Organisatie | Tubbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling ongewenste omgangsvormen gemeente Tubbergen |
Citeertitel | Regeling ongewenste omgangsvormen gemeente Tubbergen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Car/Uwo |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2005 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 11-01-2005 Gemeenteblad 2005, 1 | Geen |
In het kader van deze regeling wordt verstaan onder:
ongewenste omgangsvormen: gedragingen, handelingen en/of uitlatingen van een of meer medewerkers die binnen of in verband met de werksituatie plaatsvinden en die door de medewerker tot wie ze gericht zijn als ongewenst worden ervaren. Het begrip ongewenste omgangsvormen bestaat uit vier onderdelen: seksuele intimidatie, agressie en geweld, discriminatie en pesten;
Burgemeester en wethouders benoemen één of meer vertrouwenspersonen. Zij zijn bevoegd een vertrouwenspersoon als zodanig te schorsen en te ontslaan. Een vertrouwenspersoon moet voldoen aan het functieprofiel zoals opgenomen in artikel 2.2. De taken van de vertrouwenspersoon zijn:
De betrokkene bepaalt in overleg met de vertrouwenspersoon of en zo ja, welke stappen ondernomen zullen worden. De vertrouwenspersoon kan daarbij hulp verlenen in de vorm van bemiddeling, verwijzing naar andere instanties en hulp en ondersteuning bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie.
Burgemeester en wethouders zien erop toe dat de vertrouwenspersoon of gewezen vertrouwenspersoon niet uit hoofde van die functie of daarmee verband houdende werkzaamheden wordt benadeeld in zijn positie.
De leden van de commissie dienen inzicht te hebben in en betrokkenheid bij de problematiek rond ongewenste omgangsvormen op de werkplek. De commissie is zodanig samengesteld dat zij beschikt over inzicht in de gemeentelijke organisatie; zo mogelijk dienen de juridische, de sociale en de medische discipline in de commissie vertegenwoordigd te zijn.
De commissie neemt de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht ter bescherming van de privacy van alle personen die betrokken zijn bij de door de commissie behandelde klachten. De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen in verband met hun werkzaamheden voor de commissie ter kennis komt. Alle stukken van de commissie zijn in principe vertrouwelijk; slechts klager en aangeklaagde, alsmede hun raadslieden, hebben op verzoek recht op inzake van de stukken die op hun zaak betrekking hebben.
De commissie brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan burgemeester en wethouders inzake haar werkzaamheden. Gelijktijdig zendt de commissie haar verslag aan de Ondernemingsraad. In het verslag dienen in ieder geval aan de orde te komen het aantal behandelde klachten, de aard van de klachten, de ter zake door de commissie gegeven adviezen en de uitvoering daarvan door het management, alsmede de rapportage van de vertrouwenspersoon. Het verslag draagt een algemeen karakter en is zodanig opgesteld dat de anonimiteit van betrokken personen is gewaarborgd. Het verslag is openbaar.
Van het horen van alle betrokkenen worden verslagen opgesteld. Een verslag wordt niet vastgesteld dan nadat betrokkene het voor gezien heeft getekend en, voor wat betreft de weergave van het door hem gezegde, voor akkoord. Weigert de betrokkene ondertekening, dan wordt daarvan in het verslag zo mogelijk met vermelding van de redenen melding gemaakt. Een afschrift van het verslag wordt de betrokkene uitgereikt.
Het management neemt binnen twee weken na ontvangst van het advies een beslissing ter zake. Klager, aangeklaagde en de klachtencommissie worden onverwijld schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing van het management. Voor zover de beslissing afwijkt van het advies van de commissie dient het met redenen omkleed te zijn.