Organisatie | Overbetuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tijdelijk maatregelenbesluit IOAW/IOAZ gemeente Overbetuwe 2010 |
Citeertitel | Tijdelijk maatregelenbesluit IOAW/IOAZ gemeente Overbetuwe 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-04-2010 | 01-07-2010 | nieuwe regeling | 06-04-2010 Hét Gemeente Nieuws; 07-04-2010 | 10bwb00184 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Het college neemt bij de toepassing van artikel 20, derde lid IOAW en artikel 20, eerste lid IOAZ, de bepalingen van dit besluit in acht, onverminderd het bepaalde in artikel 20, vierde, zesde en zevende lid IOAW respectievelijk IOAZ.
Artikel 3 Indeling in categorieën
De gedragingen bedoeld in artikel 20, vierde lid IOAW en artikel 20, eerste lid IOAZ worden onderscheiden in de volgende categorieën:
Artikel 4 Hoogte en duur van de maatregel
2. De duur van de maatregel als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie. Het besluit waarbij van het opleggen van een maatregel om dringende redenen wordt afgezien, wordt gelijkgesteld met een besluit tot het opleggen van een maatregel.
Het college kan artikel 3 en 4 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van het betoonde besef van verantwoordelijkheid en het nakomen van de verplichtingen door belanghebbende leidt, tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk maatregelenbesluit IOAW/IOAZ gemeente Overbetuwe 2010.
Aldus besloten in de vergadering van 6 april 2010.
Het college van burgemeester en wethouders,
Door middel van dit tijdelijk besluit wordt voorzien in een klein hiaat in de regelgeving. De gemeenteraad is immers op basis van de Wet bundeling uitkeringen inkomensvoorzieningen aan gemeenten (Wet Buig) pas per 1 juli 2010 bevoegd om bij verordening regels te stellen met betrekking tot het verlagen van de uitkering. Terwijl per 1 januari 2010 de bepalingen hierover in het Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz (hierna: het Maatregelenbesluit) al wel zijn vervallen.
Dit tijdelijk besluit is erop gericht de regelgeving zoals deze verankerd was in het Maatregelenbesluit voort te zetten voor de periode tot 1 juli 2010.
Het niet spontaan uit eigen beweging melden van omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het recht of de hoogte van de uitkering is voor de periode tot 1 juli 2010 door het geconstateerde hiaat helaas niet sanctioneerbaar.
Dit tijdelijk besluit gaat er vanuit dat het college zelf reeds beleid heeft ontwikkeld met betrekking tot de situaties als bedoeld in de artikel 20, eerste en tweede lid IOAW en artikel 20, tweede en derde lid IOAZ. Dit is al gebeurd in de Maatregelverordening Wet Werk en bijstand van de gemeente Overbetuwe 2007. Deze tijdelijke regeling is aanvullend van karakter. Dat wat al is geregeld in dat beleid, wordt niet door deze regeling vervangen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Met dit artikel wordt het toepassingsbereik van het besluit vastgelegd.
Artikel 3 Indeling in categorieën
Met de indeling in categorieën is aansluiting gezocht bij de geldende Maatregelverordening in het kader van de WWB. In de komende verordening wordt hier ook geen wijziging in aangebracht.
Artikel 4 Hoogte en duur van de maatregel
Ook hierbij is aansluiting gezocht bij de thans geldende Maatregelverordening in het kader van de WWB.
Op grond van dit artikel kan het college artikel 3 en 4 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van het betoonde besef van verantwoordelijkheid en het nakomen van de verplichtingen door belanghebbende, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Van deze mogelijkheid zal niet licht gebruik kunnen worden gemaakt.
Artikel 6 Tijdelijkheid regeling
Hiermee is de tijdelijkheid van het besluit bepaald.