Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tubbergen

Reglement op de Monumentencommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTubbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement op de Monumentencommissie
CiteertitelReglement op de Monumentencommissie (2002)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 84
  2. Monumentenverordening
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-04-2002Nieuwe regeling

02-04-2002

Gemeenteblad 2002, 17

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement op de Monumentencommissie

Het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet en de Monumentenverordening;

b e s l u i t:

vast te stellen de navolgende

REGLEMENT OP DE MONUMENTENCOMMISSIE

Artikel 1 Instelling van de commissie

  • 1.

    Ingesteld wordt een commissie genaamd: Monumentencommissie.

  • 2.

    Aan de commissie is opgedragen het college van burgemeester en wethouders te adviseren inzake het gemeentelijk monumentenbeleid en omtrent aanvragen om vergunningen als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit vijf leden.

  • 2.

    Door het college worden benoemd:

    • -

      twee leden op bindende voordracht van de gezamenlijke heemkundegroepen in de gemeente met deskundigheid op het gebied van monumentenzorg, lokale geschiedenis, kunsthistorie, stedebouwkunde en/of architectuur;

    • -

      één lid op bindende voordracht van de Stichting "Het Oversticht" met deskundigheid op het gebied van monumentenzorg, lokale geschiedenis, kunsthistorie, stedebouwkunde en/of architectuur.

    • -

      twee leden met deskundigheid op bestuurlijk-juridisch of bestuurlijk-politiek gebied dan wel op het gebied van monumentenzorg, lokale geschiedenis, kunsthistorie, stedebouwkunde en/of architectuur.

  • 3.

    Een lid van de gemeenteraad kan niet tevens lid zijn van de commissie.

  • 4.

    Indien de gezamenlijke heemkundegroepen niet tot een voordracht kunnen komen bepaalt het college op welke wijze in de betreffende vacature wordt voorzien.

  • 5.

    Voor elk lid kan een plaatsvervanger worden benoemd. De bepalingen van deze verordening met betrekking tot de leden zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden.

  • 6.

    Het lid van het college, belast met het monumentenbeleid, is voorzitter van de commissie.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als secretaris.

  • 8.

    De voorzitter en de secretaris hebben een raadgevende stem.

Artikel 3 Zittingsduur

  • 1.

    De zittingsduur van de leden van de commissie is gelijk aan de zittingsduur van de wethouders. De leden van de commissie zijn bij aftreden van wethouders onmiddellijk herbenoembaar.

  • 2.

    De leden van de commissie worden zo spoedig mogelijk na het zitting nemen van een nieuw college benoemd door het college.

  • 3.

    Indien een lid de hoedanigheid verliest op grond waarvan hij is benoemd, dient hij zijn ontslag in bij het college. Voldoet hij hieraan niet, dan verklaart het college hem van het lidmaatschap vervallen.

  • 4.

    Een lid van de commissie kan te allen tijde zijn ontslag indienen.

  • 5.

    Tussentijds opengevallen plaatsen worden zo spoedig mogelijk aangevuld.

Artikel 4 Vergaderfrequentie en oproeping ter vergadering

  • 1.

    De commissie vergadert ten minste één keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter of twee der leden dit nodig oordelen, op dag en uur door de voorzitter te bepalen.

  • 2.

    De oproeping tot een vergadering geschiedt door of namens de voorzitter met opgave, voor zover mogelijk, van de te behandelen onderwerpen en, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste een week tevoren.

  • 3.

    De commissie vergadert in het openbaar. De voorzitter geeft openbaar kennis van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

Artikel 5 Openbaarheid

  • 1.

    De commissie vergadert in het openbaar.

  • 2.

    De commissie vergadert in beslotenheid indien in de commissie stukken aan de orde komen waaromtrent overeenkomstig artikel 25 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd.

  • 3.

    De commissie kan, op voorstel van de voorzitter of één van haar leden, besluiten in beslotenheid te vergaderen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 6 Bevoegdheid van de leden van het college aan de beraadslagingen deel te nemen

De leden van het college van burgemeester en wethouders hebben het recht aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 7 Verslaglegging

Van het verhandelde in de commissievergaderingen wordt door de secretaris een beknopt verslag opgemaakt dat aan burgemeester en wethouders en de commissieleden wordt toegezonden.

Artikel 8 Vergaderquorum

  • 1.

    De vergadering van de commissie wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 2.

    Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, kan de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering beleggen tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De commissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

Artikel 9 Besluitvorming

  • 1.

    Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 2.

    Het gevoelen van de minderheid wordt, indien zij dit wenst, in het verslag vermeld.

  • 3.

    Bij staking van de stemmen worden de verschillende standpunten in het verslag aangegeven.

Artikel 10 Spreekrecht voor het publiek

  • 1.

    Een ieder kan zich, voor aanvang van een vergadering, melden bij de secretaris van de commissie met het verzoek het woord te mogen voeren.

  • 2.

    Onmiddellijk na aanvang van de vergadering verleent de voorzitter aan degene, die zich aldus heeft aangemeld, het woord. Indien er meerdere sprekers zijn wordt hun het woord verleend in volgorde van aanmelding.

  • 3.

    Een spreker mag gedurende maximaal vijf minuten het woord voeren, doch alleen met betrekking tot punten van de agenda.

  • 4.

    De voorzitter kan een spreker het woord ontnemen indien deze vijf minuten gesproken heeft en, na een waarschuwing, indien deze buiten de orde is en blijft dan wel indien deze de orde van de vergadering verstoort en blijft verstoren.

Artikel 11 Voorlichting door deskundigen

  • 1.

    De commissie kan zich laten voorlichten door deskundigen.

  • 2.

    Zijn aan deze voorlichting kosten verbonden, dan neemt hij daartoe geen besluit dan na verkregen machtiging van burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Reglement op de Monumentencommissie", al dan niet met toevoeging van het jaartal 2002.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar bekendmaking.

Tubbergen, 2 april 2002

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris, De burgemeester,

drs. ing. B.G.J. Mensink, mr. M.K.M. Stegers