Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tubbergen

Verordening toeslagen op en verlagingen van de bijstandsnorm

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTubbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening toeslagen op en verlagingen van de bijstandsnorm
CiteertitelBijstandsverordening (2004)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsociale zekerheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, artt. 8, lid 1, 30

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-05-200401-01-200401-01-2011Nieuwe regeling

05-04-2004

Gemeenteblad 2004, 7

7098

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening toeslagen op en verlagingen van de bijstandsnorm

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 maart 2004, nr. 7098;

gelet op het bepaalde artikel 8, lid 1 sub c juncto artikel 30 van de Wet Werk en Bijstand;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening toeslagen op en verlagingen van de bijstandsnorm

(Bijstandsverordening 2004)

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

de wet:

de Wet Werk en Bijstand (Stb. 2003, nr. 375);

b.

woningdeler:

een persoon van 18 jaar of ouder die zijn hoofdverblijf heeft in dezelfde woning als belanghebbende en met wie de belanghebbende de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan (gedeeltelijk) kan delen.

Niet als woningdeler wordt aangemerkt:

a.de echtgenoot van de belanghebbende;

b.de hulpbehoevende bloed- of aanverwant in de 1e of 2e graad;

c.de inwonende kinderen van 18 jaar of ouder met een (structureel) inkomen dat lager is dan de geldende basistoelage WSF verhoogd met 10% van het wettelijk minimumloon tenzij het inwonende kind c.q. de inwonende kinderen een beroep kan/kunnen doen op een voorziening waardoor het inkomen in alle redelijkheid hoger had kunnen zijn dan genoemde grens.

c.

hulpbehoevende:

degene die, indien hij/zij niet te samen met de belanghebbende de woning zou bewonen, is aangewezen op beroepsmatige hulp zoals verzorging in een verzorgingstehuis of een andere inrichting ter verpleging en verzorging.

d.

woning:

woning of woonwagen.

Paragraaf 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Artikel 2 Toeslagen op norm alleenstaande en alleenstaande ouder

  • 1.

    De bijstandsnorm voor een alleenstaande of de alleenstaande ouder van 21 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar, wordt verhoogd indien de belanghebbende geen woningdeler heeft.

  • 2.

    De toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald op het in artikel 33, tweede lid van de wet genoemde maximumbedrag.

  • 3.

    De toeslag als bedoeld in het eerste lid bedraagt voor de alleenstaande of alleenstaande ouder van 21 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar, op wie het eerste lid niet van toepassing is, 10% van het nettominimumloon indien er sprake is van één of meer woningdelers.

Paragraaf 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of de toeslag

Artikel 3 Verlaging van norm voor gehuwden

  • 1.

    De bijstandsnorm wordt lager vastgesteld indien de gehuwden, waarvan beide echtgenoten 21 jaar of ouder zijn, doch jonger dan 65 jaar, lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan hebben dan waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het hebben van één of meer woningdelers.

  • 2.

    De verlaging als bedoeld in het eerste lid bedraagt 10% van het netto minimumloon.

Artikel 4 Ontbreken woonkosten

  • 1.

    De bijstandsnorm of de toeslag wordt lager vastgesteld, indien de alleenstaande, de alleenstaande ouder of de gehuwden, die ouder zijn dan 21 jaar, doch jonger dan 65 jaar, lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de bijstandsnorm of de toeslag voorziet, als gevolg van bewoning van een woning waaraan geen woonkosten zijn verbonden.

  • 2.

    De verlaging als bedoeld in het eerste lid bedraagt 18% van het netto minimumloon.

Artikel 5 Geen toeslag voor 21- en 22-jarigen

De toeslag bedoeld in artikel 33 van de wet wordt voor een alleenstaande van 21 of 22 jaar, in afwijking van het bepaalde in artikel 3 van deze verordening op nihil gesteld.

Artikel 6 Anticumulatie

Indien voor de belanghebbende een combinatie van een toeslag of verlaging op grond van artikel 2, lid 3 of artikel 3, lid 2 en een verlaging op grond van artikel 4, lid 2 geldt, bedraagt de combinatie van de toeslag en de verlaging niet meer dan 25% van het netto minimumloon ten opzichte van de bijstandsnorm, zoals die is vastgesteld in artikel 30 van de wet.

Paragraaf 4 Slotbepaling

Artikel 7 Citeerartikel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Bijstandsverordening", al dan niet met toevoeging van het jaartal 2004.

  • 2.

    De Bijstandsverordening 2003 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking zes weken na haar bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2004.

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 5 april 2004

de griffier, de voorzitter,

J.M.G. Waaijer, mr. M.K.M. Stegers