Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hengelo

Verordening parkeerbelastingen 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHengelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening parkeerbelastingen 2010
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art.225

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2018Redactioneel ingetrokken vanwege oude publicatie

15-12-2009

Gemeentenieuws, 07-01-2010

323129

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening parkeerbelastingen 2010

De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2009; gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 1992; besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2010

(Verordening parkeerbelastingen 2010)

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • c.

    parkeerapparatuur: parkeerautomaten en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

  • d.

    parkeervergunning bewoners: een vergunning alleen voor bewoners van het gefiscaliseerde gebied.

  • e.

    parkeervergunning algemeen: een vergunning waar iedere burger en/of bedrijf voor in aanmerking komt.

  • f.

    parkeervergunning bezoekers: een vergunning, alleen voor bewoners van een bepaald deelgebied ten behoeve van zijn bezoek, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen;

  • g.

    (deel)gebied: een gedeelte van de stad waar, ingevolge het aanwijzingsbesluit op grond van artikel 8 van deze verordening, betaald moet worden voor het parkeren.

Artikel 2 - Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 - Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • 1de

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • 2de

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

     

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 - Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 - Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    Indien de belastingplicht als bedoeld in het tweede lid in de loop van het kalenderjaar aanvangt is de naar de jaartarieven geheven belasting, met uitzondering van de in artikel 4 van de tarieventabel genoemde jaartarieven, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien een vergunning als bedoeld in lid 2 met een geldigheidsduur van één jaar in de loop van het jaar wordt ingetrokken, wordt naar evenredigheid restitutie van het parkeergeld verleend over het aantal maanden waarin van de vergunning geen gebruik meer wordt gemaakt, met dien verstande dat de restitutie niet wordt verleend indien het bedrag daarvan minder dan € 20,- bedraagt.

Artikel 7 - Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 - Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a en b, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 - Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1.

    Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan het voertuig van een wielklem worden voorzien of worden weggesleept.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem kan worden toegepast en waar de wegsleepregeling van toepassing is.

  • 3.

    Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het voertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 10 - Kosten

1.

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen

€ 51,00

2.

De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen

€ 56,50

3.

De kosten (incl. BTW) voor het afslepen en bewaren van voertuigen bedragen:

 

a.

voor personenauto’s tot en met 3.500 kg.

 

 

Uitrijtarief

€ 62,00

 

 

Uitvoering

€ 59,00

 

 

Opslag 1e dag

€ 39,00

 

 

Stalling per dag

€ 16,00

 

b.

voor vrachtwagens vanaf 3.500 kg.

 

 

Dagtarief per uur (van 08.00 uur tot 18.00 uur)

€ 119,00

 

 

Avond/nacht per uur (van 18.00 uur tot 08.00 uur)

€ 149,00

 

 

Zaterdag en zondag (van 0.00 uur tot 24.00 uur)

€ 149,00

 

 

Stalling per dag

€ 27,00

 

c.

voor bromfietsen

 

 

Uitvoering

€ 59,00

 

 

Stalling per dag

€ 5,00

4.

Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld.

Artikel 11 - Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 - Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het belastingjaar, indien de wijzigingen betrekking hebben op de tarieven voor parkeervergunningen van bewoners in gebied 7.

Artikel 13 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 14 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening parkeerbelasting 2009’ van 12 november 2008, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 10 maart 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening parkeerbelastingen 2010’.

Aldus gedaan door de raad der gemeente Hengelo in zijn openbare vergadering van 15 december 2009

Bijlage - Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2010 geldend met ingang van 1 januari 2010  

I. Plaats

Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt uitgegaan van de hierna omschreven gebieden die worden begrensd door de per gebied genoemde wegen of gedeelten van wegen, deze wegen of gedeelten van wegen daaronder begrepen.

Voor het parkeren als bedoeld in artikel 2 geldt als:

Gebied 1:

Tot dit gebied behoren de parkeerplaatsen aan de Burg. Jansenstraat, Kloosterterrein, Burg. Jansenplein, Langestraat, Bij de Toren, Beursstraat en de langsparkeerplaatsen aan de Enschedesestraat.

Gebied 2:

Het gebied omsloten door de Oldenzaalsestraat, Deldenerstraat, Marskant ,

Spoorstraat, Industrieplein, Parallelweg LS, Veloursstraat, Wolter ten Catestraat, Drienerstraat, de Wetstraat, Wemenstraat met uitzondering van het autovrije gebied en gebied 1. Plus het Bevrijderslaantje, Heemafstraat, Sherwood Rangers en gedeelten van de Bornsestraat.

Gebied 3:

Het gebied omsloten door de Tuindorpstraat, Ainsworthstraat, Nachtegaalspad, Julianalaan, Willem de Clercqstraat, Industriestraat, Esrein, Langelermaatweg, Berfloweg, Egbertsstraat, Veloursstraat, Parallelweg LS, Industrieplein, Spoorstraat, Marskant, Brugstraat, Dorpsmatenstraat, Prinses Beatrixstraat, Emmaweg, Vondelstraat. Tot dit gebied behoort ook het parkeerterrein aan de Marskant.

Gebied 4: Bevat de deelgebieden a en b.

Deelgebied a Het parkeerterrein aan de Drienerstraat en Wolter ten Catestraat

Deelgebied b Het parkeerterrein aan de Enschedesestraat en Wolter ten Catestraat

Gebied 5: Bevat de deelgebieden a, b en c.

Deelgebied a Het parkeerterrein aan de Mitchamplein

Deelgebied b Het parkeerterrein aan de Ir. M. Schefferlaan

Deelgebied c Het parkeerterrein aan de Wolter ten Catestraat

Gebied 6:

Tot dit gebied behoren de parkeerplaatsen aan de Willem van Otterloostraat en het parkeerterrein Molenborg (Oude Molenweg).

Gebied 7: Bevat de deelgebieden a t/m m

Deelgebied a (Thiemsland) : Het gebied omsloten door de Bankastraat, Coldstream, Canadian Grenadier, Algonquin.

Deelgebied b (’t Tuindorp Lansink):Het gebied omsloten door de Willem de Clercqstraat, Julianalaan, Nachtegaalspad, Ainsworthstraat, ’t Onland, Oelerweg, Thorbeckestraat, CT Storkstraat, Strumphlerstraat, Buitenweg, Marten Meesstraat, Lansinkweg, Meijersweg, ‘t Kotte, St Ludgerusstraat, Kerkstraat, Industriestraat.

Deelgebied c (Woolde West):Het gebied omsloten door deDeldenerstraat, Leliestraat, Rozenstraat, Resedastraat, Johannaweg, Geerdinksweg, Aletta Jacobslaan

Deelgebied d (Weidedorp): Het gebied omsloten door de Bankastraat, Antillenstraat, Balistraat, Floresstraat, Deldenerstraat, Mitchamplein,

Deelgebied e (Hart van Zuid): Het gebied omsloten door de Esrein, Langelermaatweg, Ottoweg, Loweg.

Deelgebied f (Berflo Es): Het gebied omsloten door deLangelermaatweg, Berfloweg, Egbertstraat, Parallelweg LS, Adamsweg, Albrechtsweg, Berfloweg, Adriaansweg.

Deelgebied g (Berflo Es Noord): Het gebied omsloten door deParallelweg LS, Twekkelerweg, Waarbekenweg, Enschedesestraat, Wolter ten Catestraat, Veloursstraat.

Deelgebied h (Afrikaanderbuurt): Het gebied omsloten door deOldenzaalsestraat, Oude Molenweg, Drienerstraat, de Wetstraat, Wemenstraat.

Deelgebied i (Tichelwerk): Het gebied omsloten door de Oldenzaalsestraat, Bornsestraat, Beukweg, Iepweg, Dennenbosweg, Ir.M. Schefferlaan, Witte de Withstraat, Jan van Galenstraat, Ir.M. Schefferlaan.

Deelgebied j (Elsbeek): Het gebied omsloten door deEnschedesestraat, Wolter ten Catestraat, Anninksweg, Drienerparkweg, Woltersweg

Deelgebied k (Dichtersbuurt): Het gebied omsloten door de Deldenerstraat, Van Lennepstraat, Tuindorpstraat, Vondelstraat, Emmaweg. Dorpsmatenstraat, Brugstraat, Marskant, Willemstraat, Helmersstraat, Tuindorpstraat.

Deelgebied l (Elsbeek West): Het gebied omsloten door de Anninksweg, Oude Molenweg, Lijsterweg, Spechtstraat, Oude Molenweg, Elsbeekweg, Vinkweg, Bongertsweg.

Deelgebied m (Woolde Oost): Het gebied omsloten door de Tuindorpstraat, Johannaweg, Irisstraat, Rozenstraat, Leliestraat, Deldenerstraat.

Artikel 1

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de verordening bedraagt:

1.1

1.1.1

op alle parkeerterreinen in gebied 1 met de maximale parkeertijd van 3 uur

per periode van 60 minuten

dan wel per periode van 3 minuten of gedeelte daarvan

1,90

0,10

1.2

1.2.1

op alle parkeerterreinen in gebied 2 en 4 met de maximale parkeertijd van 3 uur met uitzondering van de parkeerterreinen als bedoeld in 1.4 en 1.5 per periode van 60 minuten

dan wel per periode van 4 minuten of gedeelte daarvan

1,60

0,10

1.3

1.3.1

op alle parkeerterreinen in gebied 3, 5, 7 met de maximale parkeertijd van 3 uur met uitzondering van de parkeerterreinen als bedoeld in 1.4 en 1.6 per periode van 60 minuten

dan wel per periode van 5 minuten of gedeelte daarvan

1,30

0,10

 

 

 

 

1.4

1.4.1

in gebied 2 op het Stationsplein en in gebied 3 de 2 parkeerplaatsen voor de Rabobank aan de Marskant met de maximale parkeertijd van 30 minuten, voor de periode van 30 minuten

dan wel per periode van 5 minuten of gedeelte daarvan

 

0,80

0,10

1.5

In gebied 4 op de parkeerterreinen Drienerstraat en Enschedesestraat, waarvoor een maximale parkeertijd van 24 uur geldt, is het tarief per dag maximaal

6,40

1.6

In gebied 5 op de parkeerterreinen Ir. M. Schefferlaan, Mitchamplein en Wolter

ten Catestraat, waarvoor een maximale parkeertijd van 24 uur geldt, is het tarief per dag maximaal

5,20

Artikel 2 (parkeervergunning bewoners)

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening

bedraagt:

2.1

Voor plaatsen gelegen in gebied 1, 2, 3, 4 en 5 die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning bewoners)

 

 

2.1.1

per kalenderjaar

130,70

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken

ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde

belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

2.1.2

per kalendermaand of gedeelte daarvan

10,90

2.2

voor plaatsen gelegen in gebied 7 die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning bewoners)

 

 

2.2.1

per kalenderjaar (voor de eerste auto)

nihil

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

 

 

2.2.2

per kalendermaand of gedeelte daarvan

nihil

2.2.3

per kalenderjaar (voor de tweede en volgende auto)

nihil

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

 

 

2.2.4

per kalendermaand of gedeelte daarvan

nihil

2.3

Voor plaatsen gelegen in gebied 6, die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning bewoners),

 

 

2.3.1

per kalenderjaar

33,05

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken ontheffing

wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde belasting, als er

in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

2.3.2

per kalendermaand

2,75

Artikel 3 (parkeervergunning bezoekers)

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening

bedraagt:

3.1

voor plaatsen gelegen in gebied 7, met uitzondering van gebied b, die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning bezoekers)

 

 

3.1.1

per uur

0,50

3.1.2

per 5 uur

1,00

3.1.3

per 13 uur

5,20

3.1.4

met een maximum van

100,00

Artikel 4 (parkeervergunning algemeen)

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening

bedraagt:

4.1

voor plaatsen gelegen in gebied 5 en 7 die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning algemeen)

 

 

4.1.1

per kalenderjaar

150,00

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken

ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde

belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

4.1.2

per kalendermaand of gedeelte daarvan

12,50

4.2

voor plaatsen gelegen in gebied 1, 2, 3, 4 en 5 die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning algemeen)

 

 

4.2.1

per kalendermaand of gedeelte daarvan

62,60

Artikel 5 (parkeervergunning marktvoertuigen)

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening

bedraagt:

5.1

5.2

voor een vergunning voor het parkeren van marktvoertuigen (meer dan 6 meter lang en 2.4 meter hoog) op een daartoe bijzonder ingericht parkeerterrein voor 1 dag per week, per kalenderjaar of gedeelte daarvan

voor een vergunning voor het parkeren van marktvoertuigen (meer dan 6 meter lang en 2.4 meter hoog) op een daartoe bijzonder ingericht parkeerterrein voor 1 dag per week, per kwartaal of gedeelte daarvan

109,30

54,65

5.3

5.4

Voor een vergunning voor het parkeren van marktvoertuigen (meer dan 6 meter lang en 2.4 meter hoog) op een daartoe bijzonder ingericht parkeerterrein voor 2 dagen per week, per kalenderjaar of gedeelte daarvan

voor een vergunning voor het parkeren van marktvoertuigen (meer dan 6 meter lang en 2.4 meter hoog) op een daartoe bijzonder ingericht parkeerterrein voor 2 dagen per week, per kwartaal of gedeelte daarvan

218,60

109,30

Behorende bij raadsbesluit van 14 december 2009,