegepast in een of meer andere gevallen dan de gevallen die op grond van deze verordening mogelijk zijn, dan zijn de leden a tot en met d van toepassing op de voorbereiding van de besluiten die behoren bij die gevallen.