Organisatie | Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Convenant Woonruimteverdeling Holland Rijnland 2009 |
Citeertitel | ''Convenant Woonruimteverdeling Holland Rijnland 2009'' |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Geen. |
Geen.
Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland, art. 12, lid 3
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2009 | Onbekend | 26-02-2009 | Onbekend. |
Het Dagelijks Bestuur van het samenwerkingsverband Holland Rijnland, ingevolge het bepaalde in artikel 21lid 3 van de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter de heer H.J.J. Lenferink, handelend ter uitvoering van een besluit van het Dagelijks Bestuur d.d. 26 februari 2009, hierna te noemen:
het Dagelijks Bestuur van de Vereniging van Woningcorporaties Holland Rijnland, vertegenwoordigd door mevrouw M.J.A. Visser, voorzitter
de woonruimteverdeling in de regio Holland Rijnland een uitvoering behoeft conform de inhoud van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2009, vastgesteld door het Algemeen Bestuur, en de op basis daarvan door de desbetreffende gemeenteraden vastgestelde Huisvestingsverordeningen van Noordwijk en Noordwijkerhout;
het kader voor dit Convenant wordt gevormd door de Huisvestingswet 1992, het Huisvestingsbesluit 1993, de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH);
de samenwerking tussen partijen op het terrein van de verdeling van woonruimten in beheer van de deelnemende verhuurders tot doel heeft om daarmee gezamenlijk zorg te dragen voor een rechtvaardige, doelmatige en klantgerichte verdeling van deze woonruimten;
ter uitvoering van de genoemde doelstellingen de verhuurders alle vrijkomende zelfstandige woningen beneden de huurprijsgrens, standplaatsen van woonwagens en koopwoningen beneden de koopprijsgrens door middel van de daartoe aangewezen media aanbieden, met uitzondering van woningen die door directe koppeling worden toegewezen aan woningzoekenden die daarvoor in aanmerking komen;
partijen het wenselijk vinden nadere afspraken te maken over de wijze waarop genoemde doelstellingen kunnen worden bereikt.
Gelet op het besluit van het Dagelijks Bestuur om een aantal bevoegdheden van het DagelijksBestuur aan de VWHR te mandateren, Komen overeen als volgt:
Verhuurders, niet behorende tot de VWHR (zoals particuliere verhuurders en verhuurders van zelfstandige woningen in de zorgsector) kunnen zich aansluiten bij het Convenant. Zij maken dat schriftelijk kenbaar aan de VWHR, het Dagelijks Bestuur en aan het Collegevan Burgemeester en Wethouders van de gemeente waarbinnen zij werkzaam zijn en houden zich aan de verplichtingen, omschreven in het Convenant.
Artikel 4 Taken en bevoegdheden
1.De Beleidscommissie is belast met de advisering aan het Dagelijks Bestuur en/ of de VWHR over:
a. de werking van de Verordening door de beoordeling van de jaarlijkse rapportages van de deelnemende verhuurders, en doet zonodig voorstellen tot wijziging daarvan;
d.de toepassing van de passendheidscriteria (artikel 10 tot en met 12 van de Verordening);
g. het quotum voor bijzondere doelgroepen (artikel 13 lid 1 sub f van de Verordening) dat jaarlijks wordt vastgesteld;
h. het quotum vrije beleidsruimte voor bijzondere gevallen (artikel 6 lid 8 Convenant) dat jaarlijks wordt vastgesteld;
k. eventuele beleids- of uitvoeringswijzigingen op grond van de aard en het aantal klachten en bezwaarschriften (artikel 9 lid 1 subden g van dit convenant);
Artikel 6 Aanbieding van woonruimte
Woonruimte kan na weigering voor een tweede maal geadverteerd worden. Hierbij kunnen ruimere toewijzingscriteria worden gesteld. Jaarlijks wordt door de verhuurders verantwoording afgelegd over hun verhuringen en de toepassing van de toewijzingscriteria aan de Beleidscommissie en het Dagelijks Bestuur.
Verhuurders kunnen, net als gemeenten, het Dagelijks Bestuur vragen om voor bepaalde (complexen van) woonruimten lokale bindingseisen of voor (groepen van) woning zoekenden aanvullende en/of afwijkende toewijzingsregels te mogen stellen. Als zo'n verzoek wordt gedaan, raadplegen de verhuurder en de gemeente elkaar vooraf. De beleidscommissie toetst dit verzoek in elk geval aan de criteria voor specifieke toewijzing (artikel 14 van de Verordening) en adviseert vervolgens het Dagelijks Bestuur. Jaarlijks wordt door de verhuurders aan de beleidscommissie en het Dagelijks Bestuur verantwoording afgelegd over al hun verhuringen en de toepassing van de afwijkende criteria.
Bij (afwijkende) toewijzingsregels staat voorop dat de open woningmarkt zo min mogelijk geweld wordt aangedaan. Als er bijvoorbeeld specifieke toewijzing wordt gevraagd op basis van beheercriteria, dan zullen de verhuurders de selectie van dergelijke complexen en buurten op elkaar afstemmen en het aantal waarvoor beheercriteria geldt, beperken.
Verhuurders kunnen in bijzondere gevallen woonruimte toewijzen aan woningzoekenden wier specifieke situatie vraagt om een snelle oplossing op maat. Bij deze vrije beleidsruimte gaat het bijvoorbeeld om toewijzingen in verband met beheerproblemen. Per kalenderjaar gaat het om maximaal twee procent van de vrijgekomen woningen. De verhuurders leggen jaarlijks achteraf verantwoording aan de beleidscommissie die het Dagelijks Bestuur vervolgens adviseert over het quotum voor deze vrije beleidsruimte voor bijzondere gevallen in het volgende jaar;
Artikel 7 Rangordebepaling en toewijzing
Indien een eerder huurovereenkomst met de kandidaat-huurder is of dreigt te worden ontbonden, omdat deze zich niet als een goed huurder gedragen heeft, kunnen de verhuurders aanvullende voorwaarden stellen alvorens tot verhuring over te gaan. De VWHR legt deze mogelijke aanvullende voorwaarden schriftelijk vast als beleidsregels.
De toewijzingsresultaten worden bekend gemaakt in het aanbodmedium. Daarbij wordttenminste vermeld het aantal reacties op de woning, de inschrijfwaarde van de woningzoekende die de woning toegewezen heeft gekregen en het aantal woningen dat door directe koppeling of door (stadsvernieuwings)urgenties is toegewezen, alsmede de wijze waarop over de toewijzingsresultaten beklag kan worden gedaan en bij wie.
Artikel 8 Bijzondere doepgroepen
Aanvullend op artikel 13 van de Verordening en artikel 6 van dit convenant kan bij verlening van een huisvestingsvergunning op last van het Dagelijks Bestuur onderscheid worden gemaakt naar woonruimten, die in het bijzonder zijn voorbehouden aan woningzoekenden die vallen onder het begrip directe koppeling, jaarlijks te evalueren door de Beleidscommissie.
Artikel 9 Beleid en verantwoording
Artikel 10 Klachtenbehandeling
1.Klachten en vragen over het huisvestingsbeleid worden behandeld door Holland Rijnland. Klachten over de uitvoering van het systeem worden door de VWHR in samenspraak met de huurdersorganisaties behandeld. Als klachten naar een ander orgaan zijn gestuurd dan waar ze moeten worden behandeld, worden ze per ommegaande doorgestuurd.
Partijen verdelen, met in achtneming van het bepaalde in lid 5, de kosten en baten als volgt:
a. Alle kosten en baten die verband houden met de ontwikkeling, de implementatie, de exploitatie van het woonruimteverdeelsysteem en het bijhouden van het woningzoekendenregister komen voor rekening van de VWHR. Echter, als het Dagelijks Bestuur beleidswijzigingen vaststelt zonder overleg zoals omschreven in dit convenant én zonder instemming van de VWHR, dan zijn de kosten voor de aanpassing van het woonruimteverdeelsysteem en de communicatie naar woningzoekenden over die wijzigingen geheel voor rekening van Holland Rijnland.
De hoogte van de vergoedingen zal jaarlijks ter advisering worden voorgelegd aan de beleidscommissie en worden vastgesteld door de VWHR voorzover het kosten betreft genoemd in artikel 12 lid 2 sub a, dan wel het Dagelijks Bestuur voorzover het kosten betreft genoemd in artikel 12 lid 2 sub b, dan wel beiden voorzover het kosten betreft genoemd in artikel 12 lid 2 sub c.
De eventuele griffie- en proceskosten die voortvloeien uit een bezwaar- of beroepsprocedure en die blijkens het advies of vonnis te wijten zijn aan nalatigheid of het in strijd handelen met Verordening of het convenant, worden toegerekend aan de organisatie die daaraan debet is. Echter, als uit schriftelijke stukken blijkt dat de nalatig bevonden organisatie in overleg en overeenkomstig de afspraken met het samenwerkingsverband Holland Rijnland of de VWHR heeft gehandeld, dan komen de kosten voor rekening van de koepelorganisatie.
Artikel 13 Looptijd en beëindiging
Onverminderd de mogelijkheid van ontbinding van de overeenkomst op grond van een tekortkoming in de nakoming te verlangen, is opzegging van de overeenkomst mogelijk indien voortzetting van de overeenkomst zich niet verdraagt met bij of krachtens wet dwingend aan partijen op te dragen of opgedragen taken en bevoegdheden op het terrein van de woonruimteverdeling of met regionale afspraken op het terrein van de woonruimteverdeling.
Onder overmacht wordt in ieder geval niet verstaan: onvoldoende beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel, ziekte van personeel, stakingen, verlate aanlevering of ongeschiktheid van materialen of van de programmatuur, voor zover deze omstandigheden zich voordoen aan de zijde dan wel door toedoen van de partij die niet nakomt c.q. tekortschiet.
Leiden,
namens het Dagelijks Bestuur,
H.J.J. Lenferink voorzitter
namens de VWHR,
drs. M.A. Visser voorzitter