Organisatie | Tubbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening 2003 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Overgangsbepaling bij de derde wijziging:
Artikel II
1. Op aanvragen om investeringssubsidie, als bedoeld in artikel 1 van de Algemene subsidieverordening 2003, op het terrein van welzijn en ingediend voor 1 maart 2010, blijft het recht van toepassing zoals dat voor de inwerkingtreding van deze verordening gold.
2. Op aanvragen om investeringssubsidie, als bedoeld in artikel 1 van de Algemene subsidieverordening 2003, op het terrein van sport en ingediend voor 1 november 2009, blijft het recht van toepassing zoals dat voor de inwerkingtreding van deze verordening gold.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-11-2010 | 21-01-2012 | Artt. 13 en 14 | 08-11-2010 | 6B | |
30-12-2009 | 27-11-2010 | Artt. 7 lid 1, 9 lid 2 | 07-12-2009 Gemeenteblad 2009, 19 | I09.9054 | |
01-07-2003 | 01-01-2003 | 30-12-2009 | Bijlage 1, art. 8 | 12-05-2003 Gemeenteblad 2003, 24 | 6950 |
29-04-2003 | 01-01-2003 | 01-01-2003 | Nieuwe regeling | 10-03-2003 Gemeenteblad 2003, 18 | 6907 |
Deze verordening verstaat onder:
incidenteel / experimenteel subsidie: subsidie voor activiteiten die het karakter hebben van een eenmalig evenement, een nieuwe opzet of een veranderde werkwijze, en niet voorzien zijn ten tijde van de vaststelling van de gemeentelijke begroting en die door het gemeentebestuur in het algemeen belang worden geoordeeld;
uitvoeringsovereenkomst: een subsidiecontract waarin gemeentebestuur en subsidieontvanger met elkaar afspreken welke functies dan wel activiteiten in een bepaalde periode door subsidieontvanger worden ontwikkeld c.q. uitgevoerd om in aanmerking te komen voor het door het gemeentebestuur terzake beschikbaar gestelde budgetsubsidie.
Artikel 2. Reikwijdte van de verordening
Uitgesloten van subsidiëring op titel van deze verordening zijn activiteiten, gericht op het hobbymatig houden van huisdieren, waaronder wordt verstaan: het al dan niet in verenigingsverband houden van dieren met het oogmerk om met deze dieren (te weten: *zangvogels, *siervogels, *duiven, *kippen, *muizen, *ratten, *fretten, *cavia's, *hamsters, *slangen, *insecten, *reptielen, *konijnen, *katten, *honden, *varkens, *kalveren en / of *koeien) -hetzij om geldelijk gewin, hetzij om puur ideële motieven - deel te nemen aan wedstrijden, tentoonstellingen, shows ed.
Tevens zijn van subsidiëring op titel van deze verordening uitgesloten alle activiteiten op het terrein van: -duursportevenementen, -kegel - clubs, -kaartverenigingen, -schietverenigingen, -dartclubs, -denk - sporten, -bridgeclubs, -motor - en / of autocrosses dan wel -races, -bowlingorganisaties, -wandelsportevenementen, -carnavalsgebeuren, -biljartverenigingen en / of (model -)-vliegclubs.
Artikel 3. Subsidie aan rechtspersonen en natuurlijke personen
Een subsidie kan worden verleend aan rechtspersonen. In bijzondere gevallen kan een subsidie worden verleend aan natuurlijke personen, waarbij de in deze verordening opgenomen bepalingen zoveel mogelijk overeenkomstig toepassing vinden.
Exploitatie - en budgetsubsidies worden verstrekt per kalenderjaar. Burgemeester en wethouders zijn alleen bevoegd subsidie te verlenen voor een periode langer dan een jaar, wanneer dat in het bijzonder aangewezen geacht moet worden. Zij kunnen bij de subsidieverlening bepalen of en op welke wijze het toegekende bedrag jaarlijks wordt geïndexeerd.
HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DIVERSE VORMEN VAN SUBSIDIE
Een subsidie kan worden verleend bij een 12,5-, 25-, 40-, 50-, 60-, 75-, 100-, 125-jarig jubileum - en zo vervolgens - van de subsidieontvanger. In afwijking van de eerste volzin en mede in afwijking van artikel 2, lid 4, geldt voor carnavalsverenigingen, dat een jubileumsubsidie kan worden verleend bij een 11-, 22-, 33-jarig -en zo vervolgens - jubileum.
Indien de subsidieontvanger in het kader van de jubileumviering één of meer activiteiten organiseert, die naast de eigen leden ook nadrukkelijk toegankelijk zijn voor andere genodigden en / of belangstellenden - anders dan een receptie - wordt het basisbedrag vermeerderd met een bedrag ter grootte van de gemaakte kosten c.q. het tekort in verband met die jubileumactiviteiten tot een bepaald bedrag voor elk jaar dat de subsidieontvanger heeft bestaan. Het in dit lid bedoelde bedrag wordt jaarlijks vastgesteld in het kader van de begrotingsbehandeling.
Paragraaf 5. Investeringssubsidies
Artikel 13. Investeringssubsidie
Investeringssubsidie wordt slechts verstrekt indien de begroting de subsidieontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, vermeldt.
Paragraaf 7. Erkenningsubsidie
De activiteit waarvoor een erkenningsubsidie wordt aangevraagd dient te worden uitgevoerd binnen de grenzen van de gemeente Tubbergen en moet van aantoonbaar belang zijn voor het welzijn van (groepen) inwoners van de gemeente, dan wel een substantiële bijdrage leveren aan het algemeen maatschappelijk belang als zodanig.
HOOFDSTUK 3. SUBSIDIEVERLENING
Artikel 20. Intrekking of wijziging anders dan bij wijze van sanctie
Zolang het subsidie niet is vastgesteld kunnen burgemeester en wethouders de subsidieverlening, naast de in artikel 4.50 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen, met inachtneming van een redelijke termijn, intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen ingeval:
HOOFDSTUK 5. BIJZONDERE BEPALINGEN
Artikel 23. Opschorting betalingsverplichtingen
Tot uitbetaling van een subsidiebedrag of een voorschot wordt door burgemeester en wethouders niet overgegaan indien en zolang de subsidieontvanger weigert schriftelijk te verklaren dat hij met de aan de subsidiebeschikking verbonden voorwaarden en voorschriften instemt. Burgemeester en wethouders kunnen niettemin tot gehele of gedeeltelijke betaling overgaan indien door de subsidieontvanger een bezwaar - , beroep - of hoger beroepschrift is ingediend, zolang daarop nog niet onherroepelijk is beslist.
Aldus besloten in de openbare
vergadering van 10 maart 2003.
de griffier de voorzitter,
J.M.G. Waaijer, mr. M.K.M. Stegers
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Om voor een exploitatiesubsidie in aanmerking te komen moet een sportvereniging:
een subsidie in de kosten van opleidingen van jeugdleiders en ander kader, welke noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de jeugdsport en waaraan geen particulier belang ten grondslag ligt en welke worden gegeven door of namens de betreffende sportorganisatie, waaronder mede wordt verstaan de opleiding voor vrijwillig kader, ten behoeve van de desbetreffende sportvereniging, tot een bepaald percentage in de kosten van lesgelden, zulks met een maximum van een bepaald bedrag per persoon en drie keer dit vaste bedrag in totaal per vereniging per jaar;
Burgemeester en wethouders kunnen het overeenkomstig de voorafgaande artikelen bepaalde subsidiebedrag vermenigvuldigen met een rekenfactor ter aanpassing aan de ontwikkelingen van het algemeen loon - en prijspeil.
Aan sportverenigingen die, tengevolge van het spelen van jeugdteams uitkomend in de jeugdcompetitie c.q. individuele wedstrijden in competitieverband die van bondswege worden georganiseerd, bovenmatige reiskosten moeten maken, kan een afzonderlijke subsidie worden toegekend indien het totaal van het voor deze subsidie in aanmerking komende aantal kilometers per competitieseizoen en per jeugdteam c.q. individuele wedstrijden meer bedraagt dan 300 kilometers.
Artikel 6. Afwijken van bepalingen / hardheidsclausule
Doelstelling daarbij is, om het zwemmen toegankelijk te maken voor zoveel mogelijk mensen door middel van het aanbieden van een gevarieerd pakket van zwem - en recreatiemogelijkheden en waarbij voortdurend actief wordt ingespeeld op veranderende wensen en behoeften van alle bezoekers van het zwembad.
Artikel 8. Compensatie onroerende zaakbelasting niet-overdekte sportterreinen
Bijlage 2. Welzijnsactiviteiten
I.VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSWERK
Artikel 1. Educatie en Beroepsonderwijs
Onder educatie en beroepsonderwijs wordt verstaan: diplomagerichte sociaaleducatieve activiteiten - als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs -, welke volwassenen een kans bieden een betere positie in de samenleving te verwerven, zowel wat betreft het maatschappelijk functioneren als de uitoefening van een beroep.
Artikel 2. Emancipatieactiviteiten
Artikel 3. Overig vormings- en ontwikkelingswerk
Onder overig vormings- en ontwikkelingswerk wordt verstaan: het zonder winstoogmerk leveren van een doelgerichte en systematische bijdrage aan bewustwordings- en leerprocessen van personen en groepen, door het geven van mogelijkheden voor vermeerdering van kennis, tot ontwikkeling van inzichten en vaardigheden en tot bepaling van standpunten en houdingen.
Het subsidie voor dorpsraden wordt berekend als de som van:
Onder creativiteitswerk wordt verstaan: het geheel van voorzieningen, dat gericht is op de bevordering van de creativiteitsontwikkeling, waarbij vooral gebruik gemaakt wordt van kunstzinnige middelen en waarbij het van belang is een optimale toepasbaarheid van de kunstzinnige vorming binnen het onderwijs na te streven.
IV. AMATEURISTISCHE KUNSTBEOEFENING
Artikel 8. Instrumentale muziek
Onder zang- of toneelvereniging wordt verstaan: een subsidieontvanger, die zich uitsluitend dan wel in hoofdzaak ten doel stelt het zingen in koorverband, niet zijnde een koor ten behoeve van erediensten, of de beoefening van toneel, en die tenminste 15 actief zingende/spelende leden telt en tenminste één openbare uitvoering per jaar verzorgt.
Artikel 10. Midwinterhoornblazers
Artikel 11. Club- en buurthuiswerk
Onder club- en buurthuiswerk wordt verstaan: het geheel van voorzieningen dat gericht is op de sociale, educatieve, creatieve en recreatieve ontplooiing van burgers, teneinde hen in staat te stellen een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de samenleving, waaronder in het bijzonder te verstaan:
Artikel 12. Open jeugd- en jongerenwerk
Onder open jeugd- en jongerenwerk wordt verstaan: het geheel van werkvormen, voorzieningen en structuren gericht op sociale, educatieve, creatieve en recreatieve ontplooiing van jeugdigen en jongeren, waardoor dezen in staat worden gesteld een eigen bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de samenleving. Met de activiteiten in deze werkvorm wordt beoogd te komen tot een specifieke afstemming van behoeften van jeugdigen en jongeren op en in samenhang met hun leefmilieu; waar mogelijk in combinatie met activiteiten voor volwassenen.
Artikel 13. Georganiseerd jeugd- en jongerenwerk
Artikel 14. Peuterspeelzaalwerk
Onder peuterspeelzaalwerk wordt verstaan: het geheel van werkvormen, voorzieningen en structuren gericht op sociale, emotionele, creatieve en educatieve ontplooiing alsmede taal- en motorische ontwikkeling van peuters in de leeftijd van twee jaar tot het moment dat zij het basisonderwijs kunnen volgen. De activiteiten binnen deze als basisvoorziening aangemerkte werkvorm kenmerken zich onder meer door ontmoeting, spel en omgang met leeftijdsgenootjes in een daarvoor bestemde en goedgekeurde ruimtelijke voorziening buiten de gezinssituatie.
Artikel 15. Kinderdagverblijf / Gastouderopvang / Buitenschools Kinderverblijf
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een subsidieontvanger één of meer kinderdagverblijven, gastouderopvangvoorzieningen en/of buitenschoolse kinderverblijven te exploiteren met inachtneming van de ter zake relevante bepalingen uit de Verordening Kinderopvang en de daaraan gekoppelde Uitvoeringsbesluiten Kinderdagverblijven, Gastouderbureaus, Buitenschoolse Kinderverblijven.
Artikel 16. Gecoördineerd Ouderenwerk
Artikel 17. Ouderenorganisaties
1. Onder bibliotheekwerk wordt verstaan: het geheel van voorzieningen, structuren en activiteiten gericht op het bevorderen van het vrije verkeer van informatie door deze -al dan niet tegen een geringe vergoeding- beschikbaar te stellen voor iedereen en op die manier bij te dragen aan ontwikkeling, vorming en ontspanning, waarbij onder informatie wordt verstaan alle in woord, beeld en/of geluid vastgelegde uitingen, ongeacht de recreatieve, voorlichtende en/of educatieve functies die deze voor de gebruiker kunnen hebben.
Artikel 19. Algemeen maatschappelijk werk
Artikel 20. Zonnebloemorganisaties
1. Onder E.H.B.O.-werk wordt verstaan: activiteiten door organisaties, welke zich specifiek richten op het verlenen van hulp en bijstand bij ongelukken en het bieden van eenvoudige medische zorg bij evenementen, alsmede zorg dragen voor de ontwikkeling van specifiek op dit werkveld gerichte kadervormingsactiviteiten.
Onder gehandicaptenwerk wordt verstaan: activiteiten gericht op het bevorderen van de integratie van de gehandicapte medemens in de samenleving, waarbij vergroting van mogelijkheden tot deelname van gehandicapten aan algemene activiteiten en betere toegankelijkheid tot algemene voorzieningen c.q. van algemene accommodaties speerpunten vormen.
XIII. KINDERVAKANTIE-ACTIVITEITEN
Artikel 24. Kindervakantie-activiteiten
schoolcatechese: het geven van godsdienst - en / of levens - beschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van basisscholen in de gemeente Tubbergen en / of het begeleiden van leerkrachten van basisscholen in de gemeente Tubbergen bij het geven van godsdienst - en / of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs;
Artikel 2. Subsidie in de financiële lasten van een schoolcatecheet
Artikel 3. Subsidie in de kosten van het geven van godsdienst - of levensbeschouwelijk onderwijs aan basisscholen
Aan een subsidieontvanger, waaraan niet op voet van artikel 2 subsidie wordt verleend, kunnen burgemeester en wethouders een bepaald jaarlijks bedrag toekennen per klokuur per week gegeven godsdienst - en / of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op basisscholen in de gemeente Tubbergen tot een maximum van 2 klokuren per week per school.