Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Destructieverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDestructieverordening
CiteertitelDestructieverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpvolksgezondheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Destructieverordening voor de gemeente Arnhem, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 januari 1994, nummer: 93.018712.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Destructiewet, artikel 14

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-11-199701-01-2008nieuwe regeling

03-11-1997

Arnnhemse Koerier, 12-11-1997

verordening nr. 2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Destructieverordening

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    wet : de Destructiewet (Staatsblad 1995, 177);

  • b.

    aangifteplichtige : degene die als houder of eigenaar van destructiemateriaal ingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte te doen;

  • c.

    destructiemateriaal : gezelschapsdieren en het krachtens artikel 2, tweede lid van de wet aangewezen dierlijk afval;

  • d.

    gezelschapsdieren : andere dieren dan slachtdieren, welke niet zijn bestemd of worden gehouden voor dierlijke of andere productie en door de mens in of rond het huis worden gehouden en verzorgd.

Artikel 2 Aanwijzen verzamelplaats

Burgemeester en wethouders wijzen één of meerdere verzamelplaatsen aan, waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen.

Artikel 3

De aangifteplichtige is gehouden uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop het destructiemateriaal is ontstaan, het materiaal te vervoeren naar de dichtstbijzijnde verzamelplaats en het daar aan te geven of af te staan.

Artikel 4 Voorkomen vermenging

Tot het tijdstip van afgifte is de aangifteplichtige gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.

Artikel 5

De artikelen 3 en 4 vinden geen toepassing voor zover artikel 6 van het Destructiebesluit van toepassing is.

Artikel 6 Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Destructieverordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking, drie dagen nadat zij op de daarvoor voorgeschreven wijze is bekend gemaakt.

  • 3.

    Op deze dag vervalt de Destructieverordening voor de gemeente Arnhem, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 januari 1994, nummer 93.018712.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 1997.

De secretaris, De voorzitter,

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan op grond van artikel 2, tweede lid van de Destructiewet categorieën aanwijzen van dierlijk afval als hoog-risico-materiaal en daarvan bepalen dat artikel 17 van de Destructiewet van toepassing is. Het gaat hierbij om vogels die zijn gestorven aan botulisme en om kadavers van dieren in dierentuinen die uit het oogpunt van volksgezondheid gevaarlijk kunnen zijn.

Artikel 2 en 3

De wet bevat geen bepalingen over het verzamelen van gezelschapsdieren. Het gemeentebestuur kan derhalve één of meer verzamelplaatsen aanwijzen. Dit kan zijn een gemeentelijke werf, waar zich een ton met koeling bevindt voor het verzamelen van gezelschapsdieren. De bevoegde instantie is dan de aanwezige ambtenaar van de desbetreffende dienst.

Artikel 4

Met deze bepaling wordt bedoeld dat gezelschapsdieren niet samen met ander materiaal dan van dierlijke herkomst mogen worden bewaard. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om halsbanden, touw en kleden.

Artikel 5

Op grond van artikel 13, derde lid van de Destructiewet heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het Destructiebesluit bepaald dat er uitzonderingen bestaan op de regel dat dode gezelschapsdieren moeten worden afgestaan aan de destructor op grond van de regels in de plaatselijke verordening.

Indien dode gezelschapsdieren worden begraven op het terrein van de eigenaar of houder of op een plaats die ingevolge een besluit van het gemeentebestuur voor dit doel is toegelaten, hetzij worden verast in een crematorium, behoeven deze niet te worden afgestaan aan de destructor.