Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Marne

Verordening Wet inburgering De Marne 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Marne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wet inburgering De Marne 2013
CiteertitelVerordening Wet inburgering De Marne 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikelen 8, 19, 23, 24 & 35 Wet inburgering

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-04-201301-01-2013Nieuwe regeling

26-03-2013

Ommelander Courant 4 april 2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet inburgering De Marne 2013

 

 

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Marne;

  • b.

    de wet: de Wet inburgering zoals deze luidde op 31 december 2012;

  • c.

    de wetswijziging: de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet

inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen

verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (Stb.2012, 430);

d.inburgeringsplichtige: persoon, bedoeld in artikel X, 2e t/m 5e lid van de

wetswijziging.

2.De begripsomschrijvingen in de wet, de wetswijziging en de daarop berustende

regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden

gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

1.Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en

doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de

wet en over het aanbod van en de toegang tot de voorzieningen.

2.Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder

geval gebruik van de volgende middelen:

  • a.

    telefonische afspraak;

  • b.

    afspraak op locatie (zorgloket en werkplein);

  • c.

    digitale en schriftelijke informatie;

  • d.

    Vluchtelingenwerk Noord Nederland.

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of

taalkennisvoorziening

Artikel 3 Inburgeringsaanbod

Het college biedt een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige, te weten:

a.de houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de

Vreemdelingenwet 2000 en

b.de geestelijke bedienaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel g van de wet, die geen

oudkomer is als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de wet, voor zover deze uiterlijk

31 december 2012 inburgeringsplichtig is geworden.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

1.Het college stemt de inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening aan de

inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a af op het startniveau en de

vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de

inburgeringsplichtige.

2.Indien de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a een voorziening gericht op

arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de

inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt

afgestemd.

3.Aan de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a biedt het college

maatschappelijke begeleiding aan.

4.Een inburgeringsvoorziening kan een duaal programma omvatten dat bestaat uit een

inburgeringstraject en een participatietraject. Het inburgeringstraject leidt op tot het

inburgeringsexamen, staatsexamen of een diploma waarmee de inburgeringsplichtige

aantoonbaar aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Het participatietraject voorziet in

activiteiten die in samenhang, en ten minste voor een deel gelijktijdig, met het

verwerven van mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en

kennis van de Nederlandse samenleving worden uitgevoerd. De activiteiten van het

participatietraject zijn er op gericht de actieve deelname van de inburgeringsplichtige

aan de samenleving te stimuleren.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

1.De eigen bijdrage van € 270,00 bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in

ten hoogste 18 maanden betaald.

2.Het college legt voor de inburgeringsplichtige in de beschikking tot vaststelling van de

inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening de termijnen en wijze van

betaling vast.

3.Het college verrekent de eigen bijdrage met algemene bijstand of houdt de eigen

bijdrage in op een uitkering op grond van een van de bij de algemene maatregel van

bestuur, bedoeld in artikel 19, vierde lid, van de wet aan te wijzen

sociale zekerheidswetten of sociale zekerheidsregelingen.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan de inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende

verplichtingen opleggen:

a.het deelnemen aan de (gecombineerde) inburgeringsvoorziening of

taalkennisvoorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider en/of de klantmanager;

  • c.

    het deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen op een tijdstip dat door

het college wordt bepaald;

d.het tijdig melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden

niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

Hoofdstuk 3. Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

1.Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het

aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 in de

gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

2.In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening of

taalkennisvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen

vermeld die aan die voorziening worden verbonden.

3.De inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt

binnen 4 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

4.Wanneer de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 het aanbod aanvaardt, neemt

het college binnen 6 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal

I of II moet zijn behaald;

d.de termijnen en wijze van betaling.

Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 125,00 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,00 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde voorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

    Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste

    € 250,00 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als

    verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste

    € 500,00 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar

    aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 en 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 11 Afstemming van de bestuurlijke boete

1.Er wordt geen bestuurlijke boete, zoals bedoeld in artikel 9 en 10 van deze

verordening, opgelegd voor zover de overtreding niet aan de overtreder kan worden

verweten.

2.De hoogte van de bestuurlijke boete bedoeld in artikel 9 en 10 van deze verordening

wordt afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de

overtreder kan worden verweten.

3.Bij de afstemming bedoeld in het tweede lid wordt zo nodig rekening gehouden met de

omstandigheden waaronder de overtreding heeft plaatsgevonden.

Artikel 12 Beloning

Het college kan besluiten de inburgeringsplichtige die na het volgen van een door het college vastgestelde voorziening het inburgeringsexamen, NT2 staatsexamen programma I of II dan wel diploma binnen een termijn van drie jaar behaalt, daarvoor te belonen. De beloning is ten hoogste gelijk aan de vastgestelde eigen bijdrage. Uitgangspunt is dat de eigen bijdrage conform de wet wel eerst wordt geïnd. Wanneer de eigen bijdrage nog niet volledig is betaald, wordt de beloning verrekend met de nog verschuldigde eigen bijdrage. De termijn van drie jaar start nadat de voorziening bij beschikking is vastgesteld.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

1.Het college kan het bepaalde in deze verordening buiten toepassing laten of daarvan

afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van een goede inburgering leidt tot

onbillijkheden van overwegende aard.

2.In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 14 Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na publicatie

van de verordening en werkt terug tot 1 januari 2013.

2.De Verordening Wet inburgering 2010 wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van

deze verordening ingetrokken, met dien verstande dat de inburgeraars die bij ingang van de Wet

inburgering 2013 nog op basis van de oude wet met een traject inburgering of opleiding voor het

staatsexamen bezig zijn het traject kunnen afmaken en afsluiten met een examen.

Artikel 15 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering De Marne 2013.