Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tubbergen

Bezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTubbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008
CiteertitelBezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen, art. 3:1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-02-200801-01-200820-11-2010Nieuwe regeling

29-01-2008

Gemeenteblad 2008, 6

I08-534 (II)

Tekst van de regeling

Intitulé

Bezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tubbergen

overwegend, dat het aanbeveling verdient de wijzigingen op de bezoldigingsverordening te integreren in een document en daar waar nodig te actualiseren;

gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen;

gelet op de instemming van de Commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 14 december 2007

B E S L U I T E N

vast te stellen de navolgende verordening

Bezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008

I Begripsbepalingen

 

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    ambtenaar:

    • a.

      de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen.

    • b.

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen;

  • 2.

    salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen;

  • 3.

    uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Tubbergen;

  • 4.

    schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen, opgenomen in bijlage IIa van die regeling;

  • 5.

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • 6.

    bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen;

  • 7.

    betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen;

  • 8.

    conversie: de vertaling van de door middel van functiewaardering gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • 9.

    volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen;

  • 10.

    overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen.

  • 11.

    managementfuncties: de functie van Afdelingshoofd en (algemeen)Directeur.

II Salaris

 

Recht op salaris

 

Artikel 2
  • 1.

    Het recht op salaris vangt aan op de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan op de dag waarop de ambtenaar feitelijk is gestart met zijn werkzaamheden.

  • 2.

    Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Gebroken tijdvakken

 

Artikel 3

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Onvolledige betrekking

 

Artikel 4

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Salarisbedragen

 

Artikel 5

De salarissen van de ambtenaren van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen.

Artikel 6
  • 1.

    De toepassing van bijlage IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid, van Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Tubbergen

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 4.

    Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Periodieke verhoging van het salaris

 

Artikel 7
  • 5.

    Het salaris van de ambtenaar wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 6.

    De periodieke verhogingen worden op 1 januari van elk jaar toegekend, indien de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt.

  • 7.

    Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

Geen periodieke verhoging

 

Artikel 8
  • 1.

    Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2.

    Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 3.

    Een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt aan de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk bekendgemaakt, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

  • 4.

    Aan een beslissing tot toepassing van het eerste lid dient een beoordeling van de leidinggevende ten grondslag te liggen.

Salaris bij bevordering naar hogere schaal

 

Artikel 9
  • 1.

    Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

    • a.

      voor de ambtenaar het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;

    • b.

      voor de ambtenaar het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 2.

    Voorzover nodig zal - in afwijking van het eerste lid onder a - de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 7 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

Bevordering bij uitloopschaal

 

Artikel 10
  • 1.

    Toekenning van een salaris volgens de uitloopschaal kan in het algemeen worden gebaseerd op de volgende overwegingen blijkende uit een personeelsbeoordeling:

    • a.

      in de functie is in de loop van de jaren meerwaarde opgebouwd door bijvoorbeeld uitgebreidere kennis van zaken, routine, etc.

    • b.

      nevenfactoren zoals bekwaamheid, geschiktheid, dienstijver, leeftijd en diensttijd.

  • 2.

    Bevordering naar de uitloopschaal is op grond van vorenstaande overwegingen mogelijk als de ambtenaar:

    • a.

      gedurende drie jaren zijn functie volledig heeft vervuld, voor wat betreft de functievervulling is uitgegaan boven de hieraan gestelde eisen en zijn functie door persoonlijke kwaliteiten meer inhoud heeft gegeven;

    • b.

      gedurende deze tijd het maximum van de functieschaal heeft genoten.

III Gedifferentieerd belonen

 

Artikel 11

Gedifferentieerd belonen wordt toegepast conform hetgeen geregeld is in de “Regeling gedifferentieerd belonen van de gemeente Tubbergen”.

Artikel 12

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van gedifferentieerd belonen als bedoeld in de “Regeling gedifferentieerd belonen van de gemeente Tubbergen”.

Artikel 13

Bij het beëindigen van gedifferentieerd belonen als bedoeld in de “Regeling gedifferentieerd belonen van de gemeente Tubbergen” wordt geen afbouwregeling toegepast.

IV Overige toelagen en vergoedingen

 

Waarnemingstoelage

 

Artikel 14

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen.

Overwerkvergoeding

 

Artikel 15

Aan de ambtenaar, met uitzondering van de griffier, voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van de functionele schaal 11, wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen.

Toelage onregelmatige dienst (roosterdienst)

 

Artikel 16
  • 1.

    Aan de ambtenaar voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen.

  • 2.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

    • a.

      20 % voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

    • b.

      40 % voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;

    • c.

      40 % voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

    • d.

      65 % voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij schaal 6.

  • 3.

    Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7:00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19:00 uur.

  • 4.

    In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

 

Artikel 17

Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst wordt toegekend volgens de “Consignatieregeling Storingsdienst gemeente Tubbergen 2005” .

Afbouwtoelage

 

Artikel 18
  • 1.

    Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 16 en 17, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

    • a.

      die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage, als bedoeld in artikel 14, en

    • b.

      de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 16 en 17 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage - als bedoeld in artikelen 16 en 17 - een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 16 en 17 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3.

    Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 4.

    De toelage als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt stapsgewijs in 3 jaar afgebouwd; het eerst jaar 75%, het tweede jaar 50% en het derde jaar 25%.

V Overige bepalingen

 

Onvoorziene gevallen

 

Artikel 19

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Slotbepalingen

 

Artikel 20
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008 en kan worden aangehaald als de "Bezoldigingverordening gemeente Tubbergen 2008 ".

  • 2.

    De "Bezoldigingverordening Tubbergen 1985", zoals vastgesteld op 1 januari 1985 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.

  • 3.

    Artikel A, artikel C, artikel D, artikel E en artikel F van de “richtlijnen bezoldigingsbeleid 1992 worden ingetrokken.

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN TUBBERGEN,

de secretaris, de loco-burgemeester,

drs. ing. G.B.J. Mensink, P.J. van der Vinne

Toelichting Bezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008  

Algemeen

In artikel 3:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) staat dat de gemeente op lokaal niveau een bezoldigingsverordening moet vast stellen. De kaders van de lokale bezoldigingsregeling worden gegeven in hoofdstuk 3 van de CAR.

De huidige bezoldigingsverordening gemeente Tubbergen stamt uit 1985. In de loop der jaren zijn modernere begrippen geïntroduceerd en is een aantal wijzigingen doorgevoerd in het beloningsbeleid welke niet expliciet zijn vastgelegd in de bezoldigingsverordening. Een en ander is in 1992 beschreven in de ‘richtlijnen voor het bezoldigingsbeleid 1992’.

De “Bezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008”is een geactualiseerde versie van de oude bezoldigingsverordening van 1985.

Hieronder wordt een aantal artikelen toegelicht.

1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Bij onderdeel a wordt verwezen naar artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen. Bij het begrip bezoldiging (lid 6) wordt verwezen naar artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen. Hierin wordt bezoldiging gedefinieerd als: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen - als omschreven in het eerste lid van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen, alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en waarnemingstoelage. Op grond van deze bezoldiging vallen alle toelagen van de hoofdstukken 1 en 3 onder het begrip bezoldiging.

De gratificatie, de groepsgratificatie en de overwerkvergoeding, die een incidenteel karakter dragen vallen niet onder het begrip bezoldiging.

2 Salaris

Artikel 5

Er is bewust voor gekozen om te verwijzen naar bijlage IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen en niet naar bijlagen toegevoegd aan de bezoldigingsverordening. Het voordeel is dat als bijlage IIa wijzigt, dit automatisch wordt meegenomen voor de bezoldigingsverordening.

Artikel 10

In dit artikel wordt de bevorderingssystematiek geregeld.

Het eerste lid onder b geeft de aanvullende regels voor de nieuwe salarisstructuur weer. Binnen de nieuwe salarisstructuur wordt de ambtenaar, bij overgang naar een hogere schaal, ingeschaald op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal. Echter, in het geval dat het verschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.

3 Gedifferentieerd belonen

Artikel 11t/m 13

In artikel 12 t/m 16 van de voorbeeldverordening van de VNG, worden de volgende instrumenten van flexibele beloning geregeld: gratificatie, groepsgratificatie, extra periodieke verhoging, tijdelijke persoonlijke toelage en persoonlijke toelage na het bereiken van de maximum functionele schaal. Al deze instrumenten hebben als kenmerk dat hiermee op flexibele wijze kan worden gedifferentieerd in beloning. De gemeente Tubbergen heeft al deze instrumenten geregeld in de “Regeling gedifferentieerd belonen van de gemeente Tubbergen”. In de “Bezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008” is er voor gekozen te verwijzen naar deze regeling.

Artikel 12

Dit artikel biedt de mogelijkheid om nadere regels te stellen voor de toepassing en de hoogte van de gedifferentieerd belonen.

Artikel 13

In dit artikel wordt geregeld dat bij beëindiging van (een van) de instrumenten van gedifferentieerd belonen geen afbouwregeling wordt toegepast. De gedachte hierachter is dat als de ambtenaar niet meer goed functioneert, de extra beloning zonder meer komt te vervallen.

4 Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 14 t/m 17

In de artikelen 14 t/m 17 worden respectievelijk geregeld: waarnemingstoelage, overwerkvergoeding, toelage onregelmatige dienst en toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst. Deze toelagen/vergoedingen hebben een grondslag in de CAR en/of de UWO. De percentages in art.17 moeten op lokaal niveau worden ingevuld. De toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst is verder uitgewerkt in de “Consignatieregeling Storingsdienst gemeente Tubbergen 2005”.

Artikel 15

Artikel 15 van de oude bezoldigingsverordening komt in de “Bezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008” te vervallen. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen commissie- en bodevergoeding en overwerk. Al het overwerk, dus ook voor bode- en commissiewerkzaamheden, wordt toegekend volgens artikel 15 van de “Bezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008”.

In artikel 15 van de “Bezoldigingsverordening gemeente Tubbergen 2008” is geregeld dat alleen ambtenaren met een lager maximumsalaris dan functionele schaal 11, ingeval van overwerk recht hebben op een overwerkvergoeding conform artikel 3:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Tubbergen. Een uitzondering hierop is de Griffier.

Artikel 16

De percentages genoemd in lid 2a t/m d zijn gebaseerd op percentages van het LOGA.

In laatste lid van artikel 16 wordt de basis gelegd voor het treffen van aanvullende of afwijkende regelingen in bijzondere gevallen. Gedacht kan worden aan de situatie dat er in de functiebeschrijving en -waardering reeds rekening is gehouden met het feit dat men in een bepaalde functie geregeld onregelmatig moet werken, dan wel zich geregeld bereikbaar en beschikbaar moet houden voor oproepen. In die gevallen is geen toelage meer nodig.

Artikel 17

De toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst wordt geregeld in de “Consignatieregeling gemeente Tubbergen 2005”.

Artikel 18

In artikel 18 wordt de afbouwtoelage voor het wegvallen of verminderen van de toelage onregelmatige dienst (artikel 16) en de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst (artikel 17) geregeld. Er is voor gekozen om bij deze toelagen een afbouwtoelage toe te kennen, omdat deze toelagen sterk zijn gerelateerd aan de uitoefening van bepaalde functies en het wegvallen of verminderen van de toelagede betreffende ambtenaar (ervan uitgaande dat het buiten zijn toedoen gebeurt) onevenredig veel schade berokkent. Er is gekozen voor een aflopende afbouwtoelage in plaats van een garantieregeling, om ervoor te zorgen dat er geen sprake is van een eindeloze compensatie.

Gekozen is voor een stapsgewijze afbouw in 3 jaar: het eerste jaar 75%, het tweede jaar 50%, het derde jaar 25% en het vierde jaar niets meer.