Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2008 |
Citeertitel | Verordening Reinigingsheffingen 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Datum ingang van de heffing is 1 januari 2008
Afvalstoffenheffing
Reinigingsrechten
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2009 | intrekking | 11-11-2008 Gemeenteblad, 2008, 32 | 2008/383 | |
23-11-2007 | nieuwe regeling | 06-11-2007 Gemeenteblad, 2007, 43 | 2007/326 |
De raad van de gemeente Tilburg;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 216, 217, en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van de Reinigingsheffingen 2008".
Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
perceel : een gebouwde onroerende zaak - of een gedeelte ervan – dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt. Met perceel worden gelijkgesteld: een stacaravan, een woon-boot, een woonwagen, een demontabel zomer- of vakantiehuisje en een wisselwoning, indien gebruikt door een particuliere huishouding.
bedrijfspand: een gebouwde onroerende zaak - of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan - geen perceel zijnde.
Hoofdstuk II. Afvalstoffenheffing.
Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Staatsblad 1994, 80).
Het bepaalde in artikel 5, het tweede lid, en artikel 6, het eerste lid, is niet van toepassing indien er sprake is van verhuizing binnen de gemeente Tilburg, waarbij de belastingplichtige zowel op het nieuwe als op het oude adres als belastingplichtige, conform het bepaalde in artikel 4 van deze verordening, kan worden aangemerkt (doorlopende plicht).
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 12 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt tussen de 24e en het einde van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later (eveneens tussen de 24e en het einde van de maand).
Hoofdstuk III. Reinigingsrechten.
Belastingplichtig voor de reinigingsrechten is degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 9, gebruik maakt.
Het recht voor het aanbieden op de gemeentelijke milieustraten van te storten of te verbranden restafval of afval dat een fractie te storten of te verbranden restafval bevat, bedraagt € 5,00 voor elke afgifte. Hierbij wordt onder restafval verstaan huishoudelijke afvalstoffen die niet of alleen tegen onevenredige kosten geschikt zijn voor hergebruik en die moeten worden gestort of verbrand. Nadere regels met betrekking tot het storten van restafval zijn opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2003.
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
Hoofdstuk IV. Algemene bepalingen.
De hiervoor onder hoofdstuk III vermelde tarieven zijn inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening Reinigingsheffingen 2008”.
Artikel 15 is vervallen omdat deze betrekking heeft op een al eerder vervallen artikel met betrekking tot een recht dat werd geheven voor het verrichten van werkzaamheden ter bestrijding van ratten.
Voor de bepaling van de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 100 % kostendekking.
Voor het belastingjaar 2008 is één uniform tarief bepaald voor de afvalstoffenheffing van € 244,52 per perceel per jaar. Ten opzichte van 2007 stijgt het tarief van de afvalstoffenheffing met 3,07%.
De stijging wordt veroorzaakt door:
In verband met het positieve saldo van de voorziening afvalstoffenheffing wordt in 2008 een bedrag van € 2.388.000,00 ingezet om de tarieven te verlagen. Hierin is een vrijval vanuit reserve BAT van € 700.000,00 verwerkt. Omdat vorig jaar deze inzet nog € 2.231.000,00 bedroeg kan ten opzichte van 2007 € 157.000,00 meer ten gunste van de tarieven gebracht worden.
Voor het belastingjaar 2008 blijft het tarief voor het aanbieden van restafval op de gemeentelijke milieustraat ongewijzigd, namelijk € 5,00
Voor de afvalstoffenheffing en de beide reinigingsrechten is de tariefontwikkeling als volgt: