Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zuidhorn

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZuidhorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand
CiteertitelToeslagenverordening WWB
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Bijstandsverordening Werk werk en bijstand

Deze verordening werkt terug tot 1 januari 2013

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
  3. Wet werk en bijstand, art. 30
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-04-201301-01-201301-06-2019Onbekend

08-04-2013

Westerkwartier, 17-04-2013

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Zuidhorn;

 

Overwegende dat de Bijstandsverordening Wet werk en bijstand 2004 aanpassing behoeft;

 

Gezien het advies Burgemeester en Wethouders van 5 maart 2013;

 

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 8 lid 1 sub c, jo artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (ANWB) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidhorn;

    • b.

      Gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21 sub c WWB;

    • c.

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Zuidhorn;

    • d.

      Verzorgingsbehoevende: de persoon die langdurig zorg behoeft en zorg ontvangt van de verzorgende;

    • e.

      Verzorgende: de persoon die zorg verleent aan de verzorgingsbehoevende;

    • f.

      Wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

    • g.

      Woning: een woning zoals bedoeld in artikel sub j Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3 lid 6 WWB;

    • h.

      Woonkosten:

      - Indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs zoals bedoeld in artikel 1 sub d Wet op de huurtoeslag:

      - Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

Artikel 1:2 Doelgroep

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen of verlagen van de norm

Artikel 2:1 Toeslagen alleenstaande (ouder)

  • 1.

    De norm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft en dientengevolge de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan niet of niet geheel kan delen, ontvangt een toeslag, zoals bedoeld in artikel 25 WWB, van 20% van de gehuwdennorm.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid ontvangt een alleenstaande van 21 jaar geen toeslag, tenzij artikel 2:5 van deze verordening van toepassing is.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid ontvangt een alleenstaande van 22 jaar een toeslag, zoals bedoeld in artikel 25 WWB, van 10% van de gehuwdennorm, tenzij artikel 2:5 van deze verordening van toepassing is

Artikel 2:2 Verlaagde toeslag en uitzonderingen

  • 1.

    De norm voor een alleenstaande en de alleenstaande ouder in wiens woning een ander zijn hoofdverblijf heeft of die in de woning van een ander zijn hoofdverblijf heeft en die de algemene kosten van het bestaan geheel of gedeeltelijk kan delen met een ander ontvangt een toeslag van de 10% van de gehuwdennorm, zoals bedoeld in artikel 26 WWB.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid ontvangen een alleenstaande van 21 en 22 jaar geen toeslag.

  • 3.

    Artikel 3 lid 4 WWB is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft en die de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan kan geheel of gedeeltelijk delen:

    • -

      verzorgingsbehoevenden die door de belanghebbende worden verzorgd;

    • -

      verzorgenden die de zorgbehoevende belanghebbende verzorgen;

    • -

      kinderen van 18 jaar en ouder met een inkomen lager dan 50% van het minimumloon;

    • -

      medebewoners die op het adres van de belanghebbende een zelfstandige woonruimte huren op basis van een commerciële huurovereenkomst.

Artikel 2:3 Verlaging wegens ontbreken van woonkosten

Geen toeslag, zoals bedoeld in artikel 27 WWB, wordt verstrekt aan een alleenstaande of alleenstaande ouder als er geen woonkosten verschuldigd zijn of geen woning wordt bewoond.

Artikel 2:4 Schoolverlater

  • 1.

    Op grond van artikel 28 WWB heeft een schoolverlater gedurende 6 maanden gerekend vanaf het tijdstip van de beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering of tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten geen recht op een toeslag als bedoeld in artikel 25 WWB.

  • 2.

    Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van een belanghebbende op wie artikel 3 lid 2 en 3 WWB van toepassing is.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3:1 Anti-cumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 2:1 tot en met 2:5 van deze verordening geschiedt zodanig dat de toepasselijke bijstandsnorm tenminste bedraagt:

  • 1.

    50% van de gezinsnorm voor een alleenstaande;

  • 2.

    70% van de gezinsnorm voor een alleenstaande ouder;

  • 3.

    80% van de gezinsnorm voor een gezin.

Artikel 3:2 Uitzondering

De bepalingen in deze verordening laten de toepassing van artikel 18 lid 1 WWB onverlet indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 3:3 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Toeslagenverordening WWB”.

Artikel 3:4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Artikel 3:5 Intrekking

De Bijstandsverordening Wet werk en bijstand 2004 vastgesteld op 28 juni 2004 wordt per 1 januari 2013 ingetrokken en komt hierbij te vervallen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De voorzitter,

De griffier,