Overheidsorganisatie | Gemeente Renkum |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Renkum |
Citeertitel | Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Renkum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1, sub i
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 27-03-2013 Hoog en Laag, 10-04-13 | Onbekend |
De raad van de gemeente Renkum;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 januari 2013, nr. … ;
gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel i, van de Wet werk en bijstand;
gelezen het advies van de commissie Inwoners van 4 februari 2013;
besluit
vast te stellen de “Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Renkum”.
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
b. recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand;
c. bezit:waarde van de bezittingen waarover belanghebbende of diens gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, met uitzondering van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Wet werk en bijstand;
d. verrekenen:verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Wet werk en bijstand.
1. Indien het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.
2. De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
1. Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
2. Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.
3. Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de Wet werk en bijstand.
In afwijking van de artikelen 2 en 3 verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet indien:
aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of
anderszins sprake is van dringende redenen.
De artikelen 2, 3 en 4 zijn ook van toepassing op de verrekening van een nog niet (geheel) betaalde bestuurlijke boete wegens het niet nakomen van de inlichtingplicht zoals bedoeld in artikel 18a, eerste lid Wet werk en bijstand.
Deze verordening treedt in werking op 10 april 2013.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Renkum.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering
Van
De raad voornoemd.
De griffier,
J.I.M. Le Comte
De voorzitter,
J.P. Gebben