Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zuidhorn

Verordening Wet inburgering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZuidhorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wet inburgering
CiteertitelVerordening Wet inburgering
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Boeteverordening inburgering nieuwkomers

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet inburgering, art. 8
  2. Wet inburgering, art. 19, lid 5
  3. Wet inburgering, art. 19, lid 6
  4. Wet inburgering, art. 23, lid 3
  5. Wet inburgering, art. 24e
  6. Wet inburgering, art. 24f
  7. Wet inburgering, art. 35
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-04-201301-01-2021Onbekend

08-04-2013

Westerkwartier, 17-04-2013

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet inburgering

De raad van de gemeente Zuidhorn;

 

Gezien het advies Burgemeester en Wethouders van 5 maart 2013;

 

Gelet op de artikelen 8, 19 vijfde en zesde lid, 23,derde lid, 24 e, 24 f en 35 van de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 en artikel X van de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering (2012, 430);

 

Overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

 

Overwegende dat als gevolg van de wijziging van de Wet inburgering de taken van gemeenten op het terrein van inburgering op termijn beëindigd zullen worden;

 

Overwegende dat gedurende een overgangsperiode gemeenten nog een aantal taken op het terrein van inburgering zullen uitoefenen;

 

Overwegende dat daarom de onder de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 opgestelde Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers dient te worden ingetrokken;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de Verordening Wet inburgering

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    Het college: het college van burgemeester en wethouder van de g

    • a.

      emeente Zuidhorn;

    • b.

      Inburgeringsplichtige: persoon bedoeld in artikel X, 2e t/m 5e lid van de wetswijziging;

    • c.

      De wet: de Wet inburgering zoals deze luidde op 31 december 2012;

    • d.

      De wetswijziging: de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (Stb 2012, 430).

  • 2.

    De begripsomschrijvingen in de wet, de wetswijziging en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 1:2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over de het aanbod van en toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

  • 2.

    Het college beoordeelt tenminste eens in de 2 jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 2:1 Inburgeringsaanbod

Het college biedt een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige aan te weten:

  • a.

    De houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 en

  • b.

    De geestelijke bedienaar, bedoeld in artikel 1 onderdeel g van de wet, die geen oudkomer is als bedoeld in artikel 1, sub c, van de wet, voor zover deze uiterlijk 31 december 2012 inburgeringsplichtig is geworden.

Artikel 2:2 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

  • 1.

    Het college stemt de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 sub a af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Indien de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 sub a een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

  • 3.

    Aan de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 sub a biedt het college maatschappelijke begeleiding aan.

Artikel 2:3 De inning van de eigen bijdrage

  • 1.

    De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt verrekend met de deelnamebonus die na het maken van het examen aan de inburgeringsplichtige wordt toegekend.

  • 2.

    Kan geen deelnamebonus worden toegekend, dan wordt de eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23 tweede lid, van de wet alsnog aan de inburgeringsplichtige opgelegd. Indien mogelijk wordt de eigen bijdrage dan verrekend met de algemene bijstand.

Artikel 2:4 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2:1 bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • -

    Het deelnemen aan een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • -

    Het verschijnen op oproepen;

  • -

    Het deelnemen aan (voortgangs)gesprekken;

  • -

    Het deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen op een tijdstip door het college bepaalt;

  • -

    Het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen kan worden voldaan.

Hoofdstuk 3 Het aanbod van inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 3:1 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1.

    Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2:1 in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven.

  • 2.

    In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan die voorziening worden verbonden.

  • 3.

    De inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2:1 aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 2 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4.

    Wanneer de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2:1 het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 4 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 3:2 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    Een beschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    Een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2:1;

  • c.

    De datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

  • d.

    De wijze van inning van de eigen bijdrage.

Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete

Artikel 4:1 De hoogte van de bestuurlijke boete voor de verschillende overtredingen

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt 20% van de bijstandsnorm voor een maand die voor de inbugeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn, als hij geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid van de wet.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt 20% van de bijstandsnorm voor een maand die voor de inbugeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn, als hij geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt 20% van de bijstandsnorm voor een maand die voor de inbugeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn, als hij niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet, bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid sub a, van de wet verlengde termijn van het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4.

    Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt geen boete opgelegd.

Artikel 4:2 De bestuurlijke boete bij recidive

  • 1.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 4:1 bedraagt 40% van de bijstandsnorm voor een maand die voor de inbugeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn, indien de inburgeringsplichtige zich binnen 12 maanden na bekendmaking van het besluit waarbij een bestuurlijke boete is opgelegd opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2.

    Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen boete opgelegd.

Artikel 4:3 Samenloop van maatregel en boete

Indien de inburgeringsplichtige bijstand ontvangt, blijft een boete achterwege als voor dezelfde dan wel vergelijkbare gedraging een maatregel, in de vorm van een verlaging van de bijstand, is opgelegd.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5:1 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 5:2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 5:3 Vervallen

De Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers vastgesteld op 20 december 2004 wordt hierbij ingetrokken en komt te vervallen.

Artikel 5:4 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als “Verordening Wet Inburgering”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 april 2013

De voorzitter,

De griffier,