Organisatie | Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011 |
Citeertitel | ''Het Treasurystatuut Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 2011'' |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Geen. |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2011 | 25-04-2019 | Onbekend | 14-12-2011 | Onbekend. |
Per 1 januari 2001 is de Wet financiering lagere overheden (Wet filo) vervangen door de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). In deze nieuwe wet zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. De treasuryfunctie wordt hierbij gedefinieerd als:
hetsturenenbeheersenvan,hetverantwoordenoverenhettoezichthoudenop:
definanciëlevermogenswaarden,de financiëlegeldstromen,definanciëlepositiesen dehieraanverbondenrisico’s
Het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Mede als gevolg van de Wet fido wenst zij haar activiteiten op het gebied van treasury op een zo transparant en beheersbaar mogelijke wijze in te richten.
In verband met de vereisten van de Wet fido, voert onze organisatie het instrument op het gebied van treasury in. In dit treasurystatuut is de “beleidsmatige infrastructuur” van de trea- suryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het treasurystatuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Naast het treasurystatuut zal de organisatie jaarlijks een treasuryparagraafopne- men in zowel de begroting als in het jaarverslag. Hierin worden de specifieke beleidsvoorne- mens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury besproken. In de periodieke rapportages wordt de tussentijdse verslaglegging opgenomen.
Daarnaast is op grond van artikel 212 van de Gemeentewet en het besluit begroting en ver- antwoording provincies en gemeenten de Financiële verordening Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland vastgesteld.
Bij het opstellen van het treasurystatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders (o.a. Wet fido, Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden en de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden). Teneinde de transparantie van het treasurystatuut te bevorderen is, voor zover dit relevant is, aansluiting gezocht bij de door
het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgestelde “Handreiking Treasury”.
In het treasurystatuut worden allereerst het begrippenkader en de doelstellingen van de trea- suryfunctie geformuleerd. Deze worden vervolgens geconcretiseerd voor de verschillende deelgebieden van treasury: risicobeheer, bedrijfsfinanciering en kasbeheer. Daarna komen de administratieve organisatie en interne controle van de treasuryfunctie aan de orde. Daarbijligt het accent op de eenduidigheid omtrent de verdeling van de taken, bevoegdheden en ver- antwoordelijkheden. Tot slot worden de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden. In de Memorie van Toelichting worden waar nodig de in het treasurystatuut opgenomen artikelen toegelicht.
Tenslotte dient het treasurystatuut te worden geïmplementeerd in de organisatie. Een succes- volle implementatie vereist een breed draagvlak binnen de organisatie voor de geformuleerde beleidskeuzes. Een goede communicatie behoort hierbij tot de belangrijkste succesfactoren. Dit statuut is gerelateerd aan de Financiële verordening van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland en aan de Controleverordening van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland.
In dit statuut wordt verstaan onder:
Treasuryfunctie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, bedrijfs- financiering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;
Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie
De treasuryfunctie van de organisatie dient tot:
Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
De organisatie kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uit- zettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten: Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:
Artikel 7 Intern liquiditeitsrisicobeheer
De organisatie beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te base- ren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar).
Valutarisico’s worden in de organisatie uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in Euro’s.
Artikel 9 Langlopende financiering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de vol- gende uitgangspunten:
Artikel 10 Langlopende uitzettingen
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van langer dan één jaar gelden de volgende uitgangspunten:
De organisatie beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht1 te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer en te voldoen aan de be- schrijving zoals vermeld in artikel 1 van de laatst vastgestelde “Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden”.
Artikel 13 Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
Artikel 14 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het ge- bied van administratieve organisatie en interne controle.
Artikel 15 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de organisatie staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergege- ven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
Artikel 17 Informatievoorziening
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opge- nomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:
Artikel 18 Intrekking oude regeling
Het Treasurystatuut samenwerkingsorgaan Holland Rijnland vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 15 december 2004, wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verorde- ning ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van hetSamenwerkingsorgaan Holland Rijnland op 14 december 2011.
de secretaris, de voorzitter,
R.van Netten H.J.J. Lenferink
In dit treasurystatuut is het treasurybeleid van de organisatie op hoofdlijnen vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasuryfunctie (in artikel 2). Vervolgens geeft het bestuur in het treasurystatuut aan binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelswijze die gevolgd moet worden en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft. Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald door de Wet fido. Middels de limieten en richtlijnen wordt het “risicoprofiel” van de gemeenschappelijke regeling bepaald, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd.
De treasuryparagraafbij de begroting geeft de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar weer. Het bevat onder meer gegevens over de algemene ontwikkelingen en de concrete beleidsplannen binnen de kaders van het treasurystatuut. Het gaat hierbij vooral om de plannen voor het risicobeheer, de bedrijfsfinanciering (analyse financieringspositie, leningen- en garantieportefeuille en uitzettingsportefeuille) en het kasbeheer. Uit de toelichting zal moeten blijken dat de plannen binnen de kaders van de Wet fido en het treasurystatuut blijven. De treasuryparagraaf in het jaarverslag geeft in het bijzonder een verschillenanalyse tus- sen de plannen zoals deze zijn opgenomen in de begroting en de realisatie in het verslagjaar.
Er zijn in artikel 6 geen limieten opgenomen omdat de uitzettingen van gelden met name bij de BankNederlandse Gemeenten plaatsvinden.
Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie
Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer
Artikel 7 Intern liquiditeitsrisicobeheer
Artikel 9 Langlopende financiering
Artikel 10 Langlopende uitzettingen
Artikel 13 Saldo- en liquiditeitenbeheer
Artikel 14 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
Artikel 15 Verantwoordelijkheden
Artikel 17 Informatievoorziening