De raad van de gemeente Doesburg;
gelezen het voorstel van het presidium van 28 juni 2012;
gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;
b e s l u i t:
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de gezamenlijke Rekenkamercommissie Gemeenten Doesburg,
Rijnwaarden en Westervoort 2012
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
- b.
commissie: rekenkamercommissie;
- c.
voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;
- d.
college: college van burgemeester en wethouders;
- e.
rekenkamercommissie: de rekenkamerfunctie van de gemeenten Doesburg,
Rijnwaarden en Westervoort.
Artikel 2 Rekenkamercommissie
- 1.
Er is een commissie voor de rekenkamerfunctie, genaamd de
rekenkamercommissie.
- 2.
De rekenkamercommissie bestaat uit twee leden per deelnemende gemeente
en een voorzitter.
Artikel 3 Taak van de commissie
De rekenkamercommissie heeft tot taak het onderzoeken van en het adviseren
aan de gemeenteraden over de doelmatigheid, de doeltreffendheid en
rechtmatigheid van het door de gemeentebesturen gevoerde beleid en
beheer.
Artikel 4 Benoeming leden
- 1.
De raad benoemt twee leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden
en/of uit een raadscommissie, alsmede twee externe leden uit elke andere
deelnemende gemeente en de externe voorzitter.
- 2.
De leden van de rekenkamercommissie worden benoemd voor ten hoogste de
duur van de zittingsperiode van de raad.
- 3.
De voorzitter wordt benoemd voor een periode van 4 jaar, startend op de
helft van de raadsperiode;
- 4.
Na een zittingsperiode van 4 jaar kan de voorzitter voor een nieuwe
periode van 4 jaar herbenoemd worden.
- 5.
Het maximaal aantal zittingsperiodes van de voorzitter is 3.
- 6.
De voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door een door de
rekenkamercommissie uit haar midden aan te wijzen lid.
Artikel 5 Eed
Ten aanzien van de voorzitter is artikel 81g Gemeentewet (aflegging
eed/verklaring of belofte) van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Ontslag en non-activiteit
Het lidmaatschap van de rekenkamercommissie vervalt, behalve door het
gestelde in artikel 4 lid 2 en 3 van deze verordening voorts door:
- 1.
een desbetreffend, met redenen omkleed, besluit van de
gemeenteraad;
- 2.
ontslagname op eigen verzoek;
- 3.
het verlies van de hoedanigheid als raadslid of
raadscommissielid-niet raadslid.
Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de
rekenkamercommissie
- 1.
1. De leden en de voorzitter ontvangen een vergoeding voor het bijwonen
van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.
- 2.
De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget
van de rekenkamercommissie.
- 3.
De hoogte van de vergoeding genoemd in het eerste lid wordt door de raad
vastgesteld
Artikel 8 Budget
- 1.
De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de
begroting beschikbaar gesteld budget, uitgaven te doen ten behoeve
van de uitoefening van haar taken.
- 2.
Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de
kosten gebracht van:
- a)
De vergoedingen aan de leden en de voorzitter;
- b)
Het secretariaat / c.q. ambtelijke ondersteuning;
- c)
Interne onderzoekmedewerkers van de gemeenten;
- d)
Externe deskundigen die door de rekenkamercommissie worden
ingeschakeld;
- e)
Eventuele andere uitgaven die de commissie nodig acht voor
de uitoefening van haar taak.
- 4.
De voorzitter is belast met de budgetbewaking.
- 5.
De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget
uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.
Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
- 1.
De rekenkamercommissie bepaalt onderwerpen die zij onderzoekt,
formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.
- 2.
De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de
rekenkamercommissie ter kennisgeving aan de gemeenteraad gestuurd.
- 3.
De rekenkamercommissie verzoekt jaarlijks de leden van de gemeenteraad
en de inwoners van de gemeente onderwerpen voor onderzoek aan te dragen.
De rekenkamercommissie stelt jaarlijks mede aan de hand van de
aangedragen onderwerpen, een (meerjaren)onderzoeksplan vast en brengt
dit ter kennis van de gemeenteraad.
- 4.
De gemeenteraad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen
tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de
gemeenteraad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan.
Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de gemeenteraad
voldoet, motiveert zij dat naar behoren.
Artikel 10 Werkwijze
- 1.
De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter
bespreking van de procedurele en inhoudelijke aspecten van het
onderzoek.
- 2.
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van
de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de
uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige
besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de
onderzoekers en met het secretariaat.
- 3.
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn
openbaar; op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet
openbaarheid van bestuur, kan de rekenkamercommissie rapporten die aan
de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan, als geheim
aanmerken.
- 4.
De rekenkamercommissie kan openbare, informatieve vergaderingen
beleggen.
- 5.
De rekenkamercommissie stelt ieder jaar vóór 1 april een verslag op van
haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.
- 6.
De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het
gemeentebestuur te onderzoeken, voor zover zij dat ter vervulling van
haar taak nodig acht.
- 7.
Het gemeentebestuur en de onder haar verantwoordelijkheid ressorterende
ambtenaren verstrekken desgevraagd en binnen de door de
rekenkamercommissie gestelde termijn alle inlichtingen die de
rekenkamercommissie voor de vervulling van haar taak nodig acht.
- 8.
Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is
het zesde lid van overeenkomstige toepassing op de administratie van de
betrokken derde, dan wel van degene die de administratie in opdracht van
die derde voert
- 9.
Het college verstrekt aan de rekenkamercommissie de planning en de
resultaten van onder haar verantwoordelijkheid uitgevoerde
doelmatigheids-, doeltreffendheid- en rechtmatigheidonderzoeken.
- 10.
De rekenkamercommissie is bevoegd, indien en voor zover de gemeente uit
andere hoofde over deze bevoegdheid beschikt, ten aanzien van de
volgende instellingen en over de volgende periode onderzoek te doen
instellen bij: a) Openbare lichamen en gemeenschappelijke organen
ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de
gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de
regeling; b) Privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of
een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of
middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage
van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop
deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft. De
rekenkamercommissie is bevoegd mondeling of schriftelijk informatie in
te winnen bij de onder lid a en b genoemde organisaties. Bij het
uitoefenen van haar taak kan de rekenkamercommissie gebruik maken van de
resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar
bevoegdheid tot eigen onderzoek.
- 11.
De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet
verstrekt desgevraagd aan de rekenkamercommissie controle-programma’s en
licht haar volledig in omtrent de resultaten daarvan door overlegging
van rapporten of op andere door de rekenkamercommissie aan te geven
wijze.
- 12.
De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een
door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken en maximaal zes
weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de
rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen waarvan
de taakuitoefening (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De
rekenkamercommissie bepaalt verder wie nog meer als betrokkenen worden
aangemerkt.
- 13.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport
en de nota van conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van
betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een
afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.
- 14.
Indien door of namens het gemeentebestuur onvoldoende medewerking wordt
verleend aan het onderzoek, afspraken niet worden nagekomen dan wel de
overeengekomen onderzoekscapaciteit niet, onvoldoende of niet tijdig
wordt geleverd, wordt hiervan onmiddellijk mededeling gedaan aan de
gemeenteraad.
Artikel 11 Intrekkingsbepaling
Bij inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening op de
gezamenlijke Rekenkamercommissie Gemeenten Doesburg, Rijnwaarden en
Westervoort 2011 ingetrokken.
Artikel 12 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is
bekendgemaakt.
Artikel 13 Citeerartikel
De verordening kan worden aangehaald als: “Verordening op de gezamenlijke
Rekenkamercommissie Gemeenten Doesburg, Rijnwaarden en Westervoort
2012”.