Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Verordening tot beperking drankverstrekking

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening tot beperking drankverstrekking
CiteertitelVerordening tot beperking drankverstrekking
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpvolksgezondheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Door de inwerkingtreding van deze verordening wordt de verordening betreffende beperking verstrekking sterke drank ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Drank & Horecawet, artikel 23

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-03-200201-01-2014nieuwe regeling

11-03-2002

Arnhemse koerier, 20-03-2002

FD/JZ/2002/7

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening tot beperking drankverstrekking

 

 

Paragraaf 1 Definities

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    binnenstad: het gebied - zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende plattegrond - begrensd door de Rijn, Nieuwe Plein, Coehoornstraat, Utrechtsestraat, Brugstraat, Bovenbrugstraat, Amsterdamseweg, Zijpse Poort, Willemsplein, Jansbuitensingel, Velperplein, Velperbuitensingel, Eusebiusbuitensingel, Ooststraat en Rijn (met dien verstande dat aan genoemde wegen gelegen panden binnen het gebied vallen);

  • b.

    alcoholhoudende drank, inrichting, sterke drank, zwakalcoholhoudende drank: hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1 van de Drank- en Horecawet.

Paragraaf 2 Verbod tot het verstrekken van sterke drank in inrichtingen van een bepaalde aard

Artikel 2
  • 1.

    Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten e.d. worden verkocht voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse;

    • b.

      welke deel uitmaakt van een gebouw waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;

    • c.

      welke deel uitmaakt van een gebouw dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of -instellingen;

    • d.

      welke deel uitmaakt van een gebouw dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of -instellingen;

    • e.

      die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar middel van vervoer;

    • f.

      die gelegen is op of nabij een kampeer- of caravanterrein;

    • g.

      die in gebruik is als foyer van een bioscoop of een schouwburg.

  • 2.

    Een op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet verleende vergunning ten behoeve van een inrichting als omschreven in het eerste lid dient alleen tot het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse.

Artikel 3

De burgemeester kan op aanvraag ontheffing verlenen van een op grond van artikel 2 geldend verbod om in een inrichting sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

Paragraaf 3 Tijdelijke verboden tot het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse en/of elders dan ter plaatse

Artikel 4
  • 1.

    Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte in een in de binnenstad gelegen inrichting bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2.

    Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte in de binnenstad bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse.

  • 3.

    Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte in de binnenstad bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken.

Artikel 5
  • 1.

    Een aanwijzing als bedoeld in artikel 4, eerste of tweede lid, kan worden gegeven in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid.

  • 2.

    Een aanwijzing als bedoeld in artikel 4, derde lid, wordt eerst gegeven indien het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid dringend tot het geven van een dergelijke aanwijzing vordert.

Paragraaf 4 Overige bepalingen

Artikel 6

De Verordening betreffende beperking verstrekking sterke drank wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening tot beperking drankverstrekking.’

Artikel 8

Deze verordening treedt - met gebruikmaking van de in artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet gegeven bevoegdheid en in afwijking van het bepaalde in artikel 22 van die wet - in werking op de dag na die van bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 maart 2002, nr. FD/JZ/2002/7.

De secretaris, De voorzitter,