Organisatie | Leerdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieprogramma 2010 |
Citeertitel | Subsidieprogramma 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Datum ondertekening geldt als datum inwerkingtreding.
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-05-2009 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 28-05-2009 - |
Voor u ligt het Subsidieprogramma 2010 dat is gebaseerd op de “Algemene Subsidieverordening gemeente Leerdam 2006” (voor het laatst gewijzigd op 29 mei 2008) en het “Beleidskader Subsidies 2010-2011” zoals dit op 15 januari 2009 door de raad van de gemeente Leerdam is vastgesteld.
Op grond van artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening (ASV 2006) stelt de raad jaarlijks een subsidieprogramma vast.
In dit subsidieprogramma treft u achtereenvolgens aan de maatschappelijke effecten die worden beoogd (deze komen overeen met het beleidskader), de ontwikkelingen sinds het “Beleidskader” is vastgesteld, de te subsidiëren doelen, producten en activiteiten, het subsidiebudget en de subsidieontvanger, de subsidiesoort en de subsidievoorwaarden en verplichtingen.
Op basis van de ASV 2006 en het “Beleidskader 2010 – 2011” is het dat de gemeentelijke sturing zich met name richt op het maatschappelijk effect bij budgetsubsidies. Omdat dit een nieuw uitgangspunt is dat zich nog in een ontwikkelingsfase bevindt, is het “Beleidskader” vastgesteld voor een periode van 2 jaar. De nieuwe gemeenteraad kan zich in de loop van 2010 dan ook richten op verdere sturing in de beleidsontwikkeling in de periode van 2010-2011.
We spreken daarom nu ook van een groeiproces waarin we willen toegroeien naar een subsidiebeleid dat zich richt op het te bereiken maatschappelijk effect.
Dit kunnen we alleen bereiken doordat alle direct betrokken partijen, zoals gemeente en instellingen, zich hierop ook richten.
Op dit moment zijn er nog enkele zaken aan de orde die nog niet volledig uitgewerkt zijn. Daarom zijn deze zaken nog niet in dit Subsidieprogramma opgenomen. In de loop van 2009 komt hier meer duidelijkheid in. Toch is het goed deze ontwikkelingen te noemen.
Het betreft hier de volgende ontwikkelingen: het Centrum voor Jeugd en Gezin en het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen.
Tot slot wordt nog opgemerkt dat in 2009 de Wmo-raad in Leerdam wordt vormgegeven. Hiervoor is een stelpost opgenomen in de begroting. Ten behoeve van het functioneren van de Wmo-raad zal wellicht ondersteuning kunnen worden geboden. Hiervoor zal mogelijk subsidie worden verstrekt aan een nader aan te wijzen ondersteuningsorganisatie. Op dit moment kunnen we hierover nog geen duidelijkheid geven, maar dit wordt al wel als onderdeel van dit subsidieprogramma beschouwd voor het geval de gemeente overgaat tot subsidiëring voor ondersteuning van de Wmo-raad.
2. Relatie tussen Subsidieverordening en Beleidskader.
De subsidieverordening geeft de procedures aan waaraan gemeente en instellingen zich moeten houden om uitvoering te geven aan de subsidieverlening en vaststelling.
In feite zijn dit de spelregels waarbinnen subsidieverlening plaats kan vinden.
Het Beleidskader geeft in grote lijnen aan welke visie, doelstellingen, maatschappelijk effect en resultaat de gemeente wil bereiken met de subsidiering.
Dit jaarprogramma maakt duidelijk waarvoor de gemeente subsidie verstrekt.
Er wordt een verschil gemaakt worden tussen een te verlenen budgetsubsidie en een activiteitensubsidie.
Het verschil tussen een activiteitensubsidie en een budgetsubsidie is dat een budgetsubsidie wordt verstrekt aan een instelling met één of meerdere beroepskrachten. Het betreft dan een grotere subsidie waarbij de gemeente veel sturing wil uitoefenen. Deze sturing richt zich nu op het maatschappelijk effect en hiermee worden dan ook afspraken gemaakt middels een uitvoeringsovereenkomst die gericht is op het te bereiken maatschappelijk effect.
Een activiteitensubsidie is over het algemeen een kleinere subsidie voor het uitvoeren van activiteiten waarbij de gemeentelijke sturing gering is.
Omdat we ons in 2010 voor het eerst willen richten op de maatschappelijke effecten van de subsidiering zal in goed overleg met de instellingen bepaald moeten worden of de concrete doelen ook gehaald kunnen worden Deze af te spreken doelen moeten smart geformuleerd worden. Indien de concrete doelen bereikt worden kan vervolgens bezien worden of daarmee de beoogde maatschappelijke effecten ook worden bereikt of dat er andere afspraken over de te behalen concrete doelen of activiteiten met de instellingen gemaakt moeten worden om de beoogde effecten ook daadwerkelijk te bereiken.
Wij verwachten daarom dat er “nulmetingen” gedaan moeten worden om in de loop van de tijd te zien of de concrete doelen of activiteiten worden bereikt die tot het beoogde effect leiden.
Voor alle duidelijkheid wordt gesteld dat het hier dus alleen gaat om de budgetsubsidies.
De afspraken over de “nulmetingen” worden in de uitvoeringsovereenkomsten geïntegreerd. Overigens zijn deze gegevens ook vaak uit jaarverslagen op te maken.
4. Maatschappelijk effect, subsidie doelen en activiteiten.
Het te bereiken maatschappelijk effect, te subsidiëren doelen en activiteiten moeten duidelijk onderscheiden worden.
De concrete doelen en activiteiten worden met de instellingen afgesproken en vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomsten. Hierover moet de instelling ook verslag doen en vindt afrekening over plaats.
Het te bereiken maatschappelijk effect is door de gemeente geformuleerd. Met de instellingen is afgesproken wat de verwachting van de gemeente is, indien de concrete doelen worden uitgevoerd. Als de gemeentelijke verwachting niet uitkomt, kan dit leiden tot nieuwe afspraken over te bereiken doelen en activiteiten.
5. Subsidieplafond en indexering.
In artikel 1.5 lid 3 van de Algemene Subsidieverordening 2006 (ASV 2006) is opgenomen dat de gemeenteraad bij vaststelling van het subsidieprogramma, per beleidsterrein het subsidieplafond / de subsidieplafonds vaststelt.
Een subsidieplafond is het bedrag dat gedurende een bepaalde periode – meestal subsidiejaar – ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies. Plafonds kunnen ook voor (delen van) beleidsterreinen worden ingesteld. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) verplicht tot weigering van subsidie als een plafond wordt overschreden. Aanleiding voor dit artikel was het gegeven, dat het enkele feit dat een begrotingspost wordt overschreden onvoldoende is om een subsidieaanvraag te weigeren. Hierdoor zou een open einde regeling kunnen ontstaan. Om dit te voorkomen, biedt de Awb de mogelijkheid om subsidieplafonds vast te stellen.
De subsidieplafonds zijn, exclusief eventuele indexering, opgenomen onder de kopjes ‘Subsidiebudget’. Het kan zijn dat een subsidiebudget weer verder is onderverdeeld; dit staat dan in het ‘Inhoudelijk Subsidieprogramma’ vermeld. De subsidieplafonds voor het subsidieprogramma 2010 hebben betrekking op de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010.
Voor de indexering van de budgetsubsidies wordt een onderscheid gemaakt tussen de personele en niet-personele kosten. Deze laatste worden “overige kosten” genoemd. De hoogte van de indexering van de personele kosten wordt bepaald aan de hand van de volgende gegevens:
De overige kosten (niet-personele kosten) worden geïndexeerd op basis van het percentage, zoals dat jaarlijks wordt genoemd in de septembercirculaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken leidend.
Afwijkingen inzake indexering:
Bovenstaande opmerkingen met betrekking tot de indexering van budgetsubsidies en activiteitensubsidies zijn niet van toepassing op subsidiebedragen die al inclusief indexering worden aangevraagd. Dit zijn meestal instellingen die regionaal hun subsidieaanvraag indienen of die waarvan het vast te stellen subsidiebedrag wordt bepaald op basis van nacalculatie.
De budgetsubsidies worden jaarlijks definitief vastgesteld nadat de instelling het jaarverslag en het financieel verslag heeft ingediend. Hiermee wordt rekenschap afgelegd over de uitvoering van de uitvoeringsovereenkomst.
Tevens wordt dan bezien of het maatschappelijk effect geheel, gedeeltelijk of niet is bereikt.
Indien dit niet het geval is zullen er mogelijk nadere afspraken met de instelling gemaakt worden om met gewijzigde activiteiten en doelen het maatschappelijk effect alsnog te halen.
Verder worden jaarlijks enkele instellingen uitgenodigd om een toelichting te geven op hun jaarverslag en beleidsvoornemens in de Commissie Zorg. Hierbij streven wij ernaar iedere 4 jaar alle instellingen die budgetsubsidie ontvangen in de Commissie Zorg te hebben gehad.
7. Inhoudelijk subsidiebeleid.
Te bereiken maatschappelijk effect.
Een lokale bevolking die, onbelemmerd, toegang heeft tot alle openbare kennis en informatie zodat iedereen volop zijn of haar ontwikkelingskansen kan benutten. Daarnaast biedt de Bibliotheek een rol in de toegang tot educatie en culturele kennis.
In de loop van 2009 worden nog nadere afspraken met het bestuur van de Bibliotheek gemaakt. Dit kan nog leiden tot inhoudelijke wijzigingen van de uitvoeringsovereenkomst gericht op het inzichtelijk maken van het maatschappelijk effect.
De Bibliotheek heeft al een begroting 2010 ingediend. Hierin is aangegeven is dat er structureel prijs- en looncompensatie is gemist omdat in 2007 is ingestapt op het niveau van 2003 dat € 11,-- per inwoner was. Ten opzichte van de landelijke norm is een achterstand opgelopen van 4 jaar. Hierdoor kan de bibliotheek niet de noodzakelijke kwaliteit leveren.
Verder is de wens om het minimale aantal openingsuren van 20 per week, behorende bij het huidige dienstverleningsniveau, te brengen naar het huidige openingsuren van 25 per week.
De wens om het instapniveau te compenseren en de wens om het aantal openingsuren te continueren bedragen beide € 20.000,--. Totaal dus € 40.000,--.
In de voorjaarsnota wordt hier nader op ingegaan.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Openstelling: het openstellen van de Openbare Bibliotheek in Leerdam voor minimaal 20 uur per week, behoudens een periode in de zomervakantie.
Collectie: het beschikbaar stellen en uitlenen van boeken en educatieve video’s, dvd’s, cd’s en cd-roms.
Internet: het verlenen van toegang tot internet.
Informatie: het informeren van gebruikers over inhoud en vindplaats van de aanwezige media c.q. het helpen vinden van informatie over onderwerpen met gebruikmaking van in- en externe bronnen (o.a. internet).
Educatieve activiteiten: het organiseren van educatieve activiteiten.
Ontmoeting: het stimuleren van ontmoeting van bibliotheekbezoekers onderling.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor de werksoort ‘Bibliotheekwerk’ een budget van € 264.821,-- exclusief indexering, beschikbaar. Voor de huisvestingscomponent is € 39.030,-- exclusief indexering beschikbaar. Totaal € 303.851,--.
Subsidieontvanger is: Stichting Bibliotheeknetwerk Zuid-Holland Zuidoost
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Te bereiken maatschappelijk effect.
De inwoners van Leerdam zijn verbonden door kunst en cultuur.
Leerdammers participeren aan culturele activiteiten en krijgen kunsteducatie (met name muziek).
Leerdammers tonen belangstelling voor het Leerdams erfgoed (monumenten, glas).
In 2009 zijn de eerste overleggen gestart met stichting Glas over het te bereiken maatschappelijk effect en over de wijze waarop het maatschappelijk effect gemeten kan worden. De discussies hebben nog niet geleid tot overeenstemming over de wijze van meten van de maatschappelijke effecten en resultaten. Het blijkt lastig om musea af te rekenen op meetbare effecten zoals: bezoekersaantallen, collectie-items of aantal tentoonstellingen. De vragen zijn namelijk: Wat zegt een groter aantal bezoekers? Wat als men zich wil richten op een selectieve groep toeristen die economisch meer besteden in het museum en in de binnenstad? Wat als het museum toewerkt naar een kwalitatief hogere collectie waar juist collectie-items voor moeten worden afgestoten? Wat als het organiseren van één grote tentoonstelling meer rendement genereert dan meerdere kleinere tentoonstellingen? Met deze vragen gaan we de komende tijd nader in gesprek met stichting Glas.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Het verzamelen van een collectie met een hoge kwaliteit.
Deze activiteit bestaat onder andere uit het opslaan, registreren en conserveren van museumstukken teneinde ze in goede staat te houden en het vervolmaken van de collectie door het zoeken naar kwalitatief hoogwaardige museumstukken. Het verzamelen van een collectie met een hoge kwaliteit kan ook betekenen dat wordt toegewerkt naar een kleinere collectie (minder interessante objecten worden dan afgestoten).
Het digitaal ontsluiten van de collectie
Deze activiteit bestaat uit het digitaliseren van de collectie, het ontsluiten van de collectie via internet. Daarbij hoort ook het realiseren van een digitaal ‘kenniscentrum 2.0’ voor kenners en voor publiek dat langskomt in het museum. Van belang is op te merken het Nationaal Glasmuseum een voortrekkersrol rol speelt in Nederland op het gebied van het digitaliseren en het ontsluiten van de collectie.
Het organiseren van tentoonstellingen en van de glasdagen
Deze activiteit bestaat uit het organiseren van tentoonstellingen op het gebied van glascultuur en het tweemaal per jaar organiseren van de glasdagen in juni en september. Jaarlijks kiest stichting Glas een ‘thema’ waarop de tentoonstellingen mede worden gebaseerd. De tentoonstellingen worden georganiseerd in het vernieuwde Nationaal Glasmuseum maar stichting Glas probeert daar waar mogelijk tentoonstellingen te koppelen aan activiteiten in de Glasblazerij.
Deze activiteit bestaat uit het onderwijzen van het cultureel erfgoed op het gebied van de glascultuur door middel van cultuureducatie. Zowel voor de bovenbouw van het basisonderwijs als voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs worden specifieke educatieve pakketten ontwikkeld. De pakketten bestaan uit twee of drie lessen en bevatten een bezoek aan het museum, aan de glasblazerij, theorieles op school en een praktische creatieve invulling.
Naast de educatieve lessen werkt stichting Glas ook aan een soort moderne audiotour waarmee bezoekers door het vernieuwde museum kunnen wandelen. Ook deze vorm van publieksbegeleiding is een vorm van cultuureducatie.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor stichting Glas een budget van € 52.893,-- (waarvan € 7.585,-- voor Cultuureducatie), exclusief indexering, beschikbaar. Stichting Glas (onderdeel Nationaal Glasmuseum) is de subsidieontvanger.
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
We subsidiëren de volgende activiteiten van respectievelijk de Stichting Instandhouding Molens Alblasserwaard – Vijfheerenlanden (SIMAV), de Historische Vereniging vrienden van oud Leerdam en het Comitée Open monumentendag.
Stichting Instandhouding Molens Alblasserwaard – Vijfheerenlanden (Simav)
De activiteiten bestaan uit het in stand houden van en het openstellen van molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden in zijn algemeenheid en de wipwatermolen Ter Leede in het bijzonder.
Historische Vereniging vrienden van oud Leerdam
De activiteiten bestaan uit het onderzoeken van de historie van Leerdam en het beschikbaar stellen van informatie hierover.
De activiteiten bestaan uit het organiseren van de jaarlijkse open monumentendag.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor ‘Monumenten en Historie’ een budget van € 7.585,00 (geen indexering) beschikbaar.
De verdeling van het beschikbare budget, is als volgt:
Subsidiesoort: Activiteitensubsidies.
7.2.C Zang, Muziek, en Toneel.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
We subsidiëren de volgende activiteiten van diverse culturele verenigingen / culturele organisatoren / individuele kunstenaars: ‘het organiseren van openbare zang-, muziek-, toneelvoorstellingen” in de gemeente Leerdam.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor ‘Zang, Muziek en Toneel’ een budget van € 9.250,-- (geen indexering) beschikbaar. Subsidieontvangers kunnen zijn: Leerdamse zang-, muziek en toneelverenigingen.
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
De subsidie aan Kunstcentrum TOON is vanaf 2006 bevroren op € 66.000,-- per jaar voor muziekles. In 2009 is voor muziekles een hoger bedrag nodig gezien de gestegen kosten van muziekonderwijs na al die jaren. In 2010 houden we rekening met een benodigd budget van
€ 96.000,-- waarbij we niet alleen rekening houden met de hiervoor genoemde kostenstijging van muziekles maar ook met de toekomstige behoefte om niet alleen muzieklessen in te kopen maar bijvoorbeeld ook dans of beeldende cursussen. Deze wens nemen we ook op in de voorjaarsnota. De uitwerking van de wensen vindt plaats in een nota Kunst & Cultuur.
Uitbreiding met structureel € 33.000,-- (geen indexering).
In de voorjaarsnota wordt hier nader op ingegaan.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Vooralsnog gaat het in 2010 om het subsidiëren van muziekonderwijs.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is muziekonderwijs € 66.000,-- beschikbaar (geen indexering).
De subsidieontvanger is Kunstcentrum TOON.
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Dit is (nog) een activiteitensubsidie omdat hier sprake is van een overgangssituatie van een situatie van een “Gemeenschappelijke regeling” naar een reguliere subsidierelatie. Bij toekenning van de wens wordt de activiteitensubsidie omgezet naar een budgetsubsidie en zal een uitvoeringsovereenkomst worden opgemaakt.
7.2.E Cultuureducatie, amateurkunst en volkscultuur in de regio AV
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
We subsidiëren diverse culturele verenigingen / organisatoren / individuele kunstenaars via het ‘Uitvoeringsplan Cultuur’ van de regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden. Jaarlijks geeft Leerdam een bijdrage aan de regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden voor uitvoering van zo veel mogelijk regionale projecten in het kader van cultuureducatie, amateurkunst en volkscultuur.
De provincie Zuid-Holland verdubbelt de subsidies van de gemeenten in de regio AV onder voorwaarde dat de culturele projecten zo veel mogelijk regionaal worden opgezet en uitgevoerd.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor cultuureducatie, amateurkunst en volkscultuur in de regio AV € 10.000,-- beschikbaar (geen indexering). De subsidieontvanger kunnen diverse culturele verenigingen / organisatoren / individuele kunstenaars zijn uit Leerdam of uit de overige gemeenten in de regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden.
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
De activiteiten dienen te passen binnen het Fonds Cultuurparticipatie, de ‘regionale visie op cultuur’ en het ‘Uitvoeringsplan Cultuur 2009 – 2012’ van de gemeenten in de regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden.
Te bereiken maatschappelijk effect.
Leefbare wijken waarvan de bewoners betrokken zijn en betrokken worden bij de woonomgeving en bij elkaar.
De bewonersondersteuning stimuleert en steunt de inwoners van wijken en buurten om gezamenlijk activiteiten te ondernemen gericht op beheer en onderhoud van de woonomgeving en op sociale contacten en ontmoeting.
De bewonersondersteuning levert de volgende resultaten op:
De resultaten meten we aan de hand van de uitkomsten van de leefbaarheid monitor. Deze enqueteenquête wordt in mei 2009 uitgevoerd als een 0-meting. Het onderzoek wordt in 2012 herhaald.
Met de instelling vindt overleg plaats over de activiteiten die zij per product (zoals hieronder genoemd) gaan aanbieden teneinde de (hiervoor) genoemde resultaten te behalen. Zij werken eraan om van de activiteiten die zij aanbieden de onderliggende processen die zij in de wijk op gang brengen te benoemen. En zo inzichtelijk te maken hoe zij ‘betrokkenheid bij de woonomgeving en betrokkenheid bij elkaar’ willen organiseren. De uitkomsten van het overleg, zijn de uitgangspunten voor de subsidie aanvraag 2010 van de instelling.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Ondersteuning bieden aan bewoners en bewonersorganisaties zoals buurtbeheergroepen en wijk en dorpsraden bij;
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Beschikbaar is € 93.804,--(exclusief indexering) voor de St. Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland, inclusief een activiteitenbudget van € 5.000,--
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
De te leveren activiteiten en prestaties worden jaarlijks vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst met de stichting. De nota Werk aan de Wijk 2009-2013 en het werkplan Wijk en buurtbeheer geven de kaders voor de in de uitvoeringsovereenkomst op te nemen activiteiten.
7.3.B Wijk- en dorpsactiviteiten.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Belangenbehartiging: het behartigen van de belangen van buurten, wijken of dorpen
Bevorderen van gemeenschapszin en sociale cohesie, door diverse activiteiten voor en met de wijk of kern te organiseren.
Instandhouding gebouw: het in stand houden van het gemeenschapsgebouw in de kern Oosterwijk.
Instandhouden hertenkamp: het in stand houden de hertenkamp in Schoonrewoerd.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor de werksoort ‘Wijk- en dorpsactiviteiten’ een budget van € 18.150,-- (geen indexering), beschikbaar.
Hiervan is een budget van € 9.100,-- (geen indexering) beschikbaar voor belangenbehartiging;
€ 5.000,-- (geen indexering) beschikbaar voor bevorderen van gemeenschapszin en sociale cohesie; € 2.900,-- (geen indexering) beschikbaar voor instandhouding gebouw en € 1.150,-- (geen indexering) voor instandhouding hertenkamp Schoonrewoerd.
De subsidie ontvangers zijn: Leerdamse wijk- en dorpsraden, buurtbeheergroepen en beheercommissies (voor belangenbehartiging), Leerdamse verenigingen of stichtingen (voor bevorderen van gemeenschapszin en sociale cohesie), Verenigingsgebouw Zangershof (voor instandhouding gebouw) en Dorpsvereniging Schoonrewoerd ( voor instandhouding Hertenkamp)
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
Voor de activiteiten die vallen onder belangenbehartiging ontvangt een wijk- of dorpsraad
€ 1.000,--; en een buurtbeheergroep of beheercommissie € 125,--. Per wijk- of dorpsraad, buurtbeheergroep of beheercommissie is het slechts mogelijk om één keer per jaar subsidie voor belangenbehartiging te ontvangen
De gemeente beoordeelt de aanvragen in volgorde van binnenkomst.
Bij overschrijding van de budgetten worden latere aanvragen geweigerd.
2. Bevorderen gemeenschapszin.
Een vereniging of stichting ontvangt in het kader van bevorderen van gemeenschapszin en sociale cohesie maximaal € 500,-- per activiteit.
Per jaar kan een vereniging of stichting voor bevorderen van gemeenschapszin en sociale cohesie voor slechts twee activiteiten subsidie ontvangen.
De activiteiten voor het bevorderen van gemeenschapszin en sociale cohesie dienen voor een ieder toegankelijk te zijn.
Subsidieaanvragen in het kader van het bevorderen van gemeenschapszin en sociale cohesie dienen, in afwijking van artikel 3.2 van de ASV 2006, minimaal 8 weken voor het tijdstip waarop de aanvrager voornemens is de activiteit uit te voeren, schriftelijk te worden ingediend bij het college.
De gemeente beoordeelt de aanvragen in volgorde van binnenkomst.
Bij overschrijding van de budgetten worden latere aanvragen geweigerd.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Koninginnedag: het organiseren van publieksfestiviteiten rondom Koninginnedag.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Beschikbaar is € 1.930,-- (geen indexering) voor de Leerdamse Oranjeverenigingen.
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
Alleen Oranjeverenigingen uit de gemeente Leerdam kunnen voor subsidie in aanmerking komen.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Promotieactiviteiten: het organiseren van publieksfestiviteiten rondom de jaarlijkse Vrijmarkt of rondom de Glaskunstbeurs.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Beschikbaar is € 12.500,-- (geen indexering) voor Leerdamse verenigingen of instellingen.
Van dit bedrag is € 2.500,-- beschikbaar voor de organisatie van de Vrijmarkt.
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
Een vereniging of instelling die activiteiten organiseert rondom de Vrijmarkt en/of de glaskunstbeurs ontvangt maximaal € 3.000,-- per activiteit.
Te bereiken maatschappelijk effect.
7.4.A Professioneel Jeugd- en Jongerenwerk.
Vanaf 2008 zijn er intensieve contacten met Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden Holland over de veranderingen binnen het totale pakket jongerenwerk. In juli 2008 is een nota door de raad vastgesteld. Maatschappelijke effecten zijn niet altijd te meten: Een hangplek kan minder bezocht worden (afname in meldingen*), maar mogelijk is de groep alleen verhuisd naar een andere wijk (toename)? Na 4 jaar inzet, is de leeftijd dusdanig hoog, dat het overlastgevend gedrag meestal ook op houdt. Er is dan mogelijk ‘een nieuwe groep’. Het is een continue-proces.
Dankzij de bouw van het nieuwe jongerencentrum en de algehele verandering van de opzet binnen het jongerenwerk zijn de volgende ontwikkelingen i.s.m. het jongerenwerk (StJJMH) in gang gezet:
In 2009 is er met een proef ‘productkaarten maken’ gestart. In 2010 wordt er binnen het reguliere jongerenwerk met productkaarten gewerkt, zodat het werk meetbaar is. Hierop worden o.a. aantallen en achtergrond jongeren, soort activiteit, doel en effect zichtbaar. De proef van 2009 wordt gebruikt als nulmeting.
De Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden Holland heeft in 2008 vakantie-activiteiten uitgevoerd vanuit de RAS-middelen. De vakantie-activiteiten voor jongeren willen we graag voortzetten in 2010.
Gedacht wordt aan sportactiviteiten, ‘soepmobiel’, ‘praatzuil’ en door jongeren gevraagde activiteiten (vraaggericht).
Het gaat hierbij om een bedrag van € 9.000,--. Dit is inclusief preventie-traject rondom Oud & Nieuw en een feest tijdens de jaarwisseling (incl. beveiliging).
In de voorjaarsnota wordt hier nader op ingegaan.
Voor het continueren van de Jip/Jopbus, in met name Schoonrewoerd, is structureel € 20.000,-- nodig. In 2009 was dit incidenteel toegekend en dit willen wij structureel voortzetten omdat dit in een behoefte voorziet.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Gelegenheid bieden tot ontplooiing van, en ontmoeting tussen jongeren
Dit gebeurt o.a. door middel van het in stand houden van een jongerencentrum, met professionele ondersteuning door het jongerenwerk en vindplaatsgericht jongerenwerk;
Jongeren worden vindplaats gericht, in hun eigen omgeving, aangesproken (op gedrag) en gestimuleerd om deel te nemen aan- en het organiseren van (plezierige, culturele en educatieve) activiteiten.
Inzichtelijk maken van activiteiten, doelgroepen, maatschappelijk effect van de activiteit e.d.
Binnen het jongerenwerk wordt er in 2010 gewerkt met productkaarten. Per activiteit wordt er een productkaart gemaakt. Daarop komen aantallen bezoekers, samenstelling en achtergrond, en het maatschappelijk effect zichtbaar. Hierdoor is bijsturing van beleid gemakkelijker en maakt het jongerenwerk inzichtelijk welke en waarom de activiteiten plaatsvinden.
Toename van wederzijdse veiligheidsgevoelens.
Door het accommodatiegebonden jongerenwerk duidelijker te verbinden aan het ambulante jongerenwerk zullen jongeren die op straat staan, de weg naar het jongerenwerk beter weten te vinden. Door de integrale aanpak (driemansschap politie-jongerenwerk-gemeente) zullen de overlastplekken eenduidig worden aangepakt richting jongeren, fysieke omgeving en ouders.
Hulpverlening in het jongerencentrum en partners.
Doordat het nieuwe jongerencentrum meer fysieke mogelijkheden biedt, zullen hulpverleningsinstanties worden uitgenodigd om aan deze doelgroep vindplaatsgerichte hulpverlening te bieden. Jongeren van ca. 13+ gaan minder snel naar een Centrum voor Jeugd- en Gezin o.i.d.. Ook kan men groepsvoorlichting, bijvoorbeeld over ‘op kamers’ en ‘schuldhulpverlening’ aanbieden.
Bij de werving en samenwerking wordt een grote rol gezien voor het Heerenlanden College. Het voortgezet onderwijs is een belangrijke partner.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Het budget bedraagt: € 273.717,-- (exclusief indexering) en de ontvanger is de Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden Holland. Hiervan is € 33.000,-- voor activiteiten (geen indexering).
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
7.4.B Voorschoolse activiteiten en peuterspeelzaalwerk.
Momenteel vindt er nog overleg plaats over het meetbaar maken van de maatschappelijke effecten.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Het beschikbare budget is € 243.753,--(exclusief indexering) en de subsidieontvanger is de Stichting Peuterwerk. Voor uitbreiding met een groep is € 50.000,-- beschikbaar.
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Vrijwillig jeugdwerk: organiseren van activiteiten in onder andere de schoolvakanties, zoals sport, spel, film, theater en Timmerdorp.
Scouting activiteiten: het organiseren van scoutingactiviteiten gericht op ontplooiing, ontspanning en ontmoeting.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor vrijwillig jeugdwerk is € 17.500,-- beschikbaar voor de Stichting Jeugdwerk (geen indexering) en voor scoutingactiviteiten is € 475,-- beschikbaar voor de Leerdamse Scoutingvereniging Hagemans (geen indexering).
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Het uitlenen van speelgoed en het organiseren van pedagogische begeleiding van ouders en kinderen (van 0 – 4 jaar) bij het (leren) spelen.
Subsidiebudget:en subsidieontvanger.
Het budget bedraagt € 1.750,-- en de subsidieontvanger: Speel-o-theek De Speelhut
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
Te bereiken maatschappelijk effect.
Overleg met de regio VVV Zuid-Holland-Zuid heeft geleid tot de afspraak, dat jaarlijks het maatschappelijk effect van de activiteiten wordt verwoord in termen van het aantal toeristen dat gebruik heeft gemaakt van de diensten van de regio VVV (lees locale VVV). Om het rendement in beeld te brengen wordt het aantal toeristen vermenigvuldigt met de (landelijke) norminvestering per toerist. Zodoende wordt een indruk verkregen van het aandeel dat het toerisme heeft in de locale economie.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Toeristisch Informatie Punt: het in standhouden van één of meerdere toeristische informatiepunten.
Informatieverstrekking: het verstrekken van informatie aan toeristen en recreanten en het ontwikkelen van producten en promoting daarvan.
Externe dienstverlening: het verlenen van externe dienstverlening op het gebied van toerisme aan overheid en bedrijfsleven.
Toeristisch platform: het in standhouden van het toeristisch platform Leerdam.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor de werksoort ‘Toerisme’ een budget van € 58.232,-- exclusief indexering, beschikbaar. De subsidieontvanger is de Stichting Regionale VVV Zuid-Holland Zuid.
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
De informatieverstrekking over en de ontwikkeling van producten en promoting daarvan dienen primair betrekking te hebben op Leerdam.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Recreatieterrein Lingezoom: het openstellen en onderhouden van het recreatieterrein Lingezoom.
Glasstadmars: het organiseren van de jaarlijkse Glasstadmars.
Subsidiebudget en subsidie ontvanger.
Voor 2010 is er voor de werksoort ‘Recreatie’ een budget van € 6.890,-- (geen indexering) beschikbaar.
Hiervan is € 5.980 (geen indexering) beschikbaar voor het recreatieterrein Lingezoom en € 910,00 (geen indexering) voor de Glasstadmars.
Ontvangers zijn: Recreatiestichting Lingezoom (voor recreatieterrein Lingezoom); en Commissie Glasstadmars (voor Glasstadmars)
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Recreatiestichting Lingezoom stemt af met de beheerders, zijnde tennisvereniging Kedichem, IJsvereniging Kedichem, Zwemvereniging De Griend en Havenvereniging De Gantel.
7.6 Immateriële hulpverlening asielzoekers.
Te bereiken maatschappelijk effect.
Vluchtelingen en statushouders zijn geïntegreerd in de gemeente Leerdam.
We zijn in gesprek met VIOZ om de te kijken hoe we de maatschappelijke effecten van de activiteiten die wij subsidiëren inzichtelijk kunnen maken. Het belangrijkste is om te kijken in hoeverre de mensen na begeleiding (hulpvragen) van VIOZ zelfstandig(er) kunnen functioneren in de maatschappij. Dit zal gebeuren in de vorm van monitoring van mensen die begeleiding hebben gekregen. Hier worden verdere afspraken over gemaakt met VIOZ.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Eerste opvang: zorgdragen voor de eerste maatschappelijke opvang in het kader van de wettelijke taakstelling statushouders / ‘pardonners’ door de gemeente Leerdam en het wegwijs maken in Leerdam.
Hulpverlening: individuele hulpverlening aan de statushouders in het kader van de taakstelling gedurende de eerste zes weken.
Algemene zorg: ondersteuning van vluchtelingen/statushouders/’pardonners’ met een wekelijks spreekuur en het stimuleren van ontmoetingen. Daarnaast wordt voorlichting gegeven aan de Leerdamse gemeenschap.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor de eerste opvang van statushouders is voor 2010 op declaratiebasis een bedrag beschikbaar van € 1.015,-- (exclusief indexering) per woning/huishouden. Hetzelfde bedrag is beschikbaar voor ‘pardonnisten’. De bijdrage voor deze laatste categorie wordt door het Rijk gerestitueerd met een bedrag van € 3.400,-- per geval.
Voor de algemene zorg (spreekuur en ontmoeting voor statushouders, voorlichting aan de Leerdamse gemeenschap) is voor 2010 maximaal € 9.884,-- beschikbaar (exclusief indexering)
De subsidieontvanger is: Stichting VIOZ.
Voor de eerste opvang van statushouders en pardonnisten geldt een declaratieregeling.
Voor de algemene zorg wordt een budgetsubsidie verstrekt.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Te bereiken maatschappelijk effect.
A/B. Vermindering van het aantal langdurige zieken, uitval en het ontstaan van sociaal isolement (en daaraan gerelateerde ziektebeelden). De maatschappelijke participatie vergroot.
C/D De leefbaarheid wordt vergroot door het verrichten van vrijwilligerswerk. Het op zorg gerichte vrijwilligerswerk en respijt- en mantelzorg ondersteuning zorgen er voor dat mantelzorgers de zorg langer en minder belastend vol kunnen houden.
7.7.A Algemeen Maatschappelijk Werk.
Voorjaar 2009 is de Wet Tijdelijk Huisverbod van kracht geworden. Door deze wet kan het beroep op AMW (pleger, slachtoffer en/ of kind) toenemen. Hulpverlening bij Huiselijk Geweld heeft altijd prioriteit binnen het AMW.
Een andere te noemen ontwikkeling is het opzetten van het CJG in Leerdam. AMW heeft daar via het daaronder vallende Jeugd Maatschappelijk Werk mee te maken. Ook het School Maatschappelijk Werk en de Jeugdgezondheidszorg hebben duidelijke raakvlakken met het CJG.
Het CJG is nog volop in ontwikkeling. Vandaar dat nu nog niet duidelijk is of er bij de genoemde werksoorten taken zullen verschuiven, vervallen of bij komen om bij te dragen aan een optimaal functionerend CJG. Aandacht is er bijvoorbeeld voor manco’s en doublures in taken (en financieringsstromen).
In hoeverre AMW bijdraagt aan het te bereiken maatschappelijk effect is moeilijk te zeggen. Dit geldt, voor alle duidelijkheid, niet alleen voor de huiselijk geweld zaken. Uit ethisch oogpunt kan niet besloten worden dat de één wel hulp krijgt en de ander niet om zo een ‘controlegroep’ te creëren. Stoppen met AMW voor een proefperiode (en zien wanneer het escaleert) is evenmin een optie.
In overweging kan worden genomen om een breder soort nulmeting te starten, al dan niet in samenhang met andere maatschappelijk zorg/gezondheids -werksoorten. Dit zou kunnen door een inventarisatie bij in Leerdam werkzame instellingen van het huidige gebruik van lichte en zwaardere vormen van zorg en dienstverlening. Dit betreft dan mogelijk ook instellingen waar (nog) geen directe relatie mee is. Er zou bij deze nulmeting gebruik gemaakt kunnen worden van informatie van bestaande relaties zoals de RSD, en GGD-ZHZ.
Door de complexiteit van de keten van zorg, waarvan AMW een onderdeel is, is niet duidelijk in beeld te brengen of het maatschappelijk effect wordt bereikt met het verstrekken van subsidie aan sec het AMW. Een onderzoek zou breed en diep opgezet moeten worden en kost, als het al voldoende bruikbare informatie zou opleveren, zeker € 40.000,--. Een dergelijk onderzoek is in relatie tot de baten te duur.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor de werksoort ‘Maatschappelijk Werk’ een budget van € 252.851,-- beschikbaar (exclusief regionale index). De ontvanger is de Rivas Zorggroep (voor AMW, inclusief JMW en 24-uursdienst).
Voor slachtofferhulp is € 4.635,-- (exclusief regionale indexering ) beschikbaar. De subsidieontvanger is Stichting Slachtofferhulp Nederland.
Budgetsubsidie (voor slachtofferhulp: activiteitensubsidie).
Subsidievoorwaarden en – verplichtingen.
Voorjaar 2009 zijn gesprekken gestart met Stichting Welzijn over zowel het meten van het maatschappelijk effect als de taken van een (vrijwillige) ouderenadviseur en uitbreiding van de klussendienst. Voor wat betreft de ouderenadviseur wordt de relatie met het WMO-loket meegenomen. En voor de klussendienst geldt dat daar een wens voor de Voorjaarsnota 2009 uit kan voortvloeien.
In hoeverre Stichting Welzijn concreet bijdraagt aan het te bereiken maatschappelijk effect is op dit moment nog moeilijk te zeggen. De vraag is bijvoorbeeld of steeds nieuwe ouderen, of juist vaak dezelfde ouderen bereikt worden met activiteiten/ voorzieningen.
Net als bij andere welzijns/ gezondheidswerksoorten is meting van effecten lastig omdat er geen controle groepen zijn. Is bijvoorbeeld een geconstateerde verbetering dankzij of ondanks de activiteit ontstaan?
De jaarverslagen geven wel een indruk van het bereik van ouderen qua bestaande voorzieningen.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Het voeren van overleg en afstemming tussen ouderen- en gehandicaptenorganisaties over de te ontwikkelen / uit te voeren activiteiten op het gebied van sociaal cultureel werk; het voeren van overleg tussen verschillende zorginstellingen op uitvoerend niveau over gesignaleerde problemen en mogelijke oplossingen / doorverwijzingen; en het deelnemen voeren van overleg inzake de afstemming en realisatie van een woonzorgzone in Leerdam.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Activiteiten van vrijwillige ouderenorganisaties:
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor professioneel ouderenwerk is voor 2010 € 183.803,-- (exclusief indexering) beschikbaar.
De subsidieontvanger is de Stichting Welzijn.
Voor vrijwillig ouderenwerk is € 16.100,-- (geen indexering) beschikbaar.
De volgende subsidieontvangers worden onderscheiden:
Voor professioneel ouderenwerk: Budgetsubsidie
Voor activiteiten van ouderenorganisaties: Activiteitensubsidies
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
In aanvulling op het onder c., d. en e. genoemde, kunnen deze Leerdamse ouderen-organisaties maximaal € 250,-- subsidie per extra activiteit ontvangen voor de onder activiteiten van ouderenorganisaties genoemde activiteiten. Indien de activiteiten samen met een andere Leerdamse organisatie worden aangevraagd en uitgevoerd, dan wordt dit maximaal te subsidiëren bedrag verdubbeld.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Activiteiten van gehandicaptenorganisaties:
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor de werksoort ‘Welzijn Gehandicapten’ een budget van € 11.400,-- (geen indexering) beschikbaar.
De volgende subsidieontvangers worden onderscheiden:
Subsidiesoort: Activiteitensubsidies.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Te bereiken maatschappelijk effect.
De mantelzorger is bekend met het begrip “mantelzorger”. Door het inzetten van laagdrempelige ondersteuning en respijtzorg zal de mantelzorger ook ontlast worden en het langer volhouden, zodat er minder snel een beroep gedaan wordt op de reguliere (betaalde) zorg..
Met de Stichting Welzijn is regelmatig overleg gevoerd om nieuwe mantelzorgers te bereiken. Er wordt regionaal gewerkt aan een eenduidig registratiesysteem om overlap te voorkomen. Dit registratiesysteem gaat ook gebruikt worden als nulmeting.
De gemeente Leerdam wil, met de regio, inzetten op preventie en vroegtijdige signalering, zodat mantelzorgers zo veel mogelijk ondersteund worden. Dit om hen te ontlasten bij hun emotioneel en fysiek zware taak om overbelasting (en uitval) te voorkomen
Met de St. Mee zijn gesprekken gaande om de ondersteuning van mantelzorgers die te maken hebben met meervoudige problematieken te ondersteunen in samenwerking met de Stichting Welzijn.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor mantelzorg is € 92.000,00 beschikbaar.
Hiervan is € 50.000,-- (exclusief indexering) beschikbaar voor de Stichting Welzijn en € 42.000,-- (inclusief indexering) beschikbaar voor de Stichting MEE en/of een andere subsidie ontvanger.
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en -voorwaarden.
Deze verplichtingen zijn meetbaar doordat de resultaten in de jaarverslagen zijn opgenomen.
Stichting Welzijn en St. MEE werken samen.
Te bereiken maatschappelijk effect.
Burgers van Leerdam zullen gemakkelijker vrijwilligerswerk verrichten. Scholieren kunnen gebruik maken van de mogelijkheden binnen het steunpunt t.b.v. het uitvoeren van maatschappelijk stages.
Met de Stichting Welzijn zijn afspraken gemaakt over het vernieuwingen binnen het Steunpunt vrijwilligers. Er wordt gekeken naar de regio en waar mogelijk samen gewerkt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een computersysteem voor de regio.
De makelaarsfunctie voor het (laten) uitvoeren van Maatschappelijke stages is een nieuw beleidsonderdeel bij de gemeenten. Het voortgezet onderwijs neemt hierin het voortouw.
Project de Overburen is een samenwerking tussen Zederik, Giessenlanden en Leerdam. Het betreft een vorm van ‘telefonische klussendienst’. Als het project “De Overburen” een succes is, dan zullen er extra middelen nodig zijn. Op dit moment worden criteria ontwikkeld om te bepalen wanneer het project een succes, is.
Hoeveel middelen er nodig zijn hangt af van de bereidheid van de regiogemeenten om zich aan te sluiten. Op dit moment bedragen de kosten € 60.000,--. Hiervan wordt op dit moment (2009) 60% door externen gefinancierd.
Als wens wordt een structureel bedrag geraamd van € 10.000,--.
In de voorjaarsnota wordt hier nader op ingegaan.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor vrijwilligerswerk is € 23.740,-- (exclusief indexering) beschikbaar. Subsidieontvanger is: Stichting Welzijn
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en - voorwaarden.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Het aanbieden van kleinschalig openbaar vervoer in de regio in aanvulling op het reguliere openbaar vervoer. Dit vervoer heeft met name tot doel het mobiel houden van ouderen en gehandicapten.
Per busdienst is € 1.215,-- beschikbaar.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor ‘Verkeer en vervoer’ is een budget van € 2.430,-- (geen indexering), beschikbaar.
Subsidieontvangers zijn: Buurtbusvereniging “De Linge” en Buurtbusvereniging “De Gele Bus”.
Subsidiesoort: Activiteitensubsidies.
Te bereiken maatschappelijk effect.
• Mensen zijn zich meer bewust van hun leefstijl en gezondheid.
• Door gebruik van alle beschikbare vormen van opvoedingsondersteuning de kans op maatschappelijke uitval op jonge leeftijd verminderen
7.8.A Lokaal gezondheidsbeleid.
GGD-ZHZ heeft (mede) de uitvoeringsregie over een aantal programma’s van het gezondheidsbeleid. De Gezonde School en Genotmiddelen wordt lokaal uitgevoerd door Bouman GGZ die ook de reguliere verslavingszorg verzorgt. Regiobreed wordt gediscussieerd over het meetbaar maken van resultaten en effecten.
De komende gezondheidsmonitor biedt aanknopingspunten voor een breed in te zetten nulmeting; al dan niet op welzijns- en gezondheidsgebied.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
De subsidie wordt verstrekt aan organisaties die zich met gezondheidsbeleid beziggehouden.
Activiteitensubsidie voor alle andere onderdelen.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Leerdam krijgt haar rijksdeel gelden verslavingszorg al jaren doorbeschikt vanuit centrumgemeente Dordrecht. Met Dordrecht en Bouman GGZ is toenemend overleg over het eenduidiger insteken op wat Bouman GGZ moet en kan leveren. Door personele wisselingen heeft het gevoerde gesprek met Bouman GGZ over de te bereiken maatschappelijke effecten nog geen vervolg gekregen.
In het werken met deze effecten kan Bouman GGZ zich wel vinden. Hoe een en ander vorm moet krijgen is ook wat Bouman GGZ betreft een lastige discussie; net als voor veel aanverwante instellingen. Het jaarverslag geeft indien gewenst aanknopingspunten voor een al dan niet brede (welzijns/ gezondheids) nulmeting in Leerdam. Zie ook de opmerkingen bij AMW.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Beschikbaar budget is afhankelijk van de rijksbijdrage. Geraamd wordt een bedrag van € 161.207,-- (exclusief OVA indexering).
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
7.8.C Jeugdgezondheidszorg, maatwerkdeel 0-4 jarigen.
De jeugdgezondheidszorg (zowel dit onderdeel als het uniform deel 0-4 jarigen en de 4-19 jarigenzorg) is nauw verbonden met het CJG- in oprichting in Leerdam. Ook het School- en Jeugd Maatschappelijk Werk hebben duidelijke raakvlakken met het CJG.
Het CJG is nog volop in ontwikkeling. Vandaar dat nu nog niet duidelijk is of er bij deze werksoorten taken zullen verschuiven, vervallen of bij komen om bij te dragen aan een optimaal functionerend CJG. Aandacht is er bijvoorbeeld voor manco’s en doublures in taken (en financieringsstromen). Zie ook elders.
Andere belangrijke ontwikkelingen zijn 1) het regionaal (ZHZ) verder vorm geven van de integrale jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen. Dit is een ingewikkeld proces waarbij gemeenten, thuiszorg instellingen en GGD-ZHZ betrokken zijn. En 2) de invoering regiobreed van het Elektronisch Kind Dossier (EKD).
Er wordt continu gezocht naar wat lokaal kan en regionaal moet. Vaak in AV of ZHZ verband met regiogemeenten en regionaal werkende instellingen. Lokaal toewerken naar te bereiken maatschappelijke effecten is gezien de vele regionale partijen en belangen een langdurig proces.
Het gebruik van jaarverslagen die inzicht bieden in de (lokale) situatie vraagt nog steeds volop aandacht bij zowel de instellingen als gemeenten.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor het “maatwerkdeel 0-4 jarigen” is een budget van € 31.990,- (exclusief indexering) beschikbaar. De subsidieontvanger is: Rivas Zorggroep.
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
7.8.D. Gezondheidsbeleid algemeen.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Het verzorgen van E.H.B.O. cursussen en het beschikbaar zijn bij evenementen.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Beschikbaar is € 1.000,--. De subsidieontvanger is: E.H.B.O. Schoonrewoerd
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Te bereiken maatschappelijk effect.
Onderwijs is in 2008 voor het eerst opgenomen in het Subsidieprogramma. Over de gewijzigde subsidiesystematiek wordt met de instellingen overleg gevoerd.
Onderwijs Achterstanden Beleid.
7.9.A.1 Voor- en Vroegschoolse Educatie.
Voor- en vroegschoolse educatie is erop gericht om onderwijsachterstanden bij leerlingen in het basisonderwijs en bij jonge kinderen vroegtijdig op te sporen en te bestrijden.
De gemeente is verantwoordelijk voor het voorschoolse deel van de VVE (Pyramide).
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Achterstandenbestrijding: het organiseren van activiteiten in het kader van achterstandbestrijding via Voor- en Vroegschoolse activiteiten en opvoedingsondersteuning. Dit in samenhang met peuterspeelzaalactiviteiten.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor de Voor- en Vroegschoolse Educatie, onderdeel Peuterwerk, is een budget beschikbaar van € 286.328,-- (geen indexering).
Subsidieontvanger is: Stichting Peuterwerk Leerdam
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
Scholing leidsters, aanschaf programma’s piramide en materialen, inzet van een tweede leidster (tutor) per groep en wervingsactiviteiten.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Boekenpret: het uitvoeren van een leesbevorderingsproject gericht op het bestrijden van onderwijsachterstand.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is voor de werksoort “Voor- en Vroegschoolse Educatie”, onderdeel Boekenpret een budget beschikbaar van € 22.060,-- (geen indexering).
De subsidieontvanger is: Stichting Bibliotheeknetwerk Zuid-Holland Zuidoost
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Het wekelijks voorlezen aan een groep kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en het aanbieden van “leeskisten” op diverse plaatsen.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Schakelklas: het inrichten en uitvoeren van een schakelklas gericht op het bestrijden van taalachterstand door middel van het intensief aanbieden van taalonderwijs.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor “Schakelen” is voor 2010 een budget beschikbaar van € 100.000,-- (geen indexering). Gelden zijn beschikbaar uit de inkomsten “OAB-middelen”.
Subsidie ontvangers zijn: Stichting Logos “de Taalburcht”en Federatief SWV WSnS 41-07.
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Het wegwerken van taalachterstand van minimaal drie tot zes maanden van allochtone en autochtone leerlingen. Na een verblijf van één schooljaar kunnen leerlingen het reguliere onderwijs (ver)volgen.
7.9.C.1 Multi Disciplinaire Teams (MDT’s) 0-4 jaar en 4-12 jaar.
Vanuit de Nota “Koers van het lokaal Onderwijsbeleid” zijn er multi disciplinaire teams opgericht die bestaan uit wisselende vertegenwoordigers van zorgaanbieders.
Deze teams coördineren de zorg die nodig is voor het betreffende kind / leerling.
Subsidiebudget en subsidieontvangers.
Voor 2010 is voor de werksoort “MDT’s” een budget beschikbaar van € 16.450,--.
(geen indexering). Gelden zijn beschikbaar uit de inkomsten “OAB-middelen” en gelden voor een periode van 4 jaar.
Subsidieontvanger is: Centrum voor Educatieve Dienstverlening .
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Het organiseren van bijeenkomsten om de zorg op elkaar af te stemmen.
Het verstrekken van een overzicht van de uitgebrachte adviezen.
7.9.C.2 Zorg in het Voortgezet Onderwijs.
Vanuit de nota Koers voor het lokaal onderwijsbeleid zijn diverse kleinere projecten opgezet ten behoeve van de zorgstructuren in het voortgezet onderwijs.
Door het wegvallen van GOA middelen en wijzigingen in de financiering door de rijksoverheid ontvangt het Heerenlanden College aanzienlijk minder middelen voor zorg.
Subsidiebudget en subsidieontvangers.
Binnen het lokaal onderwijs is € 10.000,-- per jaar beschikbaar voor nog nader in te vullen activiteiten voor zorgleerlingen van het Heerenlanden College.
Subsidieontvanger is: Het Heerenlanden College.
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Het opzetten en actueel houden van zorgstructuren in het voortgezet onderwijs.
7.9.D.1 School Maatschappelijk Werk.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor Schoolmaatschappelijk werk is € 27.152,-- (exclusief regionale indexering) beschikbaar. Subsidieontvanger is: Rivas Zorggroep.
Subsidiesoort: Budgetsubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
De schoolmaatschappelijke hulpverlening is gericht op advisering, verwijzing naar geïndiceerde zorg en/of een kortdurend hulpverleningstraject. Als langduriger hulpverleningstraject noodzakelijk is, vindt verwijzing plaats naar andere disciplines.
De inzet van de uren dienen te worden verdeeld over de deelnemende basisscholen op basis van de volgende uitgangspunten:
Dit is nog onderdeel van de besprekingen in het Lea (Lokaal Educatieve Agenda).
Het bieden van professionele begeleidingsactiviteiten , ontwikkelingsactiviteiten, advisering, informatieverstrekking en evaluatie, alsmede activiteiten die dienen tot bevordering van een optimale schoolloopbaan van leerlingen.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor schoolbegeleiding € 30,-- per leerling beschikbaar. Op basis van teldatum 1-10-08 waren er 2.376 leerlingen. Het budget is daarom bepaald op: € 71.280,-- (geen indexering).
Subsidieontvangers: Besturen van het primair onderwijs in de gemeente Leerdam
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en –voorwaarden.
Bestedingsverplichting: 75% van de subsidie in 2010 moet besteed worden bij de schoolbegeleidingsdienst waar het bestuur bij is aangesloten. In 2011 bedraagt dit percentage 0.
Nadere voorwaarden worden besproken in het LEA.
Deze voorziening valt buiten het subsidiekader omdat dit middels een meerjarige overeenkomst is geregeld met het Centrum voor Educatieve Dienstverlening. Dit valt wel onder “Lokaal onderwijsbeleid”.
Het realiseren van (op schoolniveau) een veilige schoolklimaat.
Het realiseren van (op leerlingenniveau) van een nieuwe maar niet vrijblijvende kans, aan de leerling om te bewijzen dat hij/zij binnen het reguliere onderwijs aan zijn/haar toekomst kan en wil werken.
Te subsidiëren specifieke doelen, producten en/of activiteiten.
De gemeente draagt bij in de huisvestingskosten.
De inhoudelijke kosten worden door het Samenwerkingsverband VO gedragen:
Subsidiebudget en subsidieontvanger.
Voor 2010 is er voor de Reboundvoorziening € 10.000,-- (geen indexering) beschikbaar.
Subsidieontvanger: Samenwerkingsverband VO.
Subsidiesoort: Activiteitensubsidie.
Subsidieverplichtingen en – voorwaarden.
Verslaglegging van het bereikte resultaat. Nadere voorwaarden worden afgesproken in het Lea.