Beleidsregels met betrekking tot de wegingsfactor bij de toekenning van een vergoeding voor door derden beroepsmatig aan een belanghebbende verleende rechtsbijstand in verband met bezwaarschriften tegen belastingbeschikkingen, waaronder WOZ-beschikkingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Tubbergen
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Beleidsregels met betrekking tot de wegingsfactor bij de toekenning van een vergoeding voor door derden beroepsmatig aan een belanghebbende verleende rechtsbijstand in verband met bezwaarschriften tegen belastingbeschikkingen, waaronder WOZ-beschikkingen
Citeertitel	Beleidsregels wegingsfactoren in bezwaarfase
Vastgesteld door	geattribueerde functionaris
Onderwerp	financiën en economie
Eigen onderwerp	Belastingen, leges en retributies; beleidsregels

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, artt. 1:3, lid 4, 7:15
Besluit proceskosten bestuursrecht, art. 2,lid 1, juncto onderdeel C.1. van de bij dat Besluit behorende bijlage

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
18-06-2003		11-03-2012	Nieuwe regeling	26-05-2003 Gemeenteblad 2003, 26	2003/09

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels met betrekking tot de wegingsfactor bij de toekenning van een vergoeding voor door derden beroepsmatig aan een belanghebbende verleende rechtsbijstand in verband met bezwaarschriften tegen belastingbeschikkingen, waaronder WOZ-beschikkingen

De gemeenteambtenaar bedoeld in art. 231, lid 2, aanhef en onderdeel b, Gemeentewet,

overwegende, dat de Wet kosten bestuurlijke voorprocedures de vergoeding regelt van de kosten die een belanghebbende maakt bij de behandeling van een door hem ingediend bezwaarschrift en administratief beroep;

dat voor belastingzaken, waaronder bezwaar tegen WOZ-beschikkingen, een aparte regeling is getroffen voor de hoogte van kostenvergoeding van door derden beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

dat in beleidsregels vastgelegd dient te worden op welke wijze de wegingsfactoren worden gehanteerd;

gelet op artikel 1:3, lid 4, Algemene wet bestuursrecht, art. 7:15 Algemene wet bestuursrecht en art. 2, lid 1, aanhef en onderdeel a, Besluit proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C.1. van de bij dat Besluit behorende bijlage,

B e s l u i t:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het toepassen van wegingsfactoren bij toekenning van een vergoeding van in de bezwaarfase gemaakte kosten.

Artikel 1

1.
Onder belastingbedrag wordt verstaan:
- a.
  het bedrag van een belastingaanslag tezamen met de bij de belastingaanslag opgelegde bestuurlijke boete, of:
- b.
  indien geen belastingaanslag is vastgesteld, maar wel een bestuurlijke boete is opgelegd: het bedrag van de boete, of:
- c.
  het bedrag van de belasting die op aangifte is voldaan.
2.
Onder een belastingaanslag wordt mede verstaan een bedrag als bedoeld in artikel 233a, lid 2, aanhef en onderdeel a, Gemeentewet.

Artikel 2

Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt een zaak aangemerkt als:

zeer licht indien in geschil is:

a.1.
een belastingbedrag van minder dan € 450,- of:
a.2.
een waarde van minder dan € 90.000,-, of:
a.3.
een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van minder dan € 450,- dan wel met een waarde van minder dan € 90.000,-;

licht indien in geschil is:

b.1.
een belastingbedrag van € 450,- of meer, maar minder dan € 900,- of:
b.2.
een waarde van € 90.000,- of meer, maar minder dan € 180.000,- of
b.3.
een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 450,- of meer, maar minder dan € 900,- dan wel met een waarde van € 90.000,- of meer, maar minder dan € 180.000,-;

gemiddeldindien in geschil is:

c.1.
een belastingbedrag van € 900,- of meer, maar minder dan € 6.750,- of:
c.2.
een waarde van € 180.000,- of meer, maar minder dan € 1.350.000,- of:
c.3.
een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 900,- of meer, maar minder dan € 6.750,- dan wel met een waarde van € 180.000,- of meer, maar minder dan € 1.350.000,-.

zwaar indien in geschil is:

d.1.
een belastingbedrag van € 6.750,- of meer, maar minder dan € 22.500,-
d.2.
een waarde van € 1.350.000,- of meer, maar minder dan € 4.500.000,- of:
d.3.
een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 6.750,- of meer, maar minder dan € 22.500,- dan wel met een waarde van € 1.350.000,- of meer, maar minder dan € 4.500.000,-;

zeer zwaar indien in geschil is:

e.1.
een belastingbedrag van € 22.500,- of meer, of:
e.2.
een waarde van € 4.500.000,- of meer, of:
e.3.
een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 22.500,- of meer, dan wel met een waarde van € 4.500.000,- of meer.

Artikel 3

1.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking;
2.
Deze regeling kan worden aangehaald als "Beleidsregels wegingsfactoren in bezwaarfase".

Tubbergen, 26 mei 2003.

De ambtenaar belast met de heffing en invordering

van gemeentelijke belastingen van de gemeente Tubbergen,

T.F. Wildemors.