Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Eerste wijziging van de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013 BA-Ridderkerk |
Citeertitel | Verordening verrekening bestuurlijke boete Ridderkerk 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Vervallen van rechtswege
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2017 | Art. 1, 7 | 11-12-2014 Elektronisch gemeenteblad, 2014, 82240 | Onbekend. | |
29-03-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 21-03-2013 Gemeentejournaal, 28-03-2013 | Gemeentestukken 2013-244C |
De raad van de gemeenteRidderkerk
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014.
gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet, artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
vast te stellen de eerste wijziging van de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013 BA-Ridderkerk.
Hoofdstuk 2 Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive
Artikel 3. Verrekenen bij geen of onvoldoende bezit
Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
Artikel 4. Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet
In afwijking van de artikelen 2 en 3 kunnen burgemeester en wethouders de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien er sprake is van dringende redenen.
Artikel 5. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes
De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.