Reglement op de sportraad

Artikel 1 Instelling van de Sportraad

• 1.

  Ingesteld wordt een commissie genaamd: Sportraad.

• 2.

  Aan de Sportraad is opgedragen:

  • a.

    het bevorderen van de lichamelijke opvoeding en de sportbeoefening en van de samenwerking tussen organisaties en personen op dit terrein;

  • b.

    het bevorderen van de voorlichting en de instructie op het gebied van de lichamelijke opvoeding en de sport;

  • c.

    het adviseren van burgemeesters en wethouders, hetzij eigener beweging, hetzij op verzoek, omtrent:

    • -

      het tot stand brengen, beheren en onderhouden van gemeentelijke sportaccommodaties;

    • -

      het vaststellen van algemene regelen met betrekking tot het gebruik van die accommodaties;

    • -

      het subsidiëren van sportverenigingen en -evenementen;

    • -

      alle andere zaken betreffende de lichamelijke opvoeding en de sport in de gemeente.

• 3.

  Het onderwijs in de lichamelijke opvoeding en de sport op de scholen valt buiten het werkterrein van de Sportraad.

Artikel 2 Samenstelling

• 1.

  De Sportraad bestaat uit:

  • a.

    één lid, door burgemeester en wethouders uit hun midden aan te wijzen;

  • b.

    één lid, als vertegenwoordiger van iedere tak van sport, die in de gemeente Tubbergen wordt beoefend, te benoemen door burgemeester en wethouders op voordracht van tot deze tak behorende en bij de Nederlandse Sportfederatie aangesloten verenigingen; in bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders toestaan aan niet bij de Nederlandse Sportfederatie aangesloten verenigingen een voordracht te doen; in de voordracht kan de hoedanigheid worden vermeld op grond waarvan de betrokkene wordt voorgedragen;

  • c.

    één lid, dat uit hoofde van zijn beroep of werkzaamheid geacht kan worden één of meer aspecten van de lichamelijke oefening en de sport in het algemeen te kunnen behartigen, te benoemen door burgemeester en wethouders op voordracht van de Sportraad.

• 2.

  Een lid van de gemeenteraad kan niet tevens lid zijn van de Sportraad.

• 3.

  De Sportraad wijst uit zijn midden een onafhankelijk voorzitter aan en een plaatsvervangend voorzitter aan. Indien een lid, benoemd als vertegenwoordiger van een tak van sport overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, onder b, wordt aangewezen als voorzitter, benoemen burgemeester en wethouders een nieuw lid op voordracht van de tot die tak van sport behorende verenigingen.

• 4.

  Burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als secretaris en als plaatsvervangend secretaris. De secretaris staat de Sportraad en het dagelijks bestuur van de Sportraad ter zijde. Hij heeft een raadgevende stem.

Artikel 3 Zittingsduur

• 1.

  De zittingsduur van de leden van de Sportraad is gelijk aan de zittingsduur van de wethouders. De leden van de Sportraad zijn bij aftreden van wethouders onmiddellijk herbenoembaar.

• 2.

  De leden van de Sportraad worden zo spoedig mogelijk na het zitting nemen van een nieuw college benoemd door het college.

• 3.

  Indien een lid de hoedanigheid verliest op grond waarvan hij is benoemd, dient hij zijn ontslag in bij het college. Voldoet hij hieraan niet, dan verklaart het college hem van het lidmaatschap vervallen.

• 4.

  Een lid van de Sportraad kan te allen tijde zijn ontslag indienen.

• 5.

  Tussentijds opengevallen plaatsen worden zo spoedig mogelijk aangevuld.

Artikel 4 Vergaderfrequentie en oproeping ter vergadering

• 1.

  De Sportraad vergadert ten minste twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter of twee der leden dit nodig oordelen, op dag en uur door de voorzitter te bepalen.

• 2.

  De oproeping tot een vergadering geschiedt door of namens de voorzitter met opgave, voor zover mogelijk, van de te behandelen onderwerpen en, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste een week tevoren.

• 3.

  De voorzitter brengt dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis.

Artikel 5 Openbaarheid

• 1.

  De Sportraad vergadert in het openbaar.

• 2.

  De Sportraad vergadert in beslotenheid indien in de Sportraad stukken aan de orde komen waaromtrent overeenkomstig artikel 25 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd.

• 3.

  De Sportraad kan, op voorstel van de voorzitter of één van zijn leden, besluiten in beslotenheid te vergaderen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 6 Bevoegdheid van de leden van het college aan de beraadslagingen deel te nemen

De leden van het college van burgemeester en wethouders hebben het recht aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 7 Verslaglegging

Van het verhandelde in de Sportraadvergaderingen wordt door de secretaris een beknopt verslag opgemaakt dat aan burgemeester en wethouders en de Sportraadleden wordt toegezonden.

Artikel 8 Vergaderquorum

• 1.

  Een vergadering van de Sportraad wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

• 2.

  Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, kan de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering beleggen tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

• 3.

  Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De Sportraad kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

Artikel 9 Besluitvorming

• 1.

  Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen.

• 2.

  Het gevoelen van de minderheid wordt, indien zij dit wenst, in het verslag vermeld.

• 3.

  Bij staking van de stemmen worden de verschillende standpunten in het verslag aangegeven.

Artikel 10 Spreekrecht voor het publiek

• 1.

  Een ieder kan zich, voor aanvang van een vergadering, melden bij de secretaris van de Sportraad met het verzoek het woord te mogen voeren.

• 2.

  Onmiddellijk na aanvang van de vergadering verleent de voorzitter aan degene, die zich aldus heeft aangemeld, het woord. Indien er meerdere sprekers zijn wordt hun het woord verleend in volgorde van aanmelding.

• 3.

  Een spreker mag gedurende maximaal vijf minuten het woord voeren, doch alleen met betrekking tot punten van de agenda.

• 4.

  De voorzitter kan een spreker het woord ontnemen indien deze vijf minuten gesproken heeft en, na een waarschuwing, indien deze buiten de orde is en blijft dan wel indien deze de orde van de vergadering verstoort en blijft verstoren.

Artikel 11 Voorlichting door deskundigen

• 1.

  De Sportraad kan zich laten voorlichten door deskundigen.

• 2.

  Zijn aan deze voorlichting kosten verbonden, dan neemt hij daartoe geen besluit dan na verkregen machtiging van burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Dagelijks bestuur

• 1.

  De Sportraad kiest uit zijn midden en voor de duur van de zitting een dagelijks bestuur bestaande uit vijf leden.

• 2.

  De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Sportraad maken eveneens deel uit van het dagelijks bestuur. Zij zijn voorzitter onderscheidenlijk plaatsvervangend voorzitter van het dagelijks bestuur.

• 3.

  Het door het college van burgemeester en wethouders uit zijn midden aangewezen lid maakt eveneens deel uit van het dagelijks bestuur.

• 4.

  Bij de verkiezing van het dagelijks bestuur draagt de Sportraad zoveel mogelijk zorg voor een evenredige vertegenwoordiging van buiten- en binnensport in het dagelijks bestuur.

• 1.

  Het dagelijks bestuur bespreekt in de regel tenminste eens per twee maanden met de wethouder van sportzaken de lopende zaken.

• 2.

  De verslagen van deze besprekingen worden binnen vier weken aan de leden van de Sportraad toegezonden.

Voorzover de Sportraad dat toestaat kan het dagelijks bestuur beslissingen nemen die bijdragen in kwantitatieve en kwalitatieve zin tot de realisatie van de laatst vastgestelde, geldende sportnota.

Het dagelijks bestuur zorgt, voorzover dat van hem afhangt, dat de Sportraad zijn taak naar behoren kan uitoefenen.

Artikel 16 Verantwoording aan de Sportraad

Het dagelijks bestuur legt tenminste één maal per halfjaar verantwoording af in een vergadering van de Sportraad over het door hem gevoerde beleid.

Artikel 17 Toegang tot gemeentelijke sportaccommodaties.

De leden van de Sportraad hebben vrije toegang tot de gemeentelijke sportaccommodaties voorzover dat voor de uitoefening van hun functie noodzakelijk is.

Artikel 18 Belangenbehartiging door sportverenigingen

De Sportraad geeft elke plaatselijke sportvereniging, op een daartoe strekkend verzoek door tussenkomst van de vertegenwoordiger(s) van de betreffende tak van sport, de gelegenheid haar belangen bij de Sportraad voor te staan.

Artikel 19 Jaarverslag

• 1.

  Zo mogelijk zendt de Sportraad binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar aan burgemeester en wethouders een verslag van zijn werkzaamheden over het jaar, alsmede van de stand van de lichamelijke opvoeding en de sport in de gemeente.

• 2.

  Burgemeester en wethouders brengen dit verslag ter kennis aan de gemeenteraad.

Artikel 20 Wijziging van dit reglement.

Omtrent wijzigingen van dit reglement wordt de Sportraad gehoord.

Artikel 21 Slotbepaling

• 1.

  Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement op de Sportraad" al dan niet met toevoeging van het jaartal 2002.

• 2.

  Het treedt in werking op de dag volgend op die van zijn bekendmaking.