Organisatie | Waterschap Aa en Maas |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Kwijtscheldingsregeling waterschap Aa en Maas |
Citeertitel | Kwijtscheldingsregeling waterschap Aa en Maas |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Kwijtscheldingsbeleid.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-01-2013 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 14-12-2012 Waterschapsblad volgnummer 41, 15-01-2013 | Vergadering algemeen bestuur 14 december 2012 |
Het algemeen bestuur van Waterschap Aa en Maas;
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 18 september 2012 en met overname van de daarin vermelde overwegingen;
gelet op artikel 144 van de Waterschapswet, alsmede op artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de desbetreffende bepalingen in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;
regeling met betrekking tot het verlenen van kwijtschelding van waterschapbelastingen
Artikel 1 Heffingen waarvoor kwijtschelding kan worden verleend
Voor kwijtschelding komen de volgende heffingen in aanmerking:
Artikel 2 Heffingen waarvoor geen kwijtschelding kan worden verleend
Geen kwijtschelding wordt verleend voor andere heffingen dan genoemd in artikel 1.
Artikel 3 Natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefenen
Natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefenen kunnen niet in aanmerking komen voor kwijtschelding van privébelastingen.
Artikel 4 Bepaling netto-besteedbare inkomen
Bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen wordt rekening gehouden met de nettokosten voor kinderopvang volgens artikel 28, lid 3 van de uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Voor de beoordeling van de kosten van bestaan zoals aangegeven in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt een percentage gehanteerd van 100% van de bijstandsnorm voor personen jonger dan 65 jaar. Voor personen van 65 jaar of ouder wordt de norm voor de kosten van bestaan gebaseerd op de toepasselijke netto AOW- bedragen in plaats van op de toepasselijke bijstandsnorm.