Organisatie | Zuidhorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ |
Citeertitel | Re-integratieverordening Wet werk en bijstand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand
Deze verordening werkt terug tot 1 januari 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-04-2013 | 01-01-2013 | 01-07-2015 | Onbekend | 08-04-2013 Westerkwartier, 17-04-2013 | Geen |
De raad van de gemeente Zuidhorn;
Overwegende dat de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand aanpassing behoeft;
Gezien het advies Burgemeester en Wethouders van 5 maart 2013;
Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 7 en 8 en 10 lid 2 van de Wet werk en bijstand (WWB); de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
Vast te stellen de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
Hoofdstuk 2 Beleid en financiën
Het college biedt aan uitkeringsgerechtigden tot 65 jaar, aan personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering, niet-uitkeringsgerechtigden alsmede personen als bedoeld in artikel 10 lid 2 WWB, ondersteuning bij arbeidsinschakeling aan en, voor zover het college dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling.
Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van de belanghebbende, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.
Artikel 3.1 Algemene bepalingen over voorzieningen
Artikel 3.4 Loonkostensubsidies
De loonkostensubsidie bedraagt ten hoogste 100% van het bruto minimumloon inclusief vakantietoeslag gedurende maximaal 6 maanden respectievelijk 12 maanden ten behoeve van de kwetsbare en de uiterst kwetsbare werknemer. Voor de gehandicapte werknemer bedraagt deze ten hoogste 100% van het bruto minimumloon inclusief vakantietoeslag gedurende de gehele arbeidsperiode.
Artikel 3.7 Inkomstenvrijlating
Personen met een WWB-, IOAW-, IOAZ- of Anw-uitkering, niet uitkeringsgerechtigden dan wel personen zoals bedoeld in artikel 10 lid 2 WWB, die arbeid in deeltijd hebben of aanvaarden, waarmee een inkomen wordt verworven dat minder bedraagt dan de voor hen geldende bijstandsnorm en dat naar het oordeel van het college bijdraagt aan de arbeidsinschakeling, kunnen in aanmerking komen voor vrijlating van inkomsten zoals bedoeld in 31 lid 2 sub n WWB.
Het college kan aan ondernemingen waarbij personen met een WWB-, IOAW-, IOAZ- of Anw-uitkering, niet uitkeringsgerechtigden dan wel personen zoals bedoeld in artikel 10 lid 2 WWB algemeen geaccepteerde arbeid hebben aanvaard, welke geen voorziening inhoudt, gedurende maximaal 12 maanden nazorg bieden.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze verordening treedt inwerking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2013.