Organisatie | Halderberge |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelen- en handhavingsverordening Inkomensvoorzieningen 2013 gemeente Halderberge |
Citeertitel | Maatregelen- en handhavingsverordening Inkomensvoorzieningen 2013 gemeente Halderberge |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Vervangt Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2013 gemeente Halderberge en Afstemmings- handhavingsverordening Ioaw en Ioaz 2011
artikel 8, eerste lid, onderdelen b, h en i, artikel 8a, artikel 9a, twaalfde lid, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand, artikel 20 en artikel 35, lid 1, sub b t/m d van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 20 en artikel 35, lid 1, sub b t/m d van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 14-03-2013 Halderbergse Bode van 27 maart 2013 | Onbekend |
De raad van de gemeente Halderberge;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 januari 2013;
gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b, h en i, artikel 8a, artikel 9a, twaalfde lid, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand, artikel 20 en artikel 35, lid 1, sub b t/m d van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 20 en artikel 35, lid 1, sub b t/m d van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
de “Maatregelen- en handhavingsverordening Inkomensvoorzieningen 2013 gemeente Halderberge ”.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
In deze verordening wordt verstaan onder:
beslagvrije voet: de beslagvrije voet bedoeld in artikel 475d en volgende van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
j. recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Wwb;
k. verrekenen: verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Wwb;
l. grondslag; de grondslag als bedoeld in artikel 5 Ioaw en Ioaz.
Artikel 2. Het opleggen van een maatregel.
Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan, als bedoeld in artikel 18 van de Wwb, dan wel de uit de Wwb, Ioaw of Ioaz voortvloeiende verplichtingen, niet of onvoldoende nakomt met inbegrip van de verplichtingen die in de beschikking tot toekenning of voortzetting van de bijstand of uitkering Ioaw/z zijn opgenomen, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd.
Artikel 3. Ingangsdatum en tijdvak van de maatregel.
De maatregel wordt opgelegd met ingang van de dag volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de op dat tijdstip voor die belanghebbende geldende bijstandsnorm of grondslag. Als de opgelegde maatregel lager is dan of gelijk is aan 100% van de bijstandsnorm of grondslag , wordt de maatregel toegepast gedurende één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Als de opgelegde maatregel hoger is dan 100% van de bijstandsnorm of grondslag, wordt de maatregel toegepast gedurende meerdere maanden, te rekenen vanaf de dag volgende op de datum waarop het besluit tot opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt de maatregel over de eerste maand vastgesteld op 100 % van de bijstandsnorm of grondslag en wordt het restant van de maatregel in de daarop volgende maand of maanden zoveel mogelijk vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm of grondslag .
In afwijking van het eerste lid kan de maatregel met terugwerkende kracht worden toegepast als de bijstandsnorm of grondslag over een periode in het verleden nog niet is uitbetaald, dan wel het opleggen van een maatregel in de toekomst niet of niet geheel mogelijk is wegens beëindiging van de bijstand of uitkering Ioaw/z.
Een opgelegde maatregel die niet of niet geheel kan worden uitgevoerd omdat de bijstand of de uitkering Ioaw/z van belanghebbende is beëindigd of ingetrokken, herleeft indien belanghebbende binnen een jaar, te rekenen vanaf de datum met ingang van welke de bijstand of uitkering Ioaw/z is beëindigd of ingetrokken, opnieuw een opnieuw een aanvraag indient om toekenning van algemene bijstand of uitkering Ioaw/z. Bij hervatting binnen de in dit artikellid genoemde periode besluit het college of de (restant)maatregel alsnog wordt geëffectueerd. Van een (gedeeltelijk) afzien wordt mededeling gedaan onder vermelding van de reden.
Artikel 4. Verlaging algemene en bijzondere bijstand, uitkering Ioaw/z en aanpassing hoogte maatregelen.
Artikel 5. Het besluit tot opleggen van een maatregel.
In het besluit tot het opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden van de maatregel, het tijdvak waarover de maatregel wordt toegepast, het bedrag waarmee de bijstand of grondslag wordt verlaagd en, als dit van toepassing is, de reden om af te wijken van de standaardmaatregel.
Artikel 7. Samenloop van gedragingen.
Als een belanghebbende zich gelijktijdig schuldig maakt aan verschillende gedragingen die het niet nakomen van een verplichting als genoemd in artikel 2, eerste lid, van deze verordening inhouden, wordt voor het bepalen van de hoogte van de maatregel uitgegaan van cumulatie van de genoemde bedragen.
Als de in het eerste lid bedoelde cumulatie een maatregel oplevert die lager is dan of gelijk is aan 100% van de bijstandsnorm of de grondslag, wordt de maatregel toegepast gedurende één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt.
Als de in het eerste lid van dit artikel bedoelde cumulatie een maatregel oplevert die hoger is dan 100% van de bijstandsnorm of de grondslag, wordt de maatregel toegepast gedurende meerdere maanden, te rekenen vanaf de dag volgende op de datum waarop het besluit tot opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt de maatregel over de eerste maand vastgesteld op 100 % van de bijstandsnorm of de grondslag en wordt het restant van de maatregel in de daarop volgende maand of maanden zoveel mogelijk vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm of de grondslag.
Hoofdstuk 2 Niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot de Wwb
Gedragingen van een belanghebbende waardoor algemeen geaccepteerde arbeid niet wordt behouden en derhalve sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de Wwb, en gedragingen waardoor een verplichting op grond van artikel 9 van de Wwb of artikel 9a van de Wwb niet of onvoldoende wordt nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
de alleenstaande ouder die uit houding en gedrag ondubbelzinnig laat blijken de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 9 eerste lid onderdeel b, van de Wwb niet te willen nakomen, als gevolg waarvan de op grond van artikel 9a, eerste lid, van de Wwb verleende ontheffing van de arbeidsplicht is ingetrokken;
Artikel 9. Hoogte en duur van de maatregel.
Indien sprake is van een gedraging van de eerste categorie als bedoeld in artikel 8 van deze verordening kan - in afwijking van het eerste lid van dit artikel - worden afgezien van het opleggen van een maatregel en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van een jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Artikel 10. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Een maatregel wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan zoals bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de Wwb, anders dan het niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid als bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel b van deze verordening, wordt afgestemd op het benadelingsbedrag.
Indien belanghebbende geen beroep meer kan doen op een passende en toereikende voorliggende voorziening, omdat deze volledig wordt verrekend met een bestuurlijke boete in het kader van het bij herhaling schenden van de inlichtingenplicht wordt een maatregel opgelegd van 100% van de bijstandsnorm gedurende de eerste drie maanden gerekend vanaf de ingangsdatum van de uitkering Wwb.
Hoofdstuk 3 Niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot de Ioaw en Ioaz
Artikel 12. Indeling in categorieën
Gedragingen van belanghebbende in het kader van re-integratie, waardoor een verplichting op grond van hoofdstuk III van de Ioaw of Ioaz niet of onvoldoende is nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV Werkbedrijf of het niet tijdig laten verlengen van de registratie;
het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsparticipatie als bedoeld in artikel 37, lid 1, sub e van de Wet Ioaw / Ioaz waaronder het niet tijdigverschijnen op een aangeven plaats en tijd, voor zover het geen participatiebaan in de zin van artikel 38a van de Wet Ioaw / Ioaw betreft alsmede andere vormen van sociale activering;
intrekking van de ontheffing van de sollicitatieplicht bij een alleenstaande ouder aan wie toepassing van artikel 38, lid 1, van de Wet Ioaw / Ioaz is gegeven en waarbij uit houding en gedrag ondubbelzinnig blijkt, dat de opgelegde verplichtingen als bedoeld in artikel 37, lid 1, sub e, van de Wet Ioaw / Ioaz niet worden nagekomen.
Artikel 13. Hoogte en duur van de maatregel.
Indien sprake is van een gedraging van de eerste categorie als bedoeld in artikel 13 van deze verordening kan - in afwijking van het eerste lid van dit artikel - worden afgezien van het opleggen van een maatregel en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van een jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Hoofdstuk 4 Zeer ernstige misdragingen Wwb, Ioaw en Ioaz.
Artikel 14. Zeer ernstige misdragingen.
Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren en medewerkers, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de bepalingen , als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de Wwb, dan wel artikel 20, tweede lid van de Ioaw en/of artikel 20, eerste lid van de Ioaz, wordt onverminderd artikel 2, tweede lid, van deze verordening een maatregel opgelegd ten bedrage van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm of grondslag.
Hoofdstuk 5 Recidive en herhaalde recidive
Artikel 15. Recidive en herhaalde recidive bij niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot de arbeidsinschakeling .
Indien de belanghebbende zich binnen een jaar nadat met toepassing van:
het bepaalde in artikel 8 en 9 van de Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2013 gemeente Halderberge en artikel 9,10 en 11 van de Afstemmings- handhavingsverordening Ioaw en Ioaz 2011, een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie als bedoeld in artikel 8, 9, 12 en 13 van deze verordening, wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het dubbele van het bedrag van de maatregel dat op grond van de artikelen 8, 9, 12 en 13 van deze verordening moet worden opgelegd voor de nieuwe verwijtbare gedraging.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdubbeld opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie als bedoeld in de artikelen 8, 9, 12 en 13 van deze verordening, wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het drievoudige bedrag van de maatregel, die op grond van de artikelen 8, 9, 13 en 14 van deze verordening moet worden opgelegd voor de nieuwe verwijtbare gedraging.
Indien de met toepassing van het eerste of tweede lid opgelegde maatregel meer bedraagt dan 100% van de bijstandsnorm of de grondslag, wordt de maatregel geëffectueerd via een oplegging van 100% van de bijstandsnorm of de grondslag gedurende een eerste maand en het alsdan resterende bedrag van de maatregel gedurende de daarop volgende maand(en), waarbij de maatregel zoveel mogelijk wordt vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm of de grondslag.
Met een besluit waarbij een maatregel is opgelegd als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt gelijkgesteld het besluit om:
van het opleggen van een maatregel wegens niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot de arbeidsinschakeling af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van deze verordening, in artikel 6, tweede lid, van de Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2013 gemeente Halderberge en artikel 6, lid 3 van de Afstemmings- handhavingsverordening Maatregelenverordening Ioaw en Ioaz 2011.
Artikel 16. Recidive en herhaalde recidive bij zeer ernstige misdragingen.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij met toepassing van artikel 14 van deze verordening, artikel 14 van de Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2013 gemeente Halderberge en artikel 13 van de Afstemmings- handhavingsverordening Ioaw en Ioaz 2011 een maatregel is opgelegd opnieuw zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 14 van deze verordening wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het dubbele van het bedrag van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm of de grondslag. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel is verdubbeld opnieuw zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 14 van deze verordening, wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het drievoudige bedrag van de maatregel, die op grond van artikel 14 van deze verordening moet worden opgelegd voor de nieuwe ernstige misdraging.
Indien de met toepassing van het eerste of tweede lid opgelegde maatregel meer bedraagt dan 100% van de bijstandsnorm of de grondslag, wordt de maatregel geëffectueerd via een oplegging van 100% van de bijstandsnorm of de grondslag gedurende een eerste maand en het alsdan resterende bedrag van de maatregel gedurende de daarop volgende maand(en), waarbij de maatregel zoveel mogelijk wordt vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm of de grondslag.
Artikel 17. Recidive en herhaalde recidive bij tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 18 Wwb.
Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij met toepassing van artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening, of artikel 13 van de Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2013 gemeente Halderberge een maatregel is opgelegd opnieuw tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan betoont als bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het dubbele van het bedrag van de maatregel dat op grond van artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening moet worden opgelegd voor het nieuwe betoonde tekortschietende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening.
Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdubbeld opnieuw tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan betoont als bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening, wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het drievoudige bedrag van de maatregel, die op grond van artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening moet worden opgelegd voor het nieuwe betoonde tekortschietende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening.
Indien de met toepassing van het eerste of tweede lid opgelegde maatregel meer bedraagt dan 100% van de bijstandsnorm, wordt de maatregel geëffectueerd via een oplegging van 100% van de bijstandsnorm of de gedurende een eerste maand en het alsdan resterende bedrag van de maatregel gedurende de daarop volgende maand(en), waarbij de maatregel zoveel mogelijk wordt vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm.
Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt gelijkgesteld het besluit om van het opleggen van een maatregel wegens het betonen van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van deze verordening, in artikel 6, tweede lid, van de Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2013 gemeente Halderberge . Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Artikel 18. Recidive en herhaalde recidive bij onvoldoende nakomen nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 Wwb.
Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij met toepassing van artikel 11 van deze verordening of artikel 15 van de Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2013 gemeente Halderberge een maatregel is opgelegd, opnieuw de nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb onvoldoende nakomt wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het dubbele van het bedrag van de maatregel dat op grond van artikel 11 van deze verordening moet worden opgelegd voor het nieuwe onvoldoende nakomen van de nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb.
Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdubbeld opnieuw de nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb onvoldoende nakomt, wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het drievoudige bedrag van de maatregel, die op grond van artikel 11 van deze verordening moet worden opgelegd voor het nieuwe onvoldoende nakomen van de nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb.
Indien de met toepassing van het eerste of tweede lid opgelegde maatregel meer bedraagt dan 100% van de bijstandsnorm, wordt de maatregel geëffectueerd via een oplegging van 100% van de bijstandsnorm gedurende een eerste maand en het alsdan resterende bedrag van de maatregel gedurende de daarop volgende maand(en), waarbij de maatregel zoveel mogelijk wordt vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm .
Met een besluit waarbij een maatregel is opgelegd als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt gelijkgesteld het besluit om van het opleggen van een maatregel wegens het onvoldoende nakomen van de nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van deze verordening, of in artikel 6, tweede lid, van de Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2013 gemeente Halderberge . Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Artikel 19. Handhavingsbeleid.
Gelet op het bepaalde in artikel 8a van de Wwb en artikel 35 van de Ioaw en Ioaz biedt het college periodiek aan de raad een handhavingsplan aan met daarin het te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet en de te verwachten resultaten.
Hoofdstuk 7 Verrekening van boete bij recidive
Artikel 20. Verrekening zonder inachtneming van de beslagvrije voet
Het college verrekent het openstaande boetebedrag met de algemene bijstand gedurende de eerste drie maanden na dagtekening van het besluit tot oplegging van de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.
Artikel 21. Verrekening als is aangetoond dat het saldo van alle bankrekeningen minder is dan drie maal de toepasselijke bijstandsnorm.
In afwijking van het bepaalde in artikel 20 van deze verordening kan het college, op schriftelijk verzoek van de belanghebbende, besluiten de recidiveboete te verrekenen met inachtneming van de beslagvrije voet. Bij het schriftelijk verzoek dient dnene belanghebbende met bewijsstukken aan te tonen dat het saldo van alle bankrekeningen van belanghebbende op de eerste dag van de maand waarin het boetebesluit is bekendgemaakt, minder bedraagt dan drie maal de toepasselijke bijstandsnorm. Indien dit verzoek wordt toegekend wordt de verrekening daarop aangepast gedurende een periode van drie maanden.
Artikel 22. Verrekening bij huisuitzetting of dringende redenen
In afwijking van het bepaalde in artikel 20 van deze verordening kan het college, op schriftelijk verzoek van de belanghebbende, besluiten de recidiveboete te verrekenen met inachtneming van de beslagvrije voet. Bij het schriftelijk verzoek dient de belanghebbende:
Indien dit verzoek wordt toegekend wordt de verrekening daarop aangepast gedurende een periode van drie maanden.
Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.
Het college is belast met de uitvoering van deze verordening. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
De Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2013 gemeente Halderberge en de Afstemmings - handhavingsverordening Ioaw en Ioaz 2011 worden ingetrokken met ingang 1 april 2013, maar blijven van toepassing op gedragingen, zijnde schending van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wwb of artikel 13, eerste lid, van de Ioaw en Ioaz, of artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, die hebben plaatsgevonden vóór 1 januari 2013, en na 1 januari 2013 voortduren, en niet vóór 31 januari 2013 zijn opgehouden of geconstateerd, waarbij de maatregel wordt berekend over het benadelingsbedrag over de periode tot uiterlijk 1 januari 2013.