Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2011 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Regeling vervangt Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010
Gemeentewet, art. 228a
1. Beleidsregels met betrekking tot de uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid gemeentelijke belastingen;
2. Beleidsregels rioolrecht;
3. Mandaat en aanwijzingsbesluiten heffing, invordering en kwijtschelding gemeentelijke belastingen gemeente Bladel
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 04-11-2010 De Lantaarn, 11-12-2010 | R2010.107 | |
22-11-2009 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 05-11-2009 De Lantaarn, 14-11-2009 | R2009.097 |
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
De belasting wordt geheven bij wege van een schriftelijk gedagtekende kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota van Brabant Water of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 9 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water moet worden betaald.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening rioolrechten 2010”, vastgesteld door de raad van de gemeente Bladel bij besluit van 5 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar vangt, in afwijking van artikel 7, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt aan op 1 januari 2011 en eindigt het belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2011 lopende verbruiksperiode eindigt.